,Werkgroep 2
Vraag 1
Welke 3 kenmerken dient een aandelenpakket te bezitten, wil er sprake zijn van een
deelneming
Aandelenpakket: art. 2:24c BW
1. Voor eigen rekening, dan wel voor rekening van een dochtermaatschappij
2. Duurzaam
3. Ten dienste van eigen werkzaamheid
Vraag 2
Onder welke voorwaarde(n) is er volgens de wetgever sprake van een
dochtermaatschappij?
Art. 2:24a BW:
- Een rechtspersoon waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn
dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere
stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de stemrechten in de
algemene vergadering kunnen uitoefenen;
- Een rechtspersoon waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn
dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst
met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of
van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan, ook indien alle stemgerechtigden
stemmen.
Vraag 3
Wanneer is er sprake van een wettelijk vermoeden van een deelneming.
Een deelneming wordt vermoed aanwezig te zijn indien 1/5e of meer van het kapitaal wordt
verschaft (20%)
Vraag 4
Waarin is het belang gelegen van het onderscheid tussen deelnemingen met en
deelnemingen zonder invloed van betekenis?
Voor de waardering van een deelneming (de waarderingsgrondslag)
Vraag 5
Hoe dienen deelnemingen met invloed van betekenis gewaardeerd te worden?
Deelnemingen met invloed van betekenis moeten voldoen aan art. 2:389. De aandeelhouder
dient de bezittingen, schulden en (eventuele) voorzieningen van de deelneming te
waarderen volgens dezelfde grondslagen als zijn eigen bezittingen, schulden en
voorzieningen (de nettovermogenswaarde).
En zonder invloed van betekenis hoeft dit niet.
,Vraag 6
Hoe dient waardering van een deelneming met invloed van betekenis te geschieden indien
er onvoldoende gegevens zijn om de nettovermogenswaarde te bepalen?
Kijken naar art. 2:389 lid 3
Dan mag er worden uitgegaan van een waarde die op andere wijze overeenkomstig deze
titel is bepaald en wijzigt hij deze waarde met het bedrag van zijn aandeel in het resultaat en
in de uitkeringen van de maatschappij waarin hij deelneemt.
Deze worden gewaardeerd tegen op basis van zichtbare intrinsieke waarde of op basis van
de equity-methode (als eerste boekwaarde wordt dan de verkrijgingsprijs genomen)
Vraag 7
Waarom zal de fiscale waardering van een deelneming meestal geen invloed hebben op de
winst voor vennootschapsbelasting?
De deelnemingsvrijstelling zorgt ervoor dat resultaten uit deelnemingen niet tot de fiscale
winst behoren
Vraag 8
In welke situatie dient er een ‘wettelijk reserve ingehouden winst deelnemingen’ gevormd
te worden?
Bij niet-uitkeerbare winsten van deelnemingen die worden gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode, terwijl de uitkering van die winst door de deelnemer niet
zonder beperking te bewerkstelligen is (art. 2:389 lid 6)
Vraag 9
Van welke twee bedragen vormt het verschil de bij een overname betaalde goodwill?
Van goodwill is sprake indien de prijs hoger ligt dan de actuele waarde van de bezittingen en
schulden van de overgenomen vennootschap gewaardeerd volgens de grondslagen van de
houdster van de aandelen.
Indien de prijs voor de aandelen hoger is dan de nettovermogenswaarde.
Vraag 10
Hoe dient in Nederland negatieve goodwill verwerkt te worden?
Dit doe je aan de passieve kant van de balans
Vraag 11
Wat wordt verstaan onder een ‘lucky buy’?
Als negatieve goodwill niet is ontstaan door verwachte toekomstige verliezen, is hiervan
sprake. Onder de prijs aankopen
Geen lucky buy: lage koopprijs is een weerspiegeling van dreigende verliezen
Hiervoor mag je geen voorziening vormen, want deze vorm van voorziening voldoet niet aan
de criteria voor voorzieningen. De oplossing is een afzonderlijke overlopende passiefpost.
Vrijval moet via de winst-en-verliesrekening lopen.
, Vraag 12
Welke informatie over kapitaalbelangen dient in de toelichting vermeld te worden?
Art. 2:379
Naam, woonplaats en het verschafte aandeel in het geplaatste kapitaal
En het bedrag van het eigen vermogen en resultaat volgens haar laatst vastgestelde
jaarrekening.
Gegeven is de volgende kapitaalstructuur:
· A bezit 51% in B
· A bezit 30% in C
· B bezit 18% in C
De vermelde percentages geven de kapitaaldeelnames weer; deze weerspiegelen de
zeggenschapsverhoudingen.
Vraag 13
Is er sprake van een wettelijk vermoeden van een deelneming en/of een
dochtermaatschappij in de relatie tussen:
A en B
B en C
A en C
Een deelneming wordt vermoed aanwezig te zijn indien 1/5e of meer van het kapitaal wordt
verschaft.
- A verschaft 51% in B en dus meer dan 1/5e en dus wel een vermoeden
51% zeggenschap en dus een meerderheid en dus een dochtermaatschappij
- B verschaft 18% in C en dus minder dan 1/5e en dus geen vermoeden
- A in C: kapitaalbelang is 47% (30% direct en 18% via B), dus een vermoeden
48% zeggenschap is niet voldoende voor een dochtermaatschappij
Vraag 14
Geef aan welke wijzigingen er in de antwoorden op de vorige optreden indien als
aanvulling op bovenstaande nog gegeven is dat C 20% van de eigen aandelen in bezit
heeft.
A en C wordt anders (aandelen die de onderneming zelf bezit zit geen stemrecht).
48 van de 80 stemmen. Dus C is nu ook een dochtermaatschappij van A
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Votje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R108,38. You're not tied to anything after your purchase.