1
,FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
LES 1 – RELATIEVORMEN, RELATIERECHT EN RELATIEVERMOGENSRECHT
1. RELATIEVORMEN
Er bestaan drie wettelijke vormen van samenwonen. Onder een relatie verstaan we een koppel dat samenwoont.
- Koppel = 2 of meerdere personen, ongeacht het geslacht, die met elkaar een affectieve band hebben en een
gezamenlijke huishouding voeren.
- Gezamenlijke huishouding = Onder hetzelfde dak leven en bepaalde kosten (huisvesting, gezondheidszorg, etc.) delen.
Huwelijk
De verschillende relatievormen zijn aan evoluties onderhevig. Vroeger was het huwelijk de enige relatievorm. Vandaag de dag is
het huwelijk nog steeds de meest gereglementeerde samenlevingsvorm.
Het huwelijk overstijgt de strikte relatie tussen beide personen maar heeft ook gevolgen ten aanzien van derden. U wordt aan
bepaalde beperkingen onderworpen wat betreft uw rechts- en handelingsbekwaamheid.
Op het vlak van het homohuwelijk zijn ook belangrijke ontwikkelingen geweest.
Wettelijke samenwoning
De wettelijke samenwoning is ingevoerd in 1998 als ‘minihuwelijk’, het was een politiek compromis omdat het homohuwelijk nog
‘een stap te ver’ was. Een wettelijke samenwoning heeft minder formaliteiten, vooral wat betreft de beëindiging van de
wettelijke samenwoning.
Er zijn veel evoluties in het recht, enerzijds is er een tendens naar een gelijkschakeling tussen gehuwden en wettelijk
samenwonenden, voornamelijk op vermogensrechtelijk vlak. Deze gelijkschakeling is nog niet volledig. Het Grondwettelijk Hof
heeft al meerdere arresten geveld waarin ze ervan uitgaan dat eenieder volledig geïnformeerd is over de relatie dat ze aangaan.
Het Grondwettelijk Hof gaat dus uit van het principe ‘nemo censetur ignorare legem’. In de praktijk is niet iedereen steeds op de
hoogte van de verschillen tussen een huwelijk en een wettelijke samenwoning.
Het huwelijk staat enkel open voor mensen die een seksueel affectieve band hebben. Bij de wettelijke samenwoning hoeft dit
niet aangezien men wettelijk kan samenwonen met zijn broer of zus.
Het aantal wettelijke samenwoningen en beëindigingen dalen
Er zijn 39.000 verklaringen van wettelijke samenwoning gemeld in 2022. Dat is een daling van 11% ten opzichte van
2019. Het aantal beëindigingen van wettelijke samenwoning in 2022 daalt nog meer: - 16,9% ten opzichte van 2019 tot
29.000.
De gemiddelde duur van wettelijke samenwoning vóór beëindiging blijft toenemen: van 4,8 jaar in 2019 tot 5,2 jaar in
2020.
In 2020 was het huwelijk in 58,5% van de gevallen de reden om een wettelijke samenwoning stop te zetten en de
verklaring in onderlinge overeenstemming 41,8% van de gevallen. 5.2% van wettelijke samenwoning beëindigd door het
overlijden. 36,3% eindigt op verzoek van de partner.
Bron: FOD Economie (Statbel), september 2022
2
,Feitelijke samenwoning
In 1804 was de feitelijke samenwoning onkies. Men beschouwde “het concubinaat” als strijdig met de openbare orde of de
goede zegen tot eind jaren ‘70. Men vond het eigenaardig, een soort vergoeding voor seksuele prestaties. Dit verklaart waarom
de wetgever destijds geen formele regels hierrond heeft ingevoerd.
Niettemin zien we dat de feitelijke samenwoning wel altijd een feitelijke realiteit is geweest en nog altijd blijft. Er wordt soms wel
rekening gehouden met de feitelijke samenwoning in het recht (aanknoping feitelijke realiteit, bv. Socialezekerheidsrecht,
beslagrecht). In de familierechtelijke rechtspraak is er ook een evolutie.
Vrije keuze (wetgever) <-> realiteit en wilsgebrek van de liefde.
