POLITICOLOGIE
INLEIDING
Politicologie = politieke verschijnselen verklaren (begrijpen)
Politiek = realisatie van ideeën over ideale samenleving
Voor deze realisatie is macht nodig ongelijk verdeeld = veel macht in weinig handen – elites
Burgers ook macht kunnen politiek participeren
Belangrijke politieke actoren = politieke partijen cruciale rol in staat & parlement
Belangrijkste beleidsmaker = uitvoerende macht = regering
o Hiervoor openbaar bestuur ter beschikking = uitvoerende arm van uitvoerende macht
o Beleid gemaakt in democratie volk bestuurt via vertegenwoordigers verkiezingen
o Allemaal in context van Europees en Internationaal politiek systeem
PARATE KENNIS
NIEUWE VLAAMSE REGERING EED AFGELEGD OP 30 SEPTEMBER 2024 IN VLAAMS
PARLEMENT:
1) Mathias Diependaele (NVA) = minister-president Vlaamse regering
Vlaams minister van economie, innovatie & industrie, buitenlandse zaken, digitalisering & facilitair
management
2) Melissa Depraetere (Vooruit)= viceminister-president Vlaamse regering
Vlaams minister van wonen, energie & klimaat, toerisme en jeugd
3) Hilde Crevits (CD&V) = viceminister-president Vlaamse regering
Vlaams minister binnenland, steden & plattelandsbeleid, samenleven, integratie & inburgering,
bestuurszaken, sociale economie & zeevisserij
4) Ben Weyts (NVA) = viceminister-president
Vlaams minister van begroting & financiën, Vlaamse rand, onroerend erfgoed & dierenwelzijn
5) Zuhal Demir (NVA) = Vlaams minister van onderwijs, justitie en werk
6) Caroline Gennez (Vooruit) = Vlaams minister van welzijn & armoedebestrijding, cultuur, gelijke kansen
7) Jo Brouns (CD&V) = Vlaams minister van omgeving en landbouw
8) Annick De Ridder (NVA) = Vlaams minister van mobiliteit, openbare werken, havens en sport
9) Cieltje Van Achter (NVA) = Vlaams minister van Brussel en media
HOOFDSTUK 2 – IDEOLOGIEËN
Ideologie = vele definities, veel discussie vaag en divers
Klassieke/traditionele ideologieën = socialisme, liberalisme, communisme, nationalisme, …
Nieuwe ideologieën = feminisme, multiculturalisme, ecologisme, … nieuwe breuklijnen
WAAR KOMT IDEOLOGIE VANDAAN?
Antione Louis Claude Destutt de Tracy wou er pure wetenschap van maken (Eléments d’idéologie):
Idee-ologie = wetensch van ideeën leven verbeteren dr ideeën van werkelijkheid te onderscheiden
o Oorsprong/inhoud ideeën bestuderen & verhouding met werkelijkheid onderzoeken
Maar ideologieën nu eenmaal subjectief en gekleurd objectief en neutraal
Negatieve connotatie gecontesteerd door:
1
, 1) Napoleon: zag ideologie als abstract, sinister, radicaal en doctrinair
Ideoloog is blind vr werkelijkheid, geleid door absracte idealen
2) Karl Marx & Friedrich Engels schreven Duitse Ideologie: ideologie verdraaiing werkelijkheid
bezittende klasse dringt visie op en verbergt/bevestigt bestaande machtsverhoudingen
Marx: ideologie = “vals bewustzijn” = misleiden over hoe samenleving echt in elkaar zit
Superstructuur los van materiële basis = instrument van verdrukking wetenschap
Ideologie = machtsmanifestatie
3) Lenin: vond dat proletariaat ook over ideologie moest beschikken positievere connotatie
Negatieve bourgeoisie-ideologie vs. wetenschappelijk socialisme vh proletariaat
4) A. Gramsci (comm): culturele hegemonietheorie = wereldbeeld bep klasse dominant omdat het door
andere klassen stilzwijgend geaccepteerd wordt als culturele norm (gezond verstand) (common sense)
Hierdoor bleef onvermijdbare socialistische revolutie (Marx) uit
Stelt status quo als natuurlijk, onvermijdelijk en voor ied voordelig sociale constructie die
heersende klasse ten goede komt
5) Conservatieven: ideologieën zinloos want mensen kunnen wereld niet veranderen ideologieën zijn
abstracte systemen die natuurlijke sociale orde verstoren (kunnen wereld niet veranderen)
Traditiegebaseerde aanpak obv ervaring & geschiedenis
WAT IS IDEOLOGIE?
