100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting antropia 4 humane wetenschappen H2 sociologie/psychologie

Rating
-
Sold
-
Pages
5
Uploaded on
01-02-2025
Written in
2024/2025

Dit is een volledige samenvatting over het werkboek antropia 4 humane wetenschappen H2 interpersoonlijke communicatie

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Study
2e graad
Course
School year
4

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H2
Uploaded on
February 1, 2025
Number of pages
5
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Sociologie H2 Interpersoonlijke communicatie

1. Interpersoonlijke communicatie
1.1 Communicatiemodel

Communicatie  afgeleid van de Latijnse woorden
- Communicare = deelnamen aan
- Communis = gemeenschappelijk
 beide gevallen meerdere mensen betrokken

o Interpersoonlijke communicatie = communicatie tussen verschillende mensen
o Het interpersoonlijke communicatieproces  kan in schema of model worden
gegoten




1. Zender  boodschap in bepaalde code zetten
2. Ontvanger de code/boodschap van de zender interpreteren  ontvanger kan enkel
de juiste betekenis geven aan de boodschap als hij over dezelfde code als de zender
beschikt
 transmissie: proces waarbij een boodschap naar de ontvanger wordt overgebracht

Elke communicatie tussen 2 of meerder personen wordt beïnvloed door de context
waarbinnen de communicatie zich voordoet
Kan via … zijn:
- Sociale aard
- Materiele aard
- Historische aard
Bv. Leerkrachten en leerlingen communiceren op een andere manier dan een eeuw geleden.

1.2 Ruis
In een communicatieproces kan elk moment ruis optreden
Ruis = iets wat de communicatie verstoord

Oorsprong ruis:

1. Fysieke ruis:
 omvat alle signalen van buitenaf die het spreken, luisteren of kijken bemoeilijken
Bv. Luide muziek kan een gesprek verstoren, waardoor de boodschap fout overkomt,
een zonnebril, want de ogen zijn niet zichtbaar
2. Fysiologische ruis:
 elke lichamelijke beperking bij de zender of ontvanger die het communiceren
moeilijker maakt.
Bv. Iemand met gehoor- of gezichtsproblemen zal een boodschap die voor hem
bedoelt is minder goed opvangen of verwerken

, 3. Psychologische ruis:
 omvat alle vooroordelen en stereotiepe opvattingen die de communicatie
belemmeren.
Bv. Als je denkt dat je gesprekspartner dom of leugenachtig is, komen de
boodschappen snel anders of verkeerd om.
4. Semantische ruis:
 ontstaat als de betrokkene partijen verschillende codes hanteren
Bv. een andere taal of een specifiek jargon, ook wanneer analfabeten geconfronteerd
worden met een tekst, of als een leerkracht een moeilijke vaktaal gebruikt, zal
sommige leerlingen de boodschap ontgaan.


1.3 Soorten communicatie
- Verbale communicatie: via woorden (ook gebarentaal)
- Non-verbale communicatie : zonder woorden (gezichtsuitdrukkingen,
lichaamshouding, kleding, tekens OOK blozen en zweten)
- Subverbale communicatie: ondersteunt wat je zegt (stemkleur)

Verbale en non-verbale communicatie kan worden gecombineerd met de elementen:
- Vocaal/auditief = stem/horen
- Non-vociaal/visueel (zonder stem/zien)  gebarentaal

1.4 Binnen-, buiten- en overkant van communicatie
- Binnenkant: wat er in je omgaat (gedachten, meningen, opvattingen en gevoelens),
ook de intentie van je gedrag bevindt zich in de binnenkant
 interpersoonlijke communicatie  niet rechtstreeks waarneembaar voor de
gesprekspartner
- Buitenkant: wat de ander kan waarnemen (houding, intonatie, gezichtsuitdrukkingen
en uitspraken)  ook niets doen wordt als de buitenkant van communicatie
beschouwt
- Overkant: je gesprekspartner die beïnvloed wordt door jouw buitenkant, ookal ziet
hij je binnenkant niet. Wat je buitenkant bij je gesprekspartner teweegbrengt, heet
het effect  niet bepaald door je bedoelingen, maar door je gedrag

1.5 Spiegelgedrag:
= een specifieke vorm van communicatie
 gedrag van anderen spiegelen of imiteren
We kunnen niet alleen houdingen of bewegingen imiteren, maar ook het spreektempo, de
intonatie en zelfs de woordkeuze
Spiegelgedrag:
 vaak spontaan en onbewust (elkaars wandeltempo overnemen, pas een hap nemen als
een andere dat doet)
 kan ook bewust gebeuren (interessanter om mensen te spiegelen)

Basis van ons spiegelgedrag  spiegelneuronen  specifieke zenuwcellen in onze hersenen
die imiteren wat je bij de ander waarneemt (gevoelens en de beweging van de ander wordt
letterlijk gespiegeld) )  basis voor het inlevingsvermogen = empathie
CA$11.04
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lioknaepen
3.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
lioknaepen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
10 months
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
2 weeks ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions