Examenvoorbeeldvragen deel 2, lesreeks 3
1) Benoem de 5 krachtlijnen van sociaal werk.
2) Beschrijf elke krachtlijn.
3) Politiserend werken verwijst naar wat?
4) Beschrijf de twee functies van mensennrechten in eigen woorden.
5) Wat betekent de waarborgfunctie, illustreer met een voorbeeld.
6) De waarborgfunctie (of toegang tot rechten) geeft te maken met onderbescherming.
Benoem de twee vormen van onderbescherming.
7) Waarom is onderbescherming een probleem?
8) Geef een voorbeeld van hoe we in sociaal werk onderbescherming trachten tegen te gaan?
9) Geef de drie verklaringen van onderbescherming en illustreer elke verklaring met een
voorbeeld.
10) Welke individuele factoren verklaring onderbescherming?
11) Via welk kader kunnen we onderbescherming op organisatieniveau tegen gaan? Geef van
elke B een voorbeeld.
12) Wat betekent het collectiviseren van maatschappelijke problemen? Illustreer me een
voorbeeld.
13) Waarom is het werken aan politisering niet zo eenvoudig?
14) Wat bedoelen we met tegenspraak organiseren? Bij welke functie van mensenrechten hoort
dit?
15) Waarom moeten we werken aan beleidsbeïnvloeding?
16) Generalistisch werken gebeurt op drie niveau’s. Welke?
17) Beschrijf op elke niveau minstens kenmerken.
18) Wat is verbinden werken?
19) Op welke niveaus werken sociaal werkers verbindend? Illustreer elk niveau met een passend
voorbeeld.
20) Wat houdt verbindend werken met maatschappelijke instituties in?
21) Wat is een proceslogica?
22) Wat is kenmerkend voor veel sociaal werk op vlak van proces?
23) Welke kenmerken staan centraal in een proceslogica?
24) Wat verstaan we onder de experimenteerfunctie van sociaal werk?
25) Wat betekent nabijheid?
26) Nabijheid heeft twee betekenissen. Welke en leg uit?
27) Nabijheid staat onder druk. Benoem minstens twee oorzaken.
Mensenrechten lezen
Onderbescherming
Collectiviseren voorbeeld
1) Benoem de 5 krachtlijnen van sociaal werk.
2) Beschrijf elke krachtlijn.
3) Politiserend werken verwijst naar wat?
4) Beschrijf de twee functies van mensennrechten in eigen woorden.
5) Wat betekent de waarborgfunctie, illustreer met een voorbeeld.
6) De waarborgfunctie (of toegang tot rechten) geeft te maken met onderbescherming.
Benoem de twee vormen van onderbescherming.
7) Waarom is onderbescherming een probleem?
8) Geef een voorbeeld van hoe we in sociaal werk onderbescherming trachten tegen te gaan?
9) Geef de drie verklaringen van onderbescherming en illustreer elke verklaring met een
voorbeeld.
10) Welke individuele factoren verklaring onderbescherming?
11) Via welk kader kunnen we onderbescherming op organisatieniveau tegen gaan? Geef van
elke B een voorbeeld.
12) Wat betekent het collectiviseren van maatschappelijke problemen? Illustreer me een
voorbeeld.
13) Waarom is het werken aan politisering niet zo eenvoudig?
14) Wat bedoelen we met tegenspraak organiseren? Bij welke functie van mensenrechten hoort
dit?
15) Waarom moeten we werken aan beleidsbeïnvloeding?
16) Generalistisch werken gebeurt op drie niveau’s. Welke?
17) Beschrijf op elke niveau minstens kenmerken.
18) Wat is verbinden werken?
19) Op welke niveaus werken sociaal werkers verbindend? Illustreer elk niveau met een passend
voorbeeld.
20) Wat houdt verbindend werken met maatschappelijke instituties in?
21) Wat is een proceslogica?
22) Wat is kenmerkend voor veel sociaal werk op vlak van proces?
23) Welke kenmerken staan centraal in een proceslogica?
24) Wat verstaan we onder de experimenteerfunctie van sociaal werk?
25) Wat betekent nabijheid?
26) Nabijheid heeft twee betekenissen. Welke en leg uit?
27) Nabijheid staat onder druk. Benoem minstens twee oorzaken.
Mensenrechten lezen
Onderbescherming
Collectiviseren voorbeeld