ANAMNESE
EXAMEN : mondeling van 10min waarbij pathologie en anatomie nodig is
- Wat zijn de retractoren scapula thoracaal?
- Wat is typisch aan een impigment of een voorste kruisbandletsel?
EXAMEN: testen niet uitvoeren, maar wel kunnen verzinnen en de bijhorende vragen kunnen oplossen
Anamnese = deel van bewegingsscreening (vooraf)
Reductie, provocatie, gele of rode vlag kunnen bepalen
Grootste risicofactor = blessure vooraf in die regio
Bewegingsscreening:
- Iemand een squat laten uitvoeren (kwaliteit van bewegen)
- Loopanalyse (kwaliteit van bewegen)
Hoe doe je dat? Beschrijven hoe iemand dit doet?
Nooit zeggen dit is goed of slecht
- Bikefitting (kwaliteit van bewegen)
Eerst luisteren naar verhaal cliënt, wat zijn de klachten?
Medische info:
1. Doelstelling/hulpvraag cliënt ifv training
SMART
2. Huidige trainingsload: belasting/belastbaarheid
Goede balans volume, intensiteit en frequentie
3. Huidige blessures + blessuregeschiedenis
Hoelang al, provocatie, reductie, huidige behandeling, voorgaande behandeling
Beelvorming en beliefs
Hoelang: chronisch, acuut of recidief?
Provocatie: wat lokt klachten uit of maakt pijn erger?
Mechanische pijn: bewegingsgebonden
Ischaemische pijn: zonder zuurstof (tintelingen)
Ernst = hoe erg pijn ervaren wordt
Irritabiliteit = hoe snel pijn wordt uitgelokt
Reductie: wat verlicht de pijn?
Beeldvorming: moet klinische relevant zijn met klacht
1
,Red flags: alarmtekens
Risicofactoren uit anamnese geassocieerd met hoger risico ernstige onderliggende pathologie
Verder onderzoek om niet-mechanische oorzaken uit te sluiten
➢ Verminderde eetlust, algemene vermoeidheid, bilaterale neurologische klachten, nachtelijke pijn
Beliefs: wat denk je zelf dat oorzaak is?
Zegt veel over perceptie cliënt
3 peilers van bewegen:
1) Kwaliteit van bewegen
Goed/ niet goed
Minste evidentie (niet zwart of wit), want subjectief (observatie)
Niet kwantificieerbaar in cijfers, wel meetbaal
Kijken of er links en rechts een ander patroon is van beweging
2) Kwantiteit van bewegen
Krachtcomponent
Uitdrukken in cijfer dus meetbaar
Meeste evidentie
➢ Gewicht/max kracht: links 5kg en rechts 3kg
➢ Krachtuithouding: 24x links en 6x rechts
➢ Snelkracht: vermogen of power
Vermogen = gewicht wegduwen in bepaalde snelheid
Power = hoeveel kilo in bepaalde tijd verplaatsen
3) Mobiliteit
Hoeveel graden kan schoudergewricht bewegen naar anteflexie (gewrichtsmobiliteit)
➢ Passief: zelf arm mee omhoog brengen en kijken hoe ver die kan gaan, dus kracht is volledig uitgesloten,
maar je moet zwaartekracht uitschakelen
➢ Actief: armen omhoog brengen en terug laten zakken, kleine krachtcomponent
Flexibiliteit = lengte van de spier meten dus vaak over biarticulaire spieren (rectus femoris)
Waar voel je het? Wat beperkt je in deze beweging?
Spiermatig
EXAMEN: verschil mobiliteit en flexibiliteit
Bv. knie kan niet volledig strekken in ligpositie, dan is probleem in kniegewricht
Altijd vragen “Wat voel je?”
Gewrichtsmobiliteit meten, maar de spier kan dit beperken
EXAMEN: De test test, wat de test test
Hoeveel is de schouder verzwakt?
➢ Benchmarks uitvoeren tot waar ze moeten gaan
➢ Wat meet de test: aantal benchmarks/hoe ver ze dit kunnen uitvoeren
Altijd 3 pogingen laten uitvoeren
Altijd zorgen voor opwarming voor desbetreffende spiergroep
Verschil tussen links en rechts liefst geen verschil
➢ Max 10% anders cutt of in revalidatie (significant verschil)
➢ Wegwerken via interventie of doorsturen
2
, Intra-individueel = binnen de persoon zelf vergelijken of er verschillen tussen links en rechts zijn
Sterkste parameter om interventies te bepalen: krachtcomponent
Impliceert mobiliteit, want als je de kracht niet hebt ga je compenseren
Blessures kunnen niet allemaal voorkomen worden
Bestaande protocols zijn goede testen, maar zonder klinische redenering
Geen anamnese en geen aparte gewrichten bekeken
Primaire preventie (niet secundair tenzij er al klachten aanwezig zijn)
Alle testen blijven uitvoeren, kunnen steeds andere zaken naar boven komen
Niet focussen op 1 beperking/oplossing
Aanpasbare intrinsieke risicofactoren screenen
Biomechanica = manier van uitvoeren
Schouder:
- Abductie: als je tot 90° kan, geen probleem
- Adductie: tegen lichaam is oke
- Anteflexie: actieve beweging vragen, armen naast je oren brengen met gestrekte armen
Capsulaire beperking aan compressiezijde
Spierlengte beperking aan rekzijde
- Functionele rotatie testen: T3 en T7 aanduiden en rechterarm achter je rug brengen met duim op wervelzuil
Exorotatie T3 rechts en links
Endorotatie T5 rechts en T4 links
- Retroflexie : gestrekte armen naar achter brengen
➔ Meeste beperkingen in rotaties en anteflexie
➔ Endorotatie: normaal dat scapula komt kijken
➔ Opvallend verschil is nodig om interventie op te starten
Krachttesten:
- Anteflexie: front raises
Spieren: m. deltoideus voorste vezels, m. biceps brachii, m. pectoralis major en m. coracobrachialis
Krachtuithouding meten
Standaardiseer testen: handen naar binnen of naar boven
Pijn = einde test
Meer dan 25HH: lange rust nemen en zwaarder gewicht proberen
Full range of motion
- Abductie: lateral raises
Stopt op 90°
Spieren: m. deltoideus voorste vezels, m. biceps brachii, m. pectoralis major en m. coracobrachialis
- Exorotatie: schouder in 90°, elleboog in 90° en gewicht naar boven brengen of in T-vorm afhangend
Back flye of reverse flye
Spieren: m. teres minor, m. supraspinatus, m. infraspinatus…
Opletten met rekkers, want die zijn al uitgerokken
- Retractie scapulothoracaal
- Retroflexie glenohumeraal
3