“De Tijd van Regenten en
Vorsten”
Algemene informatie over het Tijdvak:
De tijd van Regenten en Vorsten duurt van 1600 tot 1700. Nederland wordt in die
tijd bestuurd door een groep regenten, hier komt de naam van het tijdvak ook
vandaan. In andere Europese landen breidden vorsten hun macht sterk uit. Een
goed voorbeeld is Frankrijk waar Lodewijk XIV de absolute macht grijpt. In
Nederland wordt dit tijdvak gezien als de “Gouden Eeuw”. Het was een
bloeiperiode van de Nederlandse economie, cultuur en vooral handel. Een ander
belangrijk onderwerp van dit hoofdstuk is de wetenschappelijke revolutie die in
deze tijd in Europa plaatsvind. Ook hierin speelt Nederland een grote rol met
wetenschappers als Antoni van Leeuwenhoek en Christiaan Huygens.
Paragraaf 1. – Een Wereldeconomie
Kenmerkend aspect paragraaf: “Wereldwijde
handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van
een wereldeconomie.”
In 1594 vertrokken de eerste Nederlandse handelsschepen richting “Indië” zoals
Oost-Azië werd genoemd, om daar te gaan handelen in specerijen. Het was een
gevaarlijke reis want alleen de Portugezen en Spanjaarden bezaten de goede
vaarroutes. De expeditie verliep dramatisch en minder dan de helft van de
schepen kwam 2,5 jaar later weer veilig aan in Amsterdam. Maar de Nederlandse
kooplieden dachten hier niet aan, het was hun gelukt een eigen winstgevende
vaarroute naar Indië te creëren.
Na dit succes ontstonden in Nederland veel kleine handelsondernemingen, die
elk schepen stuurde naar Indië om specerijen te halen. Het doel was om hierop
zoveel mogelijk wist te maken. Hierdoor ontstond een grote onderlinge
concurrentiestrijd en dat had weer negatieve invloed op de prijs. Om hier een
einde aan te maken werd in 1602 door de Staten-Generaal de Verenigde Oost-
Indische Compagnie opgericht. De VOC kreeg direct een aantal bevoegdheden
die zeer bijzonder waren voor ondernemingen in die tijd. Zo kreeg het:
Het Monopolie op de gehele handel in Azië, geen ander Nederlands bedrijf
mocht er handel drijven.
Het recht om oorlog te voeren in Azië.
Het recht om aandelen uit te geven.
, Het recht om forten te bouwen en munten te slaan.
De VOC was een goed voorbeeld van handelskapitalisme, de winst die werd
gemaakt in handel en nijverheid werd voor een deel weer terug geïnvesteerd in
het bedrijf. Hierdoor kon het bedrijf blijven groeien en werd er steeds meer winst
gemaakt. Het bestuur van de VOC bestond uit 17 kooplieden in Nederland en 1
gouverneur-generaal in Indië. De gouverneur-generaal had veel macht en was
de hoogste baas in Indië.
De VOC breide zich snel uit, in 1605 werd het eiland Ambon veroverd op de
Portugezen. Hierdoor konden de Molukken alleen nog maar specerijen aan de
VOC verkopen. In 1619 bouwde de VOC een hoofdkwartier op het eiland Java, de
stad kreeg als snel de naam Batavia en was het middelpunt van de handel in
Azië. Op de kusten van veel Aziatische eilanden werden forten en handelsposten
gebouwd, zo kon de VOC nog meer handel bedrijven. Eilanden als Ceylon en Java
werden volledig door de VOC bestuurd. De belangrijkste producten die de VOC
naar Europa bracht waren specerijen, kaneel, textiel, indigo, suiker en koffie.
Doordat de Nederlanders overal handelscontacten hadden werden vele gebieden
over heel de wereld met elkaar verbonden via de handel, dit was het begin van
een wereldeconomie.
Gezien de successen in Azië wilden de Nederlanders ook actief worden in West-
Afrika en Amerika. In 1621 werd de West-Indische compagnie opgericht. Een
lange tijd was haar doel het bestrijden van Spanje. Dit gebeurde door middel van
kaapvaart, piraterij met toestemming van de overheid. In 1628 veroverde Piet
Heijn bijvoorbeeld de Spaanse zilvervloot. Na de vrede van Westfalen in 1648
was Nederland niet meer in oorlog met Spanje en werd het hoofddoel van de WIC
de handel in suiker en slaven. Ook veroverde zij kolonies in Brazilië en de
Caraïben zoals Suriname in 1667. De WIC werd nooit zo succesvol als de VOC.
Paragraaf 2. – De Gouden Eeuw van Nederland.
Kenmerkend aspect paragraaf: “de bijzondere plaats in
staatkundig opzicht en de bloei in economisch en
cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.”
Nederland was een Republiek en bestond uit gewesten waarbij het gewest
Holland het machtigst was. Elk gewest had veel zelfstandigheid en bepaalde zijn
eigen regels. Beslissingen werden genomen na langdurig overleg in
vergaderingen.
Het Bestuur van Nederland tijdens de Gouden Eeuw:
,