Bevat samenvatting van:
Porter “What is strategy?”
Ghemawhat “Chapter 1: The origins of strategy”
Koller “Chapter 3: Fundamental principles of value creation”
Koller “Chapter 5: Frameworks for valuation”
Baghai “The granularity of growth”
Koller “Chapter 5: Frameworks for valuation”
Baghai “The granularity of growth”
Koller “What is value-based management?”
McGahan “How industries change”
Prahalad “Core competence corporation”
Chan “Value innovation”
Porter “From competitive advantage to corporate strategy”
Collis “Creating corporate advantage”
Door de samenvatting begrijp je de slides veel beter.
,Tekst 1: Porter “What is strategy?”
Concurrenten kunnen snel marktposities kopiëren, maar het concurrentievoordeel is maar
tijdelijk. -> ze leiden meer en meer bedrijven op het pad van wederzijdse schadelijke
competitie.
Hypercompetition = het falen in operationele effectiviteit en strategie te onderscheiden.
De basis van een concurrentievoordeel/nadeel zijn activiteiten.
• Operationele effectiviteit = gelijkaardige activiteiten beter uitvoeren dan concurrenten
-> input beter gebruiken
-> verschillen/verbeteringen zijn belangrijk voor winstgevendheid
• Strategie = activiteiten uitvoeren die verschillen van concurrenten, = gelijkaardige
activiteiten op een andere manier uitvoeren.
Maar enkel operationele effectiviteit is niet voldoende omdat:
- bedrijven sneller managementtechnieken en technologieën kunnen kopiëren.
- activiteiten algemener worden
Door technologie verschuift de productiegrens constant. Soms kunnen bedrijven zo hun uitvoer
verbeteren.
Strategie ontstaat uit 3 bronnen:
1. Keuze/variatie
-> gebaseerd op produceren van een subset producten.
2. Noden/behoeften
-> noden van een bepaalde groep vervullen
3. Toegang
-> segment klanten
-> vb. cinema in kleine steden -> daling kosten
Een concurrent kan zich herpositioneren door:
1. Zich matchen
2. Straddling
-> voordelen van succesvolle posities en eigen positie behouden
-> vergt nieuwe services, technologie
Een strategische positie is enkel duurzaam als er trade-offs zijn met andere posities.
Deze ontstaan wanneer activiteiten onverenigbaar zijn.
= meer van het ene ding, maakt het andere minder noodzakelijk
-> bieden bescherming tegen herpositioneerders en straddlers.
Trade-offs ontstaan voor drie reden, namelijk:
1. Tegenstrijdigheid met het imago
2. Ontstaan door activiteiten
-> verschillende posities vereisen verschillende skills, werknemers, ..
3. Beperkingen op interne coördinatie en controle
Valse trade-off tussen kost en kwaliteit komt voor wanneer er een overtollige moeite is.
-> verbeteringen zijn mogelijk wanneer een bedrijf ver voor de productiviteitsgrens begint.
Voordelen en duurzaamheid worden gedreven door:
- effectiviteit in individuele activiteiten te bereiken
- en door activiteiten te combineren.
Fit/samenhang is erg belangrijk in een concurrentievoordeel. Er bestaan 3 soorten:
1. Samenhang tussen elke activiteit en de algemene strategie bonussen aan werknemers geven om kosten
te besparen, advertenties beperken en vertrouwen op PR.
2. Activiteiten versterken samenwerken met een ander bedrijf → daling marketingkost
3. Optimalisatie -> snelle voorraad heraanvullen → daling kost
, Het succes van strategie hangt af van het doen van dingen, en de integratie tussen hun.
Het verlangen om te groeien heeft een effect op de strategie.
-> trade-offs lijken de groei te beperken (-> door bijvoorbeeld te kiezen voor een groep)
Sommige concurrenten kopiëren zo wanhopig, dat het leidt tot een fusie of een verkleining.
Veel bedrijven bezwijken aan de verleiding om “gemakkelijke” groei achterna te gaan, door
“hot” products/diensten te kiezen.
De core van leiderschap is strategie.
-> de positie bepalen, trade-offs, samenhangende activiteiten. Duidelijke communicatie!
Managers moeten operationele effectiviteit en strategie duidelijk onderscheiden.
• Operationele effectiviteit = gelijkaardige activiteiten beter uitvoeren dan concurrenten
= continue verbeteringen waar geen trade-offs zijn.
• Strategie = activiteiten uitvoeren die verschillen van concurrenten,
= gelijkaardige activiteiten op een andere manier uitvoeren.
