Bewegingsanalyse
GANGCYCLUS
WANDELEN/ STAPPEN
= verplaatsen van punt a naar punt b
- Door samenspel van gewrichten, spieren, aansturing van het zenuwstelsel
- Aanpassen aan obstakels: trappen, drempels, verschillende ondergronden
→ Streven naar een optimaal energiebehoud
Ons zo efficiënt van punt a naar b verplaatsen waarbij we zo weinig mogelijk energie verbruiken
- Hoe meer energie, hoe lastiger, hoe minder lang volhouden → hoger risico op letsels
BEWEGINGSANALYSE
Normaal stappatroon = moeilijk te definiëren
- Kijken naar standaardwaarden + bepalen of er afwijkingen zijn
- Beschrijvend kijken naar de afwijkingen
Antalglisch stappatroon = stappatroon beïnvloed door pijn
Pathologisch stappatroon = blessure, letsel
GANGCYCLUS
= repetitieve opeenvolging van bewegingen → stappen, lopen & fietsen
- Verplaatsing van het lichaam
- Behoud van stabiliteit (aangeleerd of ondersteuning nodig)
- Samenspel van ROM van gewrichten (2 multi-segmentale onderste ledematen vs lichaamsgewicht) &
spieractiviteit (timing en intensiteit)
Multi-segmentaal = verschillende gewrichten → voet, enkel, knie, heup, pelvis, lagerug → romp rust op pelvis
→ mee verplaatsen van a naar b
Bewegen door spieractiviteit → wanneer contractie & welke intensiteit van contractie
Verplaatsing = min. 1 lidmaat maakt contact + ander lidmaat verplaatst zich naar volgend contact → afwisseling
tussen beide ledematen
- Bipodaal naar unipodaal = afwisseling tussen links en rechts
- Overdracht lichaamsgewicht van ene naar andere kant → bipodaal contact
Initieel grondcontact = startpunt
- Hielcontact → stappen
- Voorvoet contact → lopen
- Hiel- en voorvoet contact→ lopen
GANGCYCLUS IN VERSCHILLENDE FASES
a) Standsfase = 60%
= voorvoet maakt contact met de grond
Start: initeel contact
,Bewegingsanalyse
Initial double limb stance: begin + beide voeten maken contact met de grond = 10%
- Start: na initieel contact
- Geen gelijke verdeling li – re
- Lichaamsgewicht meer op het ene been dan het ander been
Single limb stance: 1 voet maakt contact = 40%
- Start: contralaterale voet verlaat grond voor
zwaaifase = wit been
- Volledig lichaamsgewicht op belaste lidmaat
Terminal double limb stance: einde + beide voeten maken
contact met de grond = 10%
- Start: contralteraal initeel contact = wit been
- Einde: homolaterale voet verlaat grond voor zwaaifase = zwart been
- Geen gelijke verdeling li – re
- Verschillende verhouding dan inital double limb stance
Duur standsfase
- Afhankelijk van de stapsnelheid
- Omgekeerd evenredig met stapsnelheid = hoger snelheid → korte duur standsfase &
zwaaifase
b) Zwaaifase = 40%
= voet maakt geen contact met de grond → beweegt vrij in de lucht
Start: toe-off (tenen van de grond
High speed camera = camera’s die filmen aan hoog aantal fraims/sec → 100 verschillende beelde/ sec.