Het feitelijk samenwonen is een louter feit dat wordt ingeschreven in het bevolkingsregister. Er is geen civielrechtelijk statuut,
wel af en toe ad hoc verwijzingen naar de feitelijke samenwoning. Het is een informeel gebeuren. We zien bijvoorbeeld in de
fiscaliteit dat er verschillende tarieven tellen naargelang de verwantschapsband tussen de schenker en de begiftigde. Feitelijk
samenwonenden worden fiscaal gezien soms gelijkgesteld met gehuwden indien ze een voldoende duurzame samenwoning
hebben. Belangrijk is dat er niet wordt nagegaan wat de beweegredenen zijn om samen te wonen (bv. Alleenstaande dochter
die samenwoont met haar bejaarde moeder). De feitelijke samenwoning vergt wel een administratieve formaliteit, u moet
ingeschreven worden in de bevolkingsregisters.
Ook de beëindiging is een feit dat wordt geregistreerd in de bevolkingsregisters. De formaliteiten die gelden voor het aangaan
gelden grosso modo ook voor het beëindigen van de feitelijke samenwoning.
Er is geen wettelijke alimentatie maar men kan eventueel conventioneel of schadevergoeding/natuurlijke verbintenis bedingen.
Indien men dus een alimentatie wil zal men zelf conventionele regelingen moeten treffen. In de rechtspraak worden wel
bepaalde constructies ontwikkeld om feitelijk samenwonenden op het einde van de rit toch te beschermen. Vaak is één van de
twee samenwonenden economisch actiever dan de andere. Na beëindiging van de relatie kan er dus iemand financieel
benadeeld worden. Familierechters hebben concepten ontwikkeld om feitelijk samenwonenden in deze situatie toch te
beschermen. De beëindiging mag niet abrupt zijn.
De rechters hebben ook de constructie van de natuurlijke verbintenis ontworpen. Dit is een moreel engagement waaraan de
rechters burgerrechtelijke gevolgen kunnen hechten als er kan bewezen worden dat er bijvoorbeeld een financiële steun was van
de ene feitelijke samenwonende (ik ben niks verschuldigd want het geld dat ik heb is mij toegekomen op grond van een
natuurlijke verbintenis). Sommige rechters gaan mee in dit concept, andere niet. De afwezigheid van een wettelijke regeling
dwingt de partijen om creatief te zijn.
Om wettelijk samen te wonen moet er een verklaring afgelegd worden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand (‘ABS’) ( art.
1475 oud BW). Deze verklaring moet met beide personen die wettelijk willen samenwonen worden afgelegd. Deze verklaring
wordt dan ingeschreven in het bevolkingsregister.
3
, Er wordt geen akte van de burgerlijke stand opgemaakt, maar de staat van de persoon wordt wel geraakt. De wetgever heeft
bewust bepaalde regelingen niet getroffen omdat hij van oordeel was dat de staat van de persoon niet geraakt moest worden. In
de praktijk zien we toch dat de wettelijke samenwoning een beperking geeft van de rechts- en handelingsbekwaamheid van de
wettelijk samenwonenden, met betrekking tot de gezinswoning. Deze verklaring is NIET hetzelfde als een
samenwoningscontract.
Wettelijke samenwoners kunnen een samenwoningscontract sluiten (vgl. huwelijkscontract) waarin ze bepaalde aspecten van
hun huishouden nader regelen. Hier kunnen persoonlijke en vermogensrechtelijke aspecten in geregeld worden. Feitelijk
samenwonenden kunnen dit document onderhands opmaken.
- Bij een wettelijke samenwoning moet met dit samenwoningscontract naar de notaris worden gegaan!!!!
Gevolgen wat de persoon betreft?
De gevolgen zijn beperkter dan bij het huwelijk. Wettelijk zijn er geen gevolgen (zelfs geen plicht tot samenwonen!). Er gelden
geen persoonlijke verplichtingen zoals bij het huwelijk (vb. getrouwheid, bijstand, etc.).
Gezien de beperktheid van de wettelijke regeling neemt het belang van conventionele regelingen toe. In een wettelijk
samenwoningscontract kunt u veel bedingen, toch gelden er bepaalde beperkingen. Er kunnen geen persoonlijke plichten
worden opgelegd noch kunnen er aantastingen en beperkingen worden gemaakt aan de persoonlijke vrijheid. Er kan ook geen
bijstand bedongen worden. De bijstandsverplichting heeft een morele en affectieve dimensie die niet afdwingbaar gemaakt kan
worden in een wettelijk samenwoningscontract.