Dysfunctioneel vr politiek Positief vr politiek
Vals bewustzijn, gekleurde voorstelling van Denkt na over de ideale samenleving er zou moeten
werkelijkheid, dwingend geheel van opvattingen, uitzien en hoe men dit kan nastreven + soort
waarheidsvervalsend, dogmatisme/fanatisme, bindmiddel binnen samenlevingen en legitimeert
maskeren echte bedoelingen, … keuzes en middelen
Ideologie politicologie:
- Ideologie = wil politiek systeem veranderen (uitz. cons) verwarring moeten en zouden moeten
- Politicologie = kalme, rationele poging om politieke systemen te begrijpen
Ideologie wetenschap:
- Ideologie = voorschrijven wat zou moeten zijn wel geïnteresseerd in gevolgen
- Wetenschap = emprisich, beschrijven en verklaren wat is niet geïnteresseerd in gevolgen
Dus ideologie = omschrijving van de ideale samenleving
Coherente set van ideeën dat als basis (doelen & middelen) dient voor georganiseerde politieke actie,
zowel om huidige sociale orde te bevestigen, veranderen (langzaam aanpassen) of verwerpen
Neutraal concept, actiegericht gedachtesysteem
Hoe ziet huidige situatie eruit (wereldbeeld) + model voor ideale toekomst + hoe dit bereiken
Inclusieve omschrijving, maar algemeen (doctrine? wereldvisie?)
MORFOLOGIE VAN IDEOLOGIEËN = 3 BESTANDDELEN
1) Analysekader (descriptief) = wereld beschrijven zoals hij is vanuit bep standpunt/perspectief
2) Ideale samenleving (prescriptief, normatief, fundamentele niveau) = beschrijving van hoe wereld er
zou moeten uitzien vanuit waarden en normen + doel (hoe samenleving moet worden opgebouwd)
Vanuit deze wordt huidige geanalyseerd + criteria en richtlijnen voor actie bepalen
3) Operationele niveau = hoe van huidige nr ideale wereld gaan (machtstrijd & politieke steun)
Welke strategie, methoden, maatregelen nodig: retoriek, partijprogramma’s, regeringsvoorstel, …
Feiten & waarden verstrengeld + geen wetensch methode kan geen wetenschap zijn
2
,ORDENING VAN IDEOLOGIEËN
Impliciet, intuïtief systeem = onbewuste manier om ideologieën/partijen te rangschikken en plaats te geven
tov andere partijen en/of zichzelf (“GPS”)
Democratisch instrument = uiteindelijke betekenis vd begrippen niet bepaald door politici of politicologen, wel
door meerderheid vd bevolking betekenis verschoof doorheen geschiedenis
L: PVDA – Vooruit – Groen – CD&V – OVLD – NVA – VB :R
GESCHIEDENIS LINKS-RECHTS
Louis XVI (1789): stemmingen in Staten Generaal (~ parlement) in Salle des Menus-Plaisirs (discussie)
Ruimtelijke positie kreeg politieke betekenis
o Eens met conservatieve & koningsgezinde motie/vertegenwoordiger = rechts
o Eens met hervormingsgezinde motie/vertegenwoordiger = links
o Neutralen mochten in centrum blijven zitten
RELEVANTIE LINKS-RECHTS
Nut van de indeling afh van de verwachting die men ervan heeft (algemene aanduiding van positie en inhoud
van groot aantal houdingen of stellingen) wijst op aantal uitgangspunten, geen precieze standpunten
Algemeen beeld over fundamentele waarden = sociaaleconomische breuklijn:
SE Links SE Rechts
Gelijkheid, mensenrechten en Traditie, gevestigde autoriteit (kleine staat) en
hervorming/herverdeling, sterke staat nastreven nationaal belang (vrijheid)
Willen ongelijkheid verminderen Accepteren natuurlijke ongelijkheid
Sympathiseert met culturele en etnische diversiteit Nationale eenheid
(solidariteit)
Niet hetzelfde als conservatief vs. progressief:
Links wil bepaalde zaken behouden en veranderingen afremmen conservatief?