kunnen bekijken → Meer details kunnen zien
TIJD- EN RUIMTE VARIABELEN
Schrede = interval tussen 2 opeenvolgende initial contacts → volledige gangcyclus
gebaseerd op 1 onderste lidmaat
Stap = interval tussen initial contact homolateraal & heterolateraal
Lengte van een stap is afhankelijk van lichaamslengte
Staplengte/ schredelengte = afstand die overbrugt wordt
Snelheid = staplengte x stapfrequentie (= hoeveel stappen)
- Km/h OF m/sec
Cadans/ ritme = aantal stappen/ tijdseenheid → stappen/min
- Verschillende volgens de snelheid
Geometrische symmetrie =vergelijking linker & rechter staplengte
- Staplengte gelijk = symmetriefactor 1 → zelden er is altijd een verschil
Gangbasis = afstand tussen midden van beide calcaneï tijdens double stands
- Lineair afstand meten
- Gemiddeld 7,5cm = vuist
,Bewegingsanalyse
Ganghoek/ toe-out hoek = 7°
- Progressielijn = horizontale lijn → toont staprichting aan
- Anatomische voet-as = variabele lijn → midden calcaneï naar CM 2-3
- Verschil tussen links en rechts
FASEN VAN DE GANGCYCLUS
= correlatie tussen de simultane acties van de verschillende gewrichten ten opzichte van bewegingspatroon
van het volledige OL
- Correlatie = samenwerking tussen verschillende gewrichten
- Simultane = op hetzelfde moment → actie – reactie
→ Samenwerking op hetzelfde moment die varieert
Iedere schrede = samenwerking van het lichaam tussen belaste OL in standsfase & onbelaste OL in zwaaifase
- Dubbel onbelast = lopen
Kijken naar bewegingspatronen thv
- Voet: talocruraal gewricht (enkel), subtalair gewricht (achtervoet)
- Knie
- Heup
→ Ieder bewegingspatroon heeft een eigen functionele taak + onderverdeelt in fases
1. Initial contact = 0 – 2%
= voet raakt juist de ondergrond → moment
- Grijs = initial contact Wit = begin pre-swing
- Heup geflecteerd
- Knie inextensie
- Enkel in dorsieflexie tot neutraal (90°)
→ Hielcontact = heelrocker
2. Loading response = 2 – 12%
= initial double stands periode → beide voeten maken contact
Begin: net na initieel grondcontact
Einde: contralaterale voet (wit) komt los van de grond voor zwaaifase
- Lichaamsgewicht naar voorste OL (grijs)
- Knie geflecteerd voor schockabsorptie
- Enkel inplantairflexie + heelrocker hele faseaanwezig
3. Midstance = 12 – 32%
Begin: contralaterale voet is los van de grond
Einde: lichaamsgewicht boven de voorvoet
- OL (grijs) gaat over gefixeerde voet → tibia gaat van posterieur naar anterieur
- Kleinere hoek tussen tibia en voet = dorsieflexie → enkel rocker
- Heup extensie van geflecteerde positie naar een mindere geflecteerde positie
- Contralaterale voet (wit) in mid-swing
→ 1ste helft single limb support
, Bewegingsanalyse
4. Terminal stance = 31 – 50%
Begin: hiellift
Einde: contralaterale voet landt op de grond
- Lichaamsgewicht verplaatst zich naar de voorvoet
- Hiellift + voorste OL gaat over voorvoet → voorvoet rocker
- Knie vervolledigt extensie → daarna begin flexie
- Grotere heupextensie
- Contralaterale voet (wit) in terminal swing
→ 2de helft single limb support
5. Pre – swing = 50 – 62%
= second/ terminal double stance
Begin: initieel contact contralaterale voet (wit)
Einde: toe – off (grijs)
- Toegenomen plantair flexie enkel, flexie knie en verminderde heup extensie
- Contralaterale voet (wit) in loading respons
6. Initial swing = 62 – 75%
= 1/3 van de zwaaifase
Begin: voet komt los van de grond → toe-off
Einde: onbelast been (grijs) is naast belast been (wit)
- Verhoogde knieflexie → voet vangrond heffen
- Heup flexie duwt OL vooruit