Gevolgen wat de vermogens betreft?
Wat de vermogensrechtelijke situatie betreft kan conventioneel bedongen worden dat er een geldelijke bijdrage is van de
wettelijk samenwonenden (= financiële bijstand). Er kan ook bedongen worden voor geldelijke verplichtingen die na de
beëindiging van de wettelijke samenwoning nog verder lopen. Wat de beëindiging betreft mag er geen geldelijke sanctie
gekoppeld zijn aan een verplichting tot voortzetting. Er mag wel een verbintenis worden gemaakt om de relatie niet abrupt te
beëindigen en om de levensgenoot in financiële moeilijkheden te brengen. Er moet opgelet worden bij de vermogensrechtelijke
afspraken omdat er toch soms in het vaarwater van de persoonsrechtelijke verplichtingen komt.
Primair samenwoningsstelsel (art. 1477 oud BW)
Voor de wettelijke samenwoning geldt een primair samenwoningsstelsel. Dit zijn essentiële bij wet vastgestelde regels die
sowieso gelden en waarvan men niet contractueel kan afwijken (vb. gezinslasten, gezinsbescherming, etc.) Vgl. primair
huwelijksstelsel
Erfrecht
Wettelijke samenwoners hebben ook een erfrecht ten aanzien van de langstlevende wettelijke samenwonende partner. Dit is een
veel precairder erfrecht dan het erfrecht dat geldt bij het huwelijk.
Fiscaal en socialezekerheidsrechtelijk
• Fiscaal: Fiscaal gezien worden feitelijk samenwonenden soms gelijkgesteld met gehuwden. Dit geldt ook voor wettelijke
samenwoners. De huwelijkspartners en de wettelijke samenwoners zijn op fiscaal vlak grotendeels identiek. Er zijn
weinig verschillen op fiscaal vlak (bv. directe belastingen, schenkbelastingen...).
• Socialezekerheidsrechtelijk: het socialezekerheidsrecht houdt tot op zekere hoogte rekening met feitelijke
samenwoners. Dit geldt ook voor wettelijke samenwoners. De mogelijkheden zijn nog groter voor wettelijke
4
,FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
LES 1 – RELATIEVORMEN, RELATIERECHT EN RELATIEVERMOGENSRECHT
1. RELATIEVORMEN
Er bestaan drie wettelijke vormen van samenwonen. Onder een relatie verstaan we een koppel dat samenwoont.
- Koppel = 2 of meerdere personen, ongeacht het geslacht, die met elkaar een affectieve band hebben en een
gezamenlijke huishouding voeren.
- Gezamenlijke huishouding = Onder hetzelfde dak leven en bepaalde kosten (huisvesting, gezondheidszorg, etc.) delen.
Huwelijk
De verschillende relatievormen zijn aan evoluties onderhevig. Vroeger was het huwelijk de enige relatievorm. Vandaag de dag is
het huwelijk nog steeds de meest gereglementeerde samenlevingsvorm.
Het huwelijk overstijgt de strikte relatie tussen beide personen maar heeft ook gevolgen ten aanzien van derden. U wordt aan
bepaalde beperkingen onderworpen wat betreft uw rechts- en handelingsbekwaamheid.
Op het vlak van het homohuwelijk zijn ook belangrijke ontwikkelingen geweest.
Wettelijke samenwoning
De wettelijke samenwoning is ingevoerd in 1998 als ‘minihuwelijk’, het was een politiek compromis omdat het homohuwelijk nog
‘een stap te ver’ was. Een wettelijke samenwoning heeft minder formaliteiten, vooral wat betreft de beëindiging van de
wettelijke samenwoning.
Er zijn veel evoluties in het recht, enerzijds is er een tendens naar een gelijkschakeling tussen gehuwden en wettelijk
samenwonenden, voornamelijk op vermogensrechtelijk vlak. Deze gelijkschakeling is nog niet volledig. Het Grondwettelijk Hof
heeft al meerdere arresten geveld waarin ze ervan uitgaan dat eenieder volledig geïnformeerd is over de relatie dat ze aangaan.
Het Grondwettelijk Hof gaat dus uit van het principe ‘nemo censetur ignorare legem’. In de praktijk is niet iedereen steeds op de
hoogte van de verschillen tussen een huwelijk en een wettelijke samenwoning.
