Lymfevatensysteem (LP5) (=Systema lymphoideum)
= geheel van organen, vaten en weefsels in het lichaam van gewervelde dieren waarin zich voornamelijk
lymfe en lymfocyten bevinden en getransporteerd worden.
Eerder transportsysteem ipv circulatie systeem
=> belangrijkste fct: Het terugbrengen van weefselvocht naar het cardiovasculair systeem
W nt spontaan gevuld, is soort v blinde start
Lymfevaten: transport
Organen:
o zuivering lymfevocht
o opname vetten, eiwitten
o immunologische response
1. Lymfevocht
Chylus
Samenstelling
90% water
Eiwitten: die te groot zijn om
opgenomen t w in capillairen
Rode bloedcellen (erytrocyten):
verlaten bloedbanen
Witte bloedcellen (leukocyten)
o Lymfocyten (bv. T-cellen: staan in
vr afweer)
Mineralen
Vetten
Debris = dode cellen
Soms: bacteriën, virussen en
kankercellen
2. Lymfetransport
Volgens bepaalde vaatstructuren:
Lymfecapillairen: liggen in capillaire bed, veneuze &
arteriële capillairen
Precollectoren & Collectoren
Lymfeknopen: tss precollectoren & collectoren
Lymfestammen
Lymfecapillairen
= Initiële lymfevaten
Absorbeert het teveel aan interstitieel vocht +
vormt zo begin vh lymfevatenstelsel
Vingervormige vaatstructuren
Blind einde = blind begin
Geen kleppen
Wand = 1 laag endotheelcellen met daartussen:
Loose junctions (klappoortjes)
=> kunnen opengaan => grote moleculen kunnen heen mr nt terug
=> vloeistoffen zoals water kunnen zich vrij bewegen
, Precollectoren en collectoren
Bijna gelijke opbouw
Precollectoren
Lymfe draineert in deze richting
Resorptie?
Transport lymfevocht naar collectoren
Kronkelig verloop
Meerlagige wand met kleppen
o Endotheellaag (tunica intima): dicht
op elkaar, minder
vloeistofuitwisseling
=> met erin: enkele uitstulpingen/
kleppen => transport lymfe mogelijk
maken in 1 vat
o Gladde spiercellen (tunica media)
o Bindweefsel (tunica adventitia)
Collectoren
Lymfe gekregen v precollectoren
Parallel met venen
o Eén vene = één of meer lymfecollector(en)
Collectorwand = bijna identiek aan precollectorwand
Functie = transport!!
Precollectoren geven af aan collectoren + per vene = 1 of meerdere collectoren aanwezig, vaak paralleel
met veneuze stelsel
NIET omgekeerd: 1 collector loopt nr parallel met 1 venae, maar 1 venae loopt altijd parallel met meerdere
collectoren
Lymfeknoop
Vocht komt hier terecht voor het nr grote lymfestammen gaat
Lymfevocht zuiveren
Geen klier!!
Boonvormig
<1cm
Capsule: zorgt voor duidelijke
scheiding => gn diffusie tss
gezuiverd lymfevocht &
omliggend weefsel
Over het gehele lichaam: vaak
geconcentreerd op bepaalde
regios
Convexe deel (blauw)
o Toevoer ongezuiverd lymfe
Concave deel (hilus) (roos)
o Afvoer van lymfeknoop weg
o Richting lymfestammen
Zuiveren lymfe
o Stroomvertraging: bij
toekomen vocht in lymfeknoop, door typische bouw ( structuur nieren)
o Trabeculae en merg
= geheel van organen, vaten en weefsels in het lichaam van gewervelde dieren waarin zich voornamelijk
lymfe en lymfocyten bevinden en getransporteerd worden.
Eerder transportsysteem ipv circulatie systeem
=> belangrijkste fct: Het terugbrengen van weefselvocht naar het cardiovasculair systeem
W nt spontaan gevuld, is soort v blinde start
Lymfevaten: transport
Organen:
o zuivering lymfevocht
o opname vetten, eiwitten
o immunologische response
1. Lymfevocht
Chylus
Samenstelling
90% water
Eiwitten: die te groot zijn om
opgenomen t w in capillairen
Rode bloedcellen (erytrocyten):
verlaten bloedbanen
Witte bloedcellen (leukocyten)
o Lymfocyten (bv. T-cellen: staan in
vr afweer)
Mineralen
Vetten
Debris = dode cellen
Soms: bacteriën, virussen en
kankercellen
2. Lymfetransport
Volgens bepaalde vaatstructuren:
Lymfecapillairen: liggen in capillaire bed, veneuze &
arteriële capillairen
Precollectoren & Collectoren
Lymfeknopen: tss precollectoren & collectoren
Lymfestammen
Lymfecapillairen
= Initiële lymfevaten
Absorbeert het teveel aan interstitieel vocht +
vormt zo begin vh lymfevatenstelsel
Vingervormige vaatstructuren
Blind einde = blind begin
Geen kleppen
Wand = 1 laag endotheelcellen met daartussen:
Loose junctions (klappoortjes)
=> kunnen opengaan => grote moleculen kunnen heen mr nt terug
=> vloeistoffen zoals water kunnen zich vrij bewegen
, Precollectoren en collectoren
Bijna gelijke opbouw
Precollectoren
Lymfe draineert in deze richting
Resorptie?
Transport lymfevocht naar collectoren
Kronkelig verloop
Meerlagige wand met kleppen
o Endotheellaag (tunica intima): dicht
op elkaar, minder
vloeistofuitwisseling
=> met erin: enkele uitstulpingen/
kleppen => transport lymfe mogelijk
maken in 1 vat
o Gladde spiercellen (tunica media)
o Bindweefsel (tunica adventitia)
Collectoren
Lymfe gekregen v precollectoren
Parallel met venen
o Eén vene = één of meer lymfecollector(en)
Collectorwand = bijna identiek aan precollectorwand
Functie = transport!!
Precollectoren geven af aan collectoren + per vene = 1 of meerdere collectoren aanwezig, vaak paralleel
met veneuze stelsel
NIET omgekeerd: 1 collector loopt nr parallel met 1 venae, maar 1 venae loopt altijd parallel met meerdere
collectoren
Lymfeknoop
Vocht komt hier terecht voor het nr grote lymfestammen gaat
Lymfevocht zuiveren
Geen klier!!
Boonvormig
<1cm
Capsule: zorgt voor duidelijke
scheiding => gn diffusie tss
gezuiverd lymfevocht &
omliggend weefsel
Over het gehele lichaam: vaak
geconcentreerd op bepaalde
regios
Convexe deel (blauw)
o Toevoer ongezuiverd lymfe
Concave deel (hilus) (roos)
o Afvoer van lymfeknoop weg
o Richting lymfestammen
Zuiveren lymfe
o Stroomvertraging: bij
toekomen vocht in lymfeknoop, door typische bouw ( structuur nieren)
o Trabeculae en merg