- Contralaterale voet (wit) in early midstance
7. Mid swing = 75 – 87%
Begin: onbelast been (grijs) is naast belast been (wit)
Einde: onbelast been is voor belast been + tibia is verticaal
- Verder zetten heupflexie → OL bevind zich voor het lichaamszwaafrtepunt
- Extensie knie
- Enkel verder in dorsieflexie tot neutraal
- Contralaterale voet (wit) in late midstance
8. Terminal swing = 87 – 100%
Begin: verticale positie tibia
Einde: voet raakt de grond → initieel contact
- Tibia positioneer zich verder dan femur → einde limb advancement (naar voor slingeren)
- Knie extensie
- Heup zakt licht tot 20° flexie
- Enkel blijft indorsieflexie tot neutraal
- Contralaterale voet (wit) in terminal stance
GANGCYCLUS
WANDELEN/ STAPPEN
= verplaatsen van punt a naar punt b
- Door samenspel van gewrichten, spieren, aansturing van het zenuwstelsel
- Aanpassen aan obstakels: trappen, drempels, verschillende ondergronden
→ Streven naar een optimaal energiebehoud
Ons zo efficiënt van punt a naar b verplaatsen waarbij we zo weinig mogelijk energie verbruiken
- Hoe meer energie, hoe lastiger, hoe minder lang volhouden → hoger risico op letsels
BEWEGINGSANALYSE
Normaal stappatroon = moeilijk te definiëren
- Kijken naar standaardwaarden + bepalen of er afwijkingen zijn
- Beschrijvend kijken naar de afwijkingen
Antalglisch stappatroon = stappatroon beïnvloed door pijn
Pathologisch stappatroon = blessure, letsel
GANGCYCLUS
= repetitieve opeenvolging van bewegingen → stappen, lopen & fietsen
- Verplaatsing van het lichaam
- Behoud van stabiliteit (aangeleerd of ondersteuning nodig)
- Samenspel van ROM van gewrichten (2 multi-segmentale onderste ledematen vs lichaamsgewicht) &
spieractiviteit (timing en intensiteit)
Multi-segmentaal = verschillende gewrichten → voet, enkel, knie, heup, pelvis, lagerug → romp rust op pelvis
→ mee verplaatsen van a naar b
Bewegen door spieractiviteit → wanneer contractie & welke intensiteit van contractie
Verplaatsing = min. 1 lidmaat maakt contact + ander lidmaat verplaatst zich naar volgend contact → afwisseling
tussen beide ledematen
- Bipodaal naar unipodaal = afwisseling tussen links en rechts
- Overdracht lichaamsgewicht van ene naar andere kant → bipodaal contact
Initieel grondcontact = startpunt
- Hielcontact → stappen
- Voorvoet contact → lopen
- Hiel- en voorvoet contact→ lopen
GANGCYCLUS IN VERSCHILLENDE FASES
a) Standsfase = 60%
= voorvoet maakt contact met de grond
Start: initeel contact
,Bewegingsanalyse
Initial double limb stance: begin + beide voeten maken contact met de grond = 10%
- Start: na initieel contact
- Geen gelijke verdeling li – re
- Lichaamsgewicht meer op het ene been dan het ander been
Single limb stance: 1 voet maakt contact = 40%
- Start: contralaterale voet verlaat grond voor
zwaaifase = wit been
- Volledig lichaamsgewicht op belaste lidmaat
Terminal double limb stance: einde + beide voeten maken
contact met de grond = 10%
- Start: contralteraal initeel contact = wit been
- Einde: homolaterale voet verlaat grond voor zwaaifase = zwart been
- Geen gelijke verdeling li – re
- Verschillende verhouding dan inital double limb stance
Duur standsfase
- Afhankelijk van de stapsnelheid
- Omgekeerd evenredig met stapsnelheid = hoger snelheid → korte duur standsfase &
zwaaifase
b) Zwaaifase = 40%
= voet maakt geen contact met de grond → beweegt vrij in de lucht
Start: toe-off (tenen van de grond
High speed camera = camera’s die filmen aan hoog aantal fraims/sec → 100 verschillende beelde/ sec.