Bv. vakbonden die welvaartstaat willen behouden
Rechts wil bepaalde zaken hervormen en veranderingen invoeren progressief?
Bv. Vlaams Belang dat Vlaanderen en Wallonië wil scheiden
ONTDUBBELING VAN LINKS-RECHTS
Door toenemende complexiteit van breuklijnenlandschap
- Sociaal-cultureel: identiteiten, mensbeelden, sociale verhoudingen, collectieve besluitvorming en
relatie tssn middelen en doelen centraal
- Sociaal-economisch: wijze waarop levenskansen worden verdeeld centraal
Sociaaleconomisch (klassiek) Sociaal-cultureel (modern)
Links: gelijkheid ook al ten koste van vrijheid Links: vrijheid goed dat iedereen versch is
Rechts: vrijheid ook al ten koste van gelijkheid Rechts: gelijkheid aan normen & waarden
3
, OVERZICHT IDEOLOGIEËN
Ideologieën evolueren met hun tijd, kennen intern debat, verscheidenheid en evolutie
Veel veranderingen tussen val Bastille (1789) en val Berlijnse Muur (1989)
Basiskeuken van ideologieën = fundamentele kernconcepten, assumpties, opvattingen & waarden
Ideaaltypisch = in praktijk nooit in zuivere vorm aanpassen aan veranderende omstandigheden in
samenleving enkel kernwaarden onveranderlijk, toepassing/invulling verandert wel
LIBERALISME
Liberalisme als meta-ideologie:
- Dominante ideologie Westerse samenleving + oudste en succesvolste ideologie huidige samenleving
- Francis Fukuyama: Westerse geschiedenis gekenmerkt door overwinnig liberaal kapitalisme
Liberale principes rechten en vrijheden: recht op vrije meningsuiting/vereniging/privébezit, beperking van
staatsmacht, persvrijheid, rule of law, constitutionalisme, belang privé-initiatief en vrije markt, democratie, …
Ook verdedigd door niet liberalen in partij-ideologie liberalisme als filosofische benadering,
politieke traditie en opvatting over staat en samenleving gecentreerd rond vrijheid
Niet hetzelfde als partij-ideologisch liberalisme = Open VLD
LIBERALISME ALS PARTIJ-IDEOLOGIE
Kernidee = menselijke vrijheid is hoogste goed overheid moet dit garanderen positief mensbeeld
Bescherming van de rechten van het individu: samenleving waarin elk individu zich vrij kan ontwikkelen en zijn
eigen belangen kan nastreven eigen leven in handen nemen
Individu centraal, niet individu als deel van gemeenschap of groep
Hobbes: macht uitoefenen is niet privilige van heersende klasse
o Staat komt voort uit behoefte van individuen aan bescherming echte macht komt uit volk
Locke: staat is resultaat van sociaal contract tssn individuen met als doel bescherming vd natuurlijke
rechten van het individu (vrijheid, leven en eigendom) echte macht komt uit volk
Mill: vrijheid individu mag enkel beperkt worden om vrijheid ander individu te vrijwaren
Economisch vrijheid/liberalisme (Smith) = individuen laten zich leiden door eigenbelang en nutsmaximalisatie:
Gedrag marktactoren moet niet gecoördineerd worden als iedereen streeft nr eigenbelang, dan
levert dat via “de onzichtbare hand” (marktmechanisme) het beste collectieve resultaat
Laissez faire, laissez passer-benadering machtsverstoring, bv. door overheid, zoveel mogelijk
beperken vrije markt
Kernconcepten:
1) Afwezigheid externe dwang + mogelijkheid om eigen talenten te ontwikkelen
Individuele vrijheid = natuurlijk recht & voorwaarde voor volwaardig menselijk bestaan
Vroege liberalen (neg zin) = afwezigheid externe dwang
Moderne liberalen (pos zin) = mogelijkheid eigen talenten te ontwikkelen en hanteren
Overheid ontvangt enkel die hoeveelheid macht die het individu wil afstaan ter bescherming van
zijn natuurlijke rechten “kleine staat” die ind ontplooiing & vrije markt max ruimte geeft
4
INLEIDING
Politicologie = politieke verschijnselen verklaren (begrijpen)
Politiek = realisatie van ideeën over ideale samenleving
