Inleiding
Nosologische kennis= leer/ kennis van ziekten. Zoals: Acute pijn met zwelling
en roodheid van het basisgewricht van de grote teen is typisch voor jicht. Artrose
van de hand manifesteert zich vooral in CMC-I en DIP-gewrichten.
Distorsie= verstuiking. Contusie= kneuzing.
Polyartritis komt voor bij reuma.
Herhaling
Topografie: Hoe liggen onderdelen t.o.v. elkaar
Craniaal en Caudaal Naar hoofd en naar voeten.
Ventraal en Dorsaal Buikrichting en rugrichting.
Mediaal en Lateraal Midden en zijkant.
Mediaal vlak is wat het lichaam door
midden(lengterichting) deelt. Coronaal is ook door het
midden delen, maar dan door de breedte.
Verschillende bewegingen en assen
Flexie/Extensie Buigen/Strekken. Dit gebeurt in een
sagitaal vlak met een frontale as.
Abductie/Adductie Buitenwaartse beweging (naar
opzij)/ zijwaartse beweging naar de middenlijn. Dit is in
een frontaal vlak met een sagitale as.
Exoratie/Endorotatie buitendraaiing/ binnenwaartse
draaiing, In een transversaal vlak met longitudinale as.
,
,Deel 1 Anatomie in Vivo en lichamelijk onderzoek
van het bewegingsapparaat
De knie en de heup
Anatomie
Os ilium: Het darmbeen (bruin). Het bestaat uit bekkenkam= crista iliaca. Met
daarvan uitsteeksel/botpunt aan de voorkant(=spina iliaca anterior superior)
en een uitsteeksel aan de achterkant(=spina iliaca posterior superior). Os
ischium: Het zitbeen(blauw op plaatje). Heeft twee
inhammen(=grote/incisura ischiadica majus en kleine/incisura ischiadica
minus). Het heeft ook een zitknobbel(=tuber ischium).Os pubis: Schaambeen
(roze op plaatje). Bevat de heupkom(=acetabulum) en een gat (=foramen
obturatum). Bevat ook botpunt aan voorkant (=symphysis pubis).
(roze is ventrale kant, blauw is dorsale kant).
, Spiergroepen bovenbeen:
Ventrale groep: grootste deel zit aan femur en voorkant tibia. Zijn de
extensoren van de knie.
Dorsale groep: zit aan het zitbotje van de heup. Dit zijn de hamstrings. Flexoren
van de knie.
Mediale groep: zit aan os pubis, voor adductie van de heup. M. gracialis is ook
flexor van knie.