Het huwelijk staat enkel open voor mensen die een seksueel affectieve band hebben. Bij de wettelijke samenwoning hoeft dit
niet aangezien men wettelijk kan samenwonen met zijn broer of zus.
Het aantal wettelijke samenwoningen en beëindigingen dalen
Er zijn 39.000 verklaringen van wettelijke samenwoning gemeld in 2022. Dat is een daling van 11% ten opzichte van
2019. Het aantal beëindigingen van wettelijke samenwoning in 2022 daalt nog meer: - 16,9% ten opzichte van 2019 tot
29.000.
De gemiddelde duur van wettelijke samenwoning vóór beëindiging blijft toenemen: van 4,8 jaar in 2019 tot 5,2 jaar in
2020.
In 2020 was het huwelijk in 58,5% van de gevallen de reden om een wettelijke samenwoning stop te zetten en de
verklaring in onderlinge overeenstemming 41,8% van de gevallen. 5.2% van wettelijke samenwoning beëindigd door het
overlijden. 36,3% eindigt op verzoek van de partner.
Bron: FOD Economie (Statbel), september 2022
2
,Feitelijke samenwoning
In 1804 was de feitelijke samenwoning onkies. Men beschouwde “het concubinaat” als strijdig met de openbare orde of de
goede zegen tot eind jaren ‘70. Men vond het eigenaardig, een soort vergoeding voor seksuele prestaties. Dit verklaart waarom
de wetgever destijds geen formele regels hierrond heeft ingevoerd.
Niettemin zien we dat de feitelijke samenwoning wel altijd een feitelijke realiteit is geweest en nog altijd blijft. Er wordt soms wel
rekening gehouden met de feitelijke samenwoning in het recht (aanknoping feitelijke realiteit, bv. Socialezekerheidsrecht,
beslagrecht). In de familierechtelijke rechtspraak is er ook een evolutie.
Vrije keuze (wetgever) <-> realiteit en wilsgebrek van de liefde.
Het feitelijk samenwonen is een louter feit dat wordt ingeschreven in het bevolkingsregister. Er is geen civielrechtelijk statuut,
wel af en toe ad hoc verwijzingen naar de feitelijke samenwoning. Het is een informeel gebeuren. We zien bijvoorbeeld in de
fiscaliteit dat er verschillende tarieven tellen naargelang de verwantschapsband tussen de schenker en de begiftigde. Feitelijk
samenwonenden worden fiscaal gezien soms gelijkgesteld met gehuwden indien ze een voldoende duurzame samenwoning
hebben. Belangrijk is dat er niet wordt nagegaan wat de beweegredenen zijn om samen te wonen (bv. Alleenstaande dochter
die samenwoont met haar bejaarde moeder). De feitelijke samenwoning vergt wel een administratieve formaliteit, u moet
ingeschreven worden in de bevolkingsregisters.
Ook de beëindiging is een feit dat wordt geregistreerd in de bevolkingsregisters. De formaliteiten die gelden voor het aangaan
gelden grosso modo ook voor het beëindigen van de feitelijke samenwoning.
Er is geen wettelijke alimentatie maar men kan eventueel conventioneel of schadevergoeding/natuurlijke verbintenis bedingen.
Indien men dus een alimentatie wil zal men zelf conventionele regelingen moeten treffen. In de rechtspraak worden wel
bepaalde constructies ontwikkeld om feitelijk samenwonenden op het einde van de rit toch te beschermen. Vaak is één van de
twee samenwonenden economisch actiever dan de andere. Na beëindiging van de relatie kan er dus iemand financieel
benadeeld worden. Familierechters hebben concepten ontwikkeld om feitelijk samenwonenden in deze situatie toch te
beschermen. De beëindiging mag niet abrupt zijn.
De rechters hebben ook de constructie van de natuurlijke verbintenis ontworpen. Dit is een moreel engagement waaraan de
rechters burgerrechtelijke gevolgen kunnen hechten als er kan bewezen worden dat er bijvoorbeeld een financiële steun was van
de ene feitelijke samenwonende (ik ben niks verschuldigd want het geld dat ik heb is mij toegekomen op grond van een
natuurlijke verbintenis). Sommige rechters gaan mee in dit concept, andere niet. De afwezigheid van een wettelijke regeling
dwingt de partijen om creatief te zijn.