Voor deze realisatie is macht nodig ongelijk verdeeld = veel macht in weinig handen – elites
Burgers ook macht kunnen politiek participeren
Belangrijke politieke actoren = politieke partijen cruciale rol in staat & parlement
Belangrijkste beleidsmaker = uitvoerende macht = regering
o Hiervoor openbaar bestuur ter beschikking = uitvoerende arm van uitvoerende macht
o Beleid gemaakt in democratie volk bestuurt via vertegenwoordigers verkiezingen
o Allemaal in context van Europees en Internationaal politiek systeem
PARATE KENNIS
NIEUWE VLAAMSE REGERING EED AFGELEGD OP 30 SEPTEMBER 2024 IN VLAAMS
PARLEMENT:
1) Mathias Diependaele (NVA) = minister-president Vlaamse regering
Vlaams minister van economie, innovatie & industrie, buitenlandse zaken, digitalisering & facilitair
management
2) Melissa Depraetere (Vooruit)= viceminister-president Vlaamse regering
Vlaams minister van wonen, energie & klimaat, toerisme en jeugd
3) Hilde Crevits (CD&V) = viceminister-president Vlaamse regering
Vlaams minister binnenland, steden & plattelandsbeleid, samenleven, integratie & inburgering,
bestuurszaken, sociale economie & zeevisserij
4) Ben Weyts (NVA) = viceminister-president
Vlaams minister van begroting & financiën, Vlaamse rand, onroerend erfgoed & dierenwelzijn
5) Zuhal Demir (NVA) = Vlaams minister van onderwijs, justitie en werk
6) Caroline Gennez (Vooruit) = Vlaams minister van welzijn & armoedebestrijding, cultuur, gelijke kansen
7) Jo Brouns (CD&V) = Vlaams minister van omgeving en landbouw
8) Annick De Ridder (NVA) = Vlaams minister van mobiliteit, openbare werken, havens en sport
9) Cieltje Van Achter (NVA) = Vlaams minister van Brussel en media
HOOFDSTUK 2 – IDEOLOGIEËN
Ideologie = vele definities, veel discussie vaag en divers
Klassieke/traditionele ideologieën = socialisme, liberalisme, communisme, nationalisme, …
Nieuwe ideologieën = feminisme, multiculturalisme, ecologisme, … nieuwe breuklijnen
WAAR KOMT IDEOLOGIE VANDAAN?
Antione Louis Claude Destutt de Tracy wou er pure wetenschap van maken (Eléments d’idéologie):
Idee-ologie = wetensch van ideeën leven verbeteren dr ideeën van werkelijkheid te onderscheiden
o Oorsprong/inhoud ideeën bestuderen & verhouding met werkelijkheid onderzoeken
Maar ideologieën nu eenmaal subjectief en gekleurd objectief en neutraal
Negatieve connotatie gecontesteerd door:
1
, 1) Napoleon: zag ideologie als abstract, sinister, radicaal en doctrinair
Ideoloog is blind vr werkelijkheid, geleid door absracte idealen
2) Karl Marx & Friedrich Engels schreven Duitse Ideologie: ideologie verdraaiing werkelijkheid
bezittende klasse dringt visie op en verbergt/bevestigt bestaande machtsverhoudingen
Marx: ideologie = “vals bewustzijn” = misleiden over hoe samenleving echt in elkaar zit
Superstructuur los van materiële basis = instrument van verdrukking wetenschap
Ideologie = machtsmanifestatie
3) Lenin: vond dat proletariaat ook over ideologie moest beschikken positievere connotatie
Negatieve bourgeoisie-ideologie vs. wetenschappelijk socialisme vh proletariaat
4) A. Gramsci (comm): culturele hegemonietheorie = wereldbeeld bep klasse dominant omdat het door
andere klassen stilzwijgend geaccepteerd wordt als culturele norm (gezond verstand) (common sense)
Hierdoor bleef onvermijdbare socialistische revolutie (Marx) uit
Stelt status quo als natuurlijk, onvermijdelijk en voor ied voordelig sociale constructie die
heersende klasse ten goede komt
5) Conservatieven: ideologieën zinloos want mensen kunnen wereld niet veranderen ideologieën zijn
abstracte systemen die natuurlijke sociale orde verstoren (kunnen wereld niet veranderen)
Traditiegebaseerde aanpak obv ervaring & geschiedenis
WAT IS IDEOLOGIE?