kunnen bekijken → Meer details kunnen zien
TIJD- EN RUIMTE VARIABELEN
Schrede = interval tussen 2 opeenvolgende initial contacts → volledige gangcyclus
gebaseerd op 1 onderste lidmaat
Stap = interval tussen initial contact homolateraal & heterolateraal
Lengte van een stap is afhankelijk van lichaamslengte
Staplengte/ schredelengte = afstand die overbrugt wordt
Snelheid = staplengte x stapfrequentie (= hoeveel stappen)
- Km/h OF m/sec
Cadans/ ritme = aantal stappen/ tijdseenheid → stappen/min
- Verschillende volgens de snelheid
Geometrische symmetrie =vergelijking linker & rechter staplengte
- Staplengte gelijk = symmetriefactor 1 → zelden er is altijd een verschil
Gangbasis = afstand tussen midden van beide calcaneï tijdens double stands
- Lineair afstand meten
- Gemiddeld 7,5cm = vuist
,Bewegingsanalyse
Ganghoek/ toe-out hoek = 7°
- Progressielijn = horizontale lijn → toont staprichting aan
- Anatomische voet-as = variabele lijn → midden calcaneï naar CM 2-3
- Verschil tussen links en rechts
FASEN VAN DE GANGCYCLUS
= correlatie tussen de simultane acties van de verschillende gewrichten ten opzichte van bewegingspatroon
van het volledige OL
- Correlatie = samenwerking tussen verschillende gewrichten
- Simultane = op hetzelfde moment → actie – reactie
→ Samenwerking op hetzelfde moment die varieert
Iedere schrede = samenwerking van het lichaam tussen belaste OL in standsfase & onbelaste OL in zwaaifase
- Dubbel onbelast = lopen
Kijken naar bewegingspatronen thv
- Voet: talocruraal gewricht (enkel), subtalair gewricht (achtervoet)
- Knie
- Heup
→ Ieder bewegingspatroon heeft een eigen functionele taak + onderverdeelt in fases
1. Initial contact = 0 – 2%
= voet raakt juist de ondergrond → moment
- Grijs = initial contact Wit = begin pre-swing
- Heup geflecteerd
- Knie inextensie
- Enkel in dorsieflexie tot neutraal (90°)
→ Hielcontact = heelrocker
2. Loading response = 2 – 12%
= initial double stands periode → beide voeten maken contact
Begin: net na initieel grondcontact
Einde: contralaterale voet (wit) komt los van de grond voor zwaaifase
- Lichaamsgewicht naar voorste OL (grijs)
- Knie geflecteerd voor schockabsorptie
- Enkel inplantairflexie + heelrocker hele faseaanwezig
3. Midstance = 12 – 32%
Begin: contralaterale voet is los van de grond
Einde: lichaamsgewicht boven de voorvoet
- OL (grijs) gaat over gefixeerde voet → tibia gaat van posterieur naar anterieur
- Kleinere hoek tussen tibia en voet = dorsieflexie → enkel rocker
- Heup extensie van geflecteerde positie naar een mindere geflecteerde positie
- Contralaterale voet (wit) in mid-swing
→ 1ste helft single limb support
, Bewegingsanalyse
4. Terminal stance = 31 – 50%
Begin: hiellift
Einde: contralaterale voet landt op de grond
- Lichaamsgewicht verplaatst zich naar de voorvoet
- Hiellift + voorste OL gaat over voorvoet → voorvoet rocker
- Knie vervolledigt extensie → daarna begin flexie
- Grotere heupextensie
- Contralaterale voet (wit) in terminal swing
→ 2de helft single limb support
5. Pre – swing = 50 – 62%
= second/ terminal double stance
Begin: initieel contact contralaterale voet (wit)
Einde: toe – off (grijs)
- Toegenomen plantair flexie enkel, flexie knie en verminderde heup extensie
- Contralaterale voet (wit) in loading respons
6. Initial swing = 62 – 75%
= 1/3 van de zwaaifase
Begin: voet komt los van de grond → toe-off
Einde: onbelast been (grijs) is naast belast been (wit)
- Verhoogde knieflexie → voet vangrond heffen
- Heup flexie duwt OL vooruit
- Contralaterale voet (wit) in early midstance
7. Mid swing = 75 – 87%
Begin: onbelast been (grijs) is naast belast been (wit)
Einde: onbelast been is voor belast been + tibia is verticaal
- Verder zetten heupflexie → OL bevind zich voor het lichaamszwaafrtepunt
- Extensie knie
- Enkel verder in dorsieflexie tot neutraal
- Contralaterale voet (wit) in late midstance
8. Terminal swing = 87 – 100%
Begin: verticale positie tibia
Einde: voet raakt de grond → initieel contact
- Tibia positioneer zich verder dan femur → einde limb advancement (naar voor slingeren)
- Knie extensie
- Heup zakt licht tot 20° flexie
- Enkel blijft indorsieflexie tot neutraal
- Contralaterale voet (wit) in terminal stance