Introductie
Morfologie is de vorm of de structuur van een organisme of orgaan. Het is ook
wel de studie van vorm en structuur. Functionele morfologie= Anatomie.
Anatomie is de leer van de bouw. Het bestaat uit verschillende onderdelen:
Topografie (waar ligt het in het lichaam).
Morfologie (hoe ziet het eruit).
Functionele anatomie (Wat is met wat verbonden en waarom).
Ontogenie en Phylogenie/ Embryologie en Evolutie( Hoe is het zo
geworden).
Topografie: Hoe liggen onderdelen t.o.v. elkaar
Craniaal en Caudaal Naar hoofd en naar voeten.
Ventraal en Dorsaal Buikrichting en rugrichting.
Mediaal en Lateraal Midden en zijkant.
Mediaal vlak is wat het lichaam door
midden(lengterichting) deelt. Coronaal is ook door het midden delen, maar dan
door de breedte.
Morfologie: Welke vorm heeft een onderdeel
Shape (vorm).
Size (grootte).
Structure+ Texture (structuur en textuur).
Position (plaats denk dan aan begrippen van topografie).
,Functionele anatomie: Welke functie heeft een bepaald onderdeel? Wat is met
elkaar verbonden? Via:
o Bloedvaten/ afvoergangen.
o Zenuwen, mesenteriën (ophangbanden), ligamenten (bindweefselband) of
fascies (gewrichten?).
Ontogenie en phylogenie: Structuren ook resultaat van ontwikkelingsproces
Embryologie (=ontogenie)
Phylogenie (ontwikkelingsgeschiedenis van soort/organisme).
Groei.
Veroudering.
Gebruik.
Ligging van Organen in de Thorax
Het bijzondere van de thorax is, is dat in vergelijking met de buikholte, de ligging
van de organen tamelijk vast bepaald zijn, anderzijds dat de thoraxorganen hart
en logen tijdens het functioneren van vorm veranderen. Dit is van belang voor de
diagnostiek van deze organen.
De thoraxholte bestaat uit drie componenten:
- Linker pleuraholte.
- Rechter pleuraholte.
- Het mediastinum.
Elke pleuraholte bevat een long, een binnenste longvlies (pleura visceralis) en
een buitenste longvlies (pleura parietalis).
Het vlies dat de binnenzijde van de ribben bekleed is de endothoracic fascia.
De pleura pateriales is een doorlopend vlies en bestaat uit verschillende delen:
, - Cervical pleura.
- Mediastinal pleura.
- Costal pleura.
- Diaphragmatic pleura.
Bij maximale uitademing verschuiven de long en pleura viscelaris t.o.v. pleura
parietalis, zodat er ruimte ontstaan tussen beide longvliezen= recesses. Aan de
achterkant. is dat de costodiapgramatic recess en aan de voorkant is dat
costomediastinal recess.
Met de pleurareflections is de (fictieve) lijn waarlangs de pleura parietalis heen
en weer gaat bij het in- en uitademen.
Het mediastinum ligt tussen beide pleura in. Het wordt verdeeld in een
bovenste (superior/superius mediastinum) en onderste (inferior/inferius
mediastinum) deel. Dit onderste gedeelte wordt ook weer verdeelt:
- Voorste deel= Mediastum anterius/anterior.
- Middelste deel= Mediastinum medium.
- Achterste deel= Mediastinum posterius/posterior.
Scheiding tussen het onderste en bovenste mediastinum ligt ter hoogte van /
tussen de 4e en 5e (rug)wervel. Het hart ligt hier net onder. In het bovenste
mediastinum ligt de aorta boog(arcus aortae??) en deel van luchtpijp en
slokdarm. In het voorste mediastinum ligt de thymus en de longen. In het
middelste mediastinum ligt het hart en in het achterste mediastinum liggen de
thorocale aorta, de ductus thoracicus(verlenging van lymfeknoppen) en de
oesophagus(slokdarm). Het bovenste mediastinum is van de 2 e t/m 4e wervel.
, Het pericardium is het
hartzakje. Deze bestaat
uit een buitenste laag:
Fibrous pericardium en
een binnenste laag:
Serous pericardium. Deze bestaat weer uit twee delen die te vergelijken zijn met
de twee pleura’s, namelijk:
- Parietalis laag (tegen fibrous pericardium aan).
- Visceralis laag (tegen hart aan).
Epicardium is vliesje direct om hart.
Thorax organen