Dysfunctioneel vr politiek Positief vr politiek
Vals bewustzijn, gekleurde voorstelling van Denkt na over de ideale samenleving er zou moeten
werkelijkheid, dwingend geheel van opvattingen, uitzien en hoe men dit kan nastreven + soort
waarheidsvervalsend, dogmatisme/fanatisme, bindmiddel binnen samenlevingen en legitimeert
maskeren echte bedoelingen, … keuzes en middelen
Ideologie politicologie:
- Ideologie = wil politiek systeem veranderen (uitz. cons) verwarring moeten en zouden moeten
- Politicologie = kalme, rationele poging om politieke systemen te begrijpen
Ideologie wetenschap:
- Ideologie = voorschrijven wat zou moeten zijn wel geïnteresseerd in gevolgen
- Wetenschap = emprisich, beschrijven en verklaren wat is niet geïnteresseerd in gevolgen
Dus ideologie = omschrijving van de ideale samenleving
Coherente set van ideeën dat als basis (doelen & middelen) dient voor georganiseerde politieke actie,
zowel om huidige sociale orde te bevestigen, veranderen (langzaam aanpassen) of verwerpen
Neutraal concept, actiegericht gedachtesysteem
Hoe ziet huidige situatie eruit (wereldbeeld) + model voor ideale toekomst + hoe dit bereiken
Inclusieve omschrijving, maar algemeen (doctrine? wereldvisie?)
MORFOLOGIE VAN IDEOLOGIEËN = 3 BESTANDDELEN
1) Analysekader (descriptief) = wereld beschrijven zoals hij is vanuit bep standpunt/perspectief
2) Ideale samenleving (prescriptief, normatief, fundamentele niveau) = beschrijving van hoe wereld er
zou moeten uitzien vanuit waarden en normen + doel (hoe samenleving moet worden opgebouwd)
Vanuit deze wordt huidige geanalyseerd + criteria en richtlijnen voor actie bepalen
3) Operationele niveau = hoe van huidige nr ideale wereld gaan (machtstrijd & politieke steun)
Welke strategie, methoden, maatregelen nodig: retoriek, partijprogramma’s, regeringsvoorstel, …
Feiten & waarden verstrengeld + geen wetensch methode kan geen wetenschap zijn
2
,ORDENING VAN IDEOLOGIEËN
Impliciet, intuïtief systeem = onbewuste manier om ideologieën/partijen te rangschikken en plaats te geven
tov andere partijen en/of zichzelf (“GPS”)
Democratisch instrument = uiteindelijke betekenis vd begrippen niet bepaald door politici of politicologen, wel
door meerderheid vd bevolking betekenis verschoof doorheen geschiedenis
L: PVDA – Vooruit – Groen – CD&V – OVLD – NVA – VB :R
GESCHIEDENIS LINKS-RECHTS
Louis XVI (1789): stemmingen in Staten Generaal (~ parlement) in Salle des Menus-Plaisirs (discussie)
Ruimtelijke positie kreeg politieke betekenis
o Eens met conservatieve & koningsgezinde motie/vertegenwoordiger = rechts
o Eens met hervormingsgezinde motie/vertegenwoordiger = links
o Neutralen mochten in centrum blijven zitten
RELEVANTIE LINKS-RECHTS
Nut van de indeling afh van de verwachting die men ervan heeft (algemene aanduiding van positie en inhoud
van groot aantal houdingen of stellingen) wijst op aantal uitgangspunten, geen precieze standpunten
Algemeen beeld over fundamentele waarden = sociaaleconomische breuklijn:
SE Links SE Rechts
Gelijkheid, mensenrechten en Traditie, gevestigde autoriteit (kleine staat) en
hervorming/herverdeling, sterke staat nastreven nationaal belang (vrijheid)
Willen ongelijkheid verminderen Accepteren natuurlijke ongelijkheid
Sympathiseert met culturele en etnische diversiteit Nationale eenheid
(solidariteit)
Niet hetzelfde als conservatief vs. progressief:
Links wil bepaalde zaken behouden en veranderingen afremmen conservatief?