Om wettelijk samen te wonen moet er een verklaring afgelegd worden voor de ambtenaar van de burgerlijke stand (‘ABS’) ( art.
1475 oud BW). Deze verklaring moet met beide personen die wettelijk willen samenwonen worden afgelegd. Deze verklaring
wordt dan ingeschreven in het bevolkingsregister.
3
, Er wordt geen akte van de burgerlijke stand opgemaakt, maar de staat van de persoon wordt wel geraakt. De wetgever heeft
bewust bepaalde regelingen niet getroffen omdat hij van oordeel was dat de staat van de persoon niet geraakt moest worden. In
de praktijk zien we toch dat de wettelijke samenwoning een beperking geeft van de rechts- en handelingsbekwaamheid van de
wettelijk samenwonenden, met betrekking tot de gezinswoning. Deze verklaring is NIET hetzelfde als een
samenwoningscontract.
Wettelijke samenwoners kunnen een samenwoningscontract sluiten (vgl. huwelijkscontract) waarin ze bepaalde aspecten van
hun huishouden nader regelen. Hier kunnen persoonlijke en vermogensrechtelijke aspecten in geregeld worden. Feitelijk
samenwonenden kunnen dit document onderhands opmaken.
- Bij een wettelijke samenwoning moet met dit samenwoningscontract naar de notaris worden gegaan!!!!
Gevolgen wat de persoon betreft?
De gevolgen zijn beperkter dan bij het huwelijk. Wettelijk zijn er geen gevolgen (zelfs geen plicht tot samenwonen!). Er gelden
geen persoonlijke verplichtingen zoals bij het huwelijk (vb. getrouwheid, bijstand, etc.).
Gezien de beperktheid van de wettelijke regeling neemt het belang van conventionele regelingen toe. In een wettelijk
samenwoningscontract kunt u veel bedingen, toch gelden er bepaalde beperkingen. Er kunnen geen persoonlijke plichten
worden opgelegd noch kunnen er aantastingen en beperkingen worden gemaakt aan de persoonlijke vrijheid. Er kan ook geen
bijstand bedongen worden. De bijstandsverplichting heeft een morele en affectieve dimensie die niet afdwingbaar gemaakt kan
worden in een wettelijk samenwoningscontract.
Gevolgen wat de vermogens betreft?
Wat de vermogensrechtelijke situatie betreft kan conventioneel bedongen worden dat er een geldelijke bijdrage is van de
wettelijk samenwonenden (= financiële bijstand). Er kan ook bedongen worden voor geldelijke verplichtingen die na de
beëindiging van de wettelijke samenwoning nog verder lopen. Wat de beëindiging betreft mag er geen geldelijke sanctie
gekoppeld zijn aan een verplichting tot voortzetting. Er mag wel een verbintenis worden gemaakt om de relatie niet abrupt te
beëindigen en om de levensgenoot in financiële moeilijkheden te brengen. Er moet opgelet worden bij de vermogensrechtelijke
afspraken omdat er toch soms in het vaarwater van de persoonsrechtelijke verplichtingen komt.
Primair samenwoningsstelsel (art. 1477 oud BW)
Voor de wettelijke samenwoning geldt een primair samenwoningsstelsel. Dit zijn essentiële bij wet vastgestelde regels die
sowieso gelden en waarvan men niet contractueel kan afwijken (vb. gezinslasten, gezinsbescherming, etc.) Vgl. primair
huwelijksstelsel
Erfrecht
Wettelijke samenwoners hebben ook een erfrecht ten aanzien van de langstlevende wettelijke samenwonende partner. Dit is een
veel precairder erfrecht dan het erfrecht dat geldt bij het huwelijk.
Fiscaal en socialezekerheidsrechtelijk
• Fiscaal: Fiscaal gezien worden feitelijk samenwonenden soms gelijkgesteld met gehuwden. Dit geldt ook voor wettelijke
samenwoners. De huwelijkspartners en de wettelijke samenwoners zijn op fiscaal vlak grotendeels identiek. Er zijn
weinig verschillen op fiscaal vlak (bv. directe belastingen, schenkbelastingen...).
• Socialezekerheidsrechtelijk: het socialezekerheidsrecht houdt tot op zekere hoogte rekening met feitelijke
samenwoners. Dit geldt ook voor wettelijke samenwoners. De mogelijkheden zijn nog groter voor wettelijke
4