Hoofdstuk 1: De maatschappij waarin we leven
Interdependentie: Mensen zijn fundamenteel van elkaar afhankelijk, iedereen is (in
wisselende mate) hulpbehoevend.
Afhankelijkheden:
- Economisch bindingen
- Politieke bindingen
- Affectieve bindingen
- Cognitieve bindingen
1.1 De agrarische revolutie
Dat de samenleving afspraken kent over wat wel en niet hoort, is niet bijzonder.
Uiteindelijk ontstonden er zoveel afspraken dat er dikke wetboeken nodig waren om alle
regels te verzamelen en instanties werden uitgevonden om te bepalen welke straf je
moet krijgen als je die regels toch overtrad. De agrarische revolutie was een revolutie
omdat het de wereld veranderde. Voor deze revolutie trokken mensen naar waar er
voedsel te vinden was.
Irrigatie – Vervoeren van water
Sedenair leven – vaste plek
1.2 De industriële revolutie
Deze verstedelijking van de maatschappij wordt urbanisatie genoemd.
De hoge heren hadden alle productiemiddelen in handen. Dat zijn de spullen, de grond
en het kapitaal dat je nodig hebt om machinaal te kunnen produceren.
Het geheel van de sociale misstanden werd de sociale kwestie genoemd: de ellendige
en armoedige omstandigheden van de arbeiders waren zo schrijnend dat mensen
langzamerhand vonden dat er iets aan moest gebeuren.
De burgers beschermen tegen oorlog en criminaliteit = de nachtwakerstaat.
1.3 De rechtsstaat
De eerste sociale wetgeving die in Nederland werd aangenomen was de Armenwet uit
1854. Armoede zorg van de staat.
1 juli 1863 werd de slavernij in de Nederlandse koloniën afgeschaft.
, 1874: kinderarbeid onder 12 jaar verboden (uiteindelijk alleen niet in fabriek werken).
De Woningwet van 1901 zorgde ervoor dat mensen niet in slechte woningen leefden.
1901: leerplicht, maar niet voor meisjes of kinderen van boeren.
Algemeen kiesrecht in 1919 voor mannen en vrouwen.
- Globaal kan een rechtsstaat gekenmerkt worden door een scheiding der
machten, de aanwezigheid van grondrechten en het legaliteitsbeginsel.
1.4 Het begin van de verzorgingsstaat
Ongevallenwet en Ziektewet, in 1956 Bijstandswet, Ouderdomswet. De taak van de
overheid: de welvaart en het welzijn van de burgers. Dat iedereen genoeg geld heeft om
rond te komen. Dat er voor je wordt gezorgd als je ziek bent. We spreken nu van een
verzorgingsstaat.
De samenleving als geheel moet daar veel belasting voor betalen.
1.5 De participatiesamenleving, de informatiesamenleving, de digitale revolutie en
bureaucratisering
De overheid kan de verzorgingsstaat niet meer betalen. We gaan over naar een
participatiesamenleving: basically je bent zelf verantwoordelijk om je eigen broek
omhoog te houden.
Informatie = maatschappelijke status
Arme mensen betalen nu meer voor hun ziektekostenverzekering dan vroeger en
moeten zelf regelen dat ze het kunnen betalen door een zorgtoeslag aan te vragen.
De digitale revolutie is de overgang van mechanische en elektrische technologie naar
digitale technologie. Dit zorgt ervoor dat informatie heel makkelijk toegankelijk is.
In de informatiesamenleving wordt winst behaald met het maken, verspreiden,
toepassen, toegankelijk maken en manipuleren van informatie.
Doordat je meer zelfstandig kunt doen, vindt de overheid in de participatiesamenleving
dat je ook meer zelf moet doen.
De participatiesamenleving is een samenleving waarin de overheid minder taken
uitvoert en iedereen zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid moet nemen voor de
zorg voor zichzelf en zijn omgeving.
Interdependentie: Mensen zijn fundamenteel van elkaar afhankelijk, iedereen is (in
wisselende mate) hulpbehoevend.
Afhankelijkheden:
- Economisch bindingen
- Politieke bindingen
- Affectieve bindingen
- Cognitieve bindingen
1.1 De agrarische revolutie
Dat de samenleving afspraken kent over wat wel en niet hoort, is niet bijzonder.
Uiteindelijk ontstonden er zoveel afspraken dat er dikke wetboeken nodig waren om alle
regels te verzamelen en instanties werden uitgevonden om te bepalen welke straf je
moet krijgen als je die regels toch overtrad. De agrarische revolutie was een revolutie
omdat het de wereld veranderde. Voor deze revolutie trokken mensen naar waar er
voedsel te vinden was.
Irrigatie – Vervoeren van water
Sedenair leven – vaste plek
1.2 De industriële revolutie
Deze verstedelijking van de maatschappij wordt urbanisatie genoemd.
De hoge heren hadden alle productiemiddelen in handen. Dat zijn de spullen, de grond
en het kapitaal dat je nodig hebt om machinaal te kunnen produceren.
Het geheel van de sociale misstanden werd de sociale kwestie genoemd: de ellendige
en armoedige omstandigheden van de arbeiders waren zo schrijnend dat mensen
langzamerhand vonden dat er iets aan moest gebeuren.
De burgers beschermen tegen oorlog en criminaliteit = de nachtwakerstaat.
1.3 De rechtsstaat
De eerste sociale wetgeving die in Nederland werd aangenomen was de Armenwet uit
1854. Armoede zorg van de staat.
1 juli 1863 werd de slavernij in de Nederlandse koloniën afgeschaft.
, 1874: kinderarbeid onder 12 jaar verboden (uiteindelijk alleen niet in fabriek werken).
De Woningwet van 1901 zorgde ervoor dat mensen niet in slechte woningen leefden.
1901: leerplicht, maar niet voor meisjes of kinderen van boeren.
Algemeen kiesrecht in 1919 voor mannen en vrouwen.
- Globaal kan een rechtsstaat gekenmerkt worden door een scheiding der
machten, de aanwezigheid van grondrechten en het legaliteitsbeginsel.
1.4 Het begin van de verzorgingsstaat
Ongevallenwet en Ziektewet, in 1956 Bijstandswet, Ouderdomswet. De taak van de
overheid: de welvaart en het welzijn van de burgers. Dat iedereen genoeg geld heeft om
rond te komen. Dat er voor je wordt gezorgd als je ziek bent. We spreken nu van een
verzorgingsstaat.
De samenleving als geheel moet daar veel belasting voor betalen.
1.5 De participatiesamenleving, de informatiesamenleving, de digitale revolutie en
bureaucratisering
De overheid kan de verzorgingsstaat niet meer betalen. We gaan over naar een
participatiesamenleving: basically je bent zelf verantwoordelijk om je eigen broek
omhoog te houden.
Informatie = maatschappelijke status
Arme mensen betalen nu meer voor hun ziektekostenverzekering dan vroeger en
moeten zelf regelen dat ze het kunnen betalen door een zorgtoeslag aan te vragen.
De digitale revolutie is de overgang van mechanische en elektrische technologie naar
digitale technologie. Dit zorgt ervoor dat informatie heel makkelijk toegankelijk is.
In de informatiesamenleving wordt winst behaald met het maken, verspreiden,
toepassen, toegankelijk maken en manipuleren van informatie.
Doordat je meer zelfstandig kunt doen, vindt de overheid in de participatiesamenleving
dat je ook meer zelf moet doen.
De participatiesamenleving is een samenleving waarin de overheid minder taken
uitvoert en iedereen zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid moet nemen voor de
zorg voor zichzelf en zijn omgeving.