Bv. vakbonden die welvaartstaat willen behouden
Rechts wil bepaalde zaken hervormen en veranderingen invoeren progressief?
Bv. Vlaams Belang dat Vlaanderen en Wallonië wil scheiden
ONTDUBBELING VAN LINKS-RECHTS
Door toenemende complexiteit van breuklijnenlandschap
- Sociaal-cultureel: identiteiten, mensbeelden, sociale verhoudingen, collectieve besluitvorming en
relatie tssn middelen en doelen centraal
- Sociaal-economisch: wijze waarop levenskansen worden verdeeld centraal
Sociaaleconomisch (klassiek) Sociaal-cultureel (modern)
Links: gelijkheid ook al ten koste van vrijheid Links: vrijheid goed dat iedereen versch is
Rechts: vrijheid ook al ten koste van gelijkheid Rechts: gelijkheid aan normen & waarden
3
, OVERZICHT IDEOLOGIEËN
Ideologieën evolueren met hun tijd, kennen intern debat, verscheidenheid en evolutie
Veel veranderingen tussen val Bastille (1789) en val Berlijnse Muur (1989)
Basiskeuken van ideologieën = fundamentele kernconcepten, assumpties, opvattingen & waarden
Ideaaltypisch = in praktijk nooit in zuivere vorm aanpassen aan veranderende omstandigheden in
samenleving enkel kernwaarden onveranderlijk, toepassing/invulling verandert wel
LIBERALISME
Liberalisme als meta-ideologie:
- Dominante ideologie Westerse samenleving + oudste en succesvolste ideologie huidige samenleving
- Francis Fukuyama: Westerse geschiedenis gekenmerkt door overwinnig liberaal kapitalisme
Liberale principes rechten en vrijheden: recht op vrije meningsuiting/vereniging/privébezit, beperking van
staatsmacht, persvrijheid, rule of law, constitutionalisme, belang privé-initiatief en vrije markt, democratie, …
Ook verdedigd door niet liberalen in partij-ideologie liberalisme als filosofische benadering,
politieke traditie en opvatting over staat en samenleving gecentreerd rond vrijheid
Niet hetzelfde als partij-ideologisch liberalisme = Open VLD
LIBERALISME ALS PARTIJ-IDEOLOGIE
Kernidee = menselijke vrijheid is hoogste goed overheid moet dit garanderen positief mensbeeld
Bescherming van de rechten van het individu: samenleving waarin elk individu zich vrij kan ontwikkelen en zijn
eigen belangen kan nastreven eigen leven in handen nemen
Individu centraal, niet individu als deel van gemeenschap of groep
Hobbes: macht uitoefenen is niet privilige van heersende klasse
o Staat komt voort uit behoefte van individuen aan bescherming echte macht komt uit volk
Locke: staat is resultaat van sociaal contract tssn individuen met als doel bescherming vd natuurlijke
rechten van het individu (vrijheid, leven en eigendom) echte macht komt uit volk
Mill: vrijheid individu mag enkel beperkt worden om vrijheid ander individu te vrijwaren
Economisch vrijheid/liberalisme (Smith) = individuen laten zich leiden door eigenbelang en nutsmaximalisatie:
Gedrag marktactoren moet niet gecoördineerd worden als iedereen streeft nr eigenbelang, dan
levert dat via “de onzichtbare hand” (marktmechanisme) het beste collectieve resultaat
Laissez faire, laissez passer-benadering machtsverstoring, bv. door overheid, zoveel mogelijk
beperken vrije markt
Kernconcepten:
1) Afwezigheid externe dwang + mogelijkheid om eigen talenten te ontwikkelen
Individuele vrijheid = natuurlijk recht & voorwaarde voor volwaardig menselijk bestaan
Vroege liberalen (neg zin) = afwezigheid externe dwang
Moderne liberalen (pos zin) = mogelijkheid eigen talenten te ontwikkelen en hanteren
Overheid ontvangt enkel die hoeveelheid macht die het individu wil afstaan ter bescherming van
zijn natuurlijke rechten “kleine staat” die ind ontplooiing & vrije markt max ruimte geeft
4