= unieke positie bepalen en duidelijke trade-offs maken
Porter “What is strategy?”
Ghemawhat “Chapter 1: The origins of strategy”
Koller “Chapter 3: Fundamental principles of value creation”
Koller “Chapter 5: Frameworks for valuation”
Baghai “The granularity of growth”
Koller “Chapter 5: Frameworks for valuation”
Baghai “The granularity of growth”
Koller “What is value-based management?”
McGahan “How industries change”
Prahalad “Core competence corporation”
Chan “Value innovation”
Porter “From competitive advantage to corporate strategy”
Collis “Creating corporate advantage”
Door de samenvatting begrijp je de slides veel beter.
,Tekst 1: Porter “What is strategy?”
Concurrenten kunnen snel marktposities kopiëren, maar het concurrentievoordeel is maar
tijdelijk. -> ze leiden meer en meer bedrijven op het pad van wederzijdse schadelijke
competitie.
Hypercompetition = het falen in operationele effectiviteit en strategie te onderscheiden.
De basis van een concurrentievoordeel/nadeel zijn activiteiten.
• Operationele effectiviteit = gelijkaardige activiteiten beter uitvoeren dan concurrenten
-> input beter gebruiken
-> verschillen/verbeteringen zijn belangrijk voor winstgevendheid
• Strategie = activiteiten uitvoeren die verschillen van concurrenten, = gelijkaardige
activiteiten op een andere manier uitvoeren.
Maar enkel operationele effectiviteit is niet voldoende omdat:
- bedrijven sneller managementtechnieken en technologieën kunnen kopiëren.
- activiteiten algemener worden
Door technologie verschuift de productiegrens constant. Soms kunnen bedrijven zo hun uitvoer
verbeteren.
Strategie ontstaat uit 3 bronnen:
1. Keuze/variatie
-> gebaseerd op produceren van een subset producten.
2. Noden/behoeften
-> noden van een bepaalde groep vervullen
3. Toegang
-> segment klanten
-> vb. cinema in kleine steden -> daling kosten
Een concurrent kan zich herpositioneren door:
1. Zich matchen
2. Straddling
-> voordelen van succesvolle posities en eigen positie behouden
-> vergt nieuwe services, technologie
Een strategische positie is enkel duurzaam als er trade-offs zijn met andere posities.
Deze ontstaan wanneer activiteiten onverenigbaar zijn.
= meer van het ene ding, maakt het andere minder noodzakelijk
-> bieden bescherming tegen herpositioneerders en straddlers.
Trade-offs ontstaan voor drie reden, namelijk:
1. Tegenstrijdigheid met het imago
2. Ontstaan door activiteiten
-> verschillende posities vereisen verschillende skills, werknemers, ..
3. Beperkingen op interne coördinatie en controle
Valse trade-off tussen kost en kwaliteit komt voor wanneer er een overtollige moeite is.
-> verbeteringen zijn mogelijk wanneer een bedrijf ver voor de productiviteitsgrens begint.
Voordelen en duurzaamheid worden gedreven door:
- effectiviteit in individuele activiteiten te bereiken
- en door activiteiten te combineren.
Fit/samenhang is erg belangrijk in een concurrentievoordeel. Er bestaan 3 soorten:
1. Samenhang tussen elke activiteit en de algemene strategie bonussen aan werknemers geven om kosten
te besparen, advertenties beperken en vertrouwen op PR.
2. Activiteiten versterken samenwerken met een ander bedrijf → daling marketingkost
3. Optimalisatie -> snelle voorraad heraanvullen → daling kost
, Het succes van strategie hangt af van het doen van dingen, en de integratie tussen hun.
Het verlangen om te groeien heeft een effect op de strategie.
-> trade-offs lijken de groei te beperken (-> door bijvoorbeeld te kiezen voor een groep)
Sommige concurrenten kopiëren zo wanhopig, dat het leidt tot een fusie of een verkleining.
Veel bedrijven bezwijken aan de verleiding om “gemakkelijke” groei achterna te gaan, door
“hot” products/diensten te kiezen.
De core van leiderschap is strategie.
-> de positie bepalen, trade-offs, samenhangende activiteiten. Duidelijke communicatie!
Managers moeten operationele effectiviteit en strategie duidelijk onderscheiden.
• Operationele effectiviteit = gelijkaardige activiteiten beter uitvoeren dan concurrenten
= continue verbeteringen waar geen trade-offs zijn.
• Strategie = activiteiten uitvoeren die verschillen van concurrenten,
= gelijkaardige activiteiten op een andere manier uitvoeren.
= unieke positie bepalen en duidelijke trade-offs maken