Wetenschapsfilosofie
K | DC1, WG4, C4 | Introductie wetenschapsfilosofie
In eigen woorden uitleggen wat het demarcatievraagstuk inhoudt en waarom dat een centraal
vraagstuk binnen de wetenschapsfilosofie is;
In eigen woorden de onderscheidende elementen (termen, methoden van wetenschap,
waarheidsopvatting) van de volgende wetenschapsfilosofische stromingen én de verschillen
daartussen benoemen en daar kritisch op reflecteren: Logisch positivisten (Wiener Kreis-
school) en Kritisch rationalisten (Popper).
De criteria voor goede wetenschap benoemen vanuit het logisch positivisme en het kritisch
rationalisme;
Reflecteren op de vraag of sociale wetenschappen als gezondheidspsychologie en medische
sociologie van dezelfde criteria (zoals repliceerbaarheid) zouden moeten uitgaan als binnen
de natuurwetenschappen.
In eigen woorden beschrijven wat het doel van wetenschapsfilosofie is;
In eigen woorden beschrijven wat de relevantie van wetenschapsfilosofie is voor het bredere
thema 'ziekte en gezondheid'
Wetenschapsfilosofie
Wat geldige (wetenschappelijke) kennis is.
Criteria bepalen voor wat goede wetenschap is
Hoe wetenschap zich onderscheidt van andere kennisvormen (demarcatie).
Hoe wetenschap betekenis heeft voor samenleving, zorg en ziekte
Vraag: Welke kennis en bronnen kunnen we aannemen als waar en feitelijk en welke zijn dat niet?
Relevantie wetenschapsfilosofie
→ Belangrijk omdat wetenschap autoriteit heeft (zorg, beleid, erkenning van aandoeningen).
Voorbeeld: vaccinaties, evidence based medicine (wetenschappelijke consensus)
Heel veel mensen maken in de samenleving gebruik van wetenschappelijke kennis.
Demarcatievraagstuk
Hoe onderscheid je wetenschap van niet-wetenschap (pseudowetenschap)?
Wetenschap claimt een bijzondere plek t.o.v. andere vormen van kennis (bijzondere aanspraken)
=> objectief karakter van wetenschap => kennis die dichter bij de waarheid ligt
Kernvragen wetenschapsfilosofie
Ontologisch
Wat is de aard van het onderzoeksobject? Wat bestaat er en welke eigenschappen heeft het?
=> Natuurlijk verschijnsel of menselijke definitie?
=> Zintuigelijk waarneembaar of niet? Constant of veranderlijk door de tijd heen?
Voorbeeld: bestaat ME echt?
Epistemologisch
Hoe kunnen we geldige kennis verkrijgen over het onderzoeksobject?
=> Isoleren of in context bestuderen? Mee praten of alleen meten?
Voorbeeld: MRI, interviews of observaties?
Methodologisch
Welke onderzoeksmethoden gebruiken we om kennis te vergaren?
=> praktische uitwerking van de epistemologische vraag
Voorbeeld: experiment, interview, vragenlijst
Beperkingen toepassen natuurwetenschappelijke methode binnen sociale wetenschap:
Aard van het onderzoeksobject (betekenisgevend)
Ethische bezwaren experimenten (geen controle of manipulatie mogelijk)
Complex en variabiliteit (mensen zijn veranderlijk en moeilijk voorspelbaar)
Reflexiviteit (geen eenduidige meetsituatie)
Logisch positivisme
, Empirische grondslag ⇒ waarneming = legitieme bron van kennis
Verificatiecriterium ⇒ het wordt iets zekerder ⇒ reproduceerbaarheid
Inductieve redeneervorm ⇒ hypothesen ⇒ universele uitspraken
Antimetafysische houding ⇒ niet toetsbaar, betekenisloos (buiten menselijke ervaring)
Eenheid van wetenschappen ⇒ natuurwetenschappelijk ideaal
Objectiviteit ⇒ biomarkers
Rock bottom of knowledge ⇒ keiharde waarheid ⇒ vooruitgangsgeloof
Verificatiecriterium = manier om zinvolle (toetsbare) uitspraken te kunnen onderscheiden van
zinloze (niet toetsbare) uitspraken
⇒ nauwkeurige voorspellingen vanuit een hypothese of theorie (a.d.h.v. waarnemingen)
Criteria voor goede wetenschap
Verifieerbaarheid ⇒ uitspraak kunnen controleren
Objectieve observaties ⇒ empirisch waarneembaar
Reproduceerbaarheid ⇒ opnieuw doen onderzoek en zelfde resultaten
Waardenvrije wetenschap ⇒ enkel meten, niet welke waarde daar iemand aan geeft
Eenduidige begrippen
Goede wetenschap volgens het standaardbeeld
Empirische achtergrondinformatie moet correct zijn (verifieerbaar)
Persoonlijke bias van de onderzoeker mag geen rol spelen
Experiment moet onberispelijk zijn (geldige kennis)
Theoretische/conceptuele uitgangspunten moeten deugen
Criteria goede hypothesen
Identificeren van de onderzoeksvraag
Empirische en theoretische achtergrondinformatie verzamelen
Achtergrondinformatie gebruiken om hypothese op te stellen (helder & ondubbelzinnig)
Toetsen van de hypothese door onberispelijk experiment
Waarneming ⇒ theorie ⇒ hypothese toetsen
Bron van kennis (waarneming) zuiver + middelen onberispelijk ⇒ gefundeerde ware kennis
= rock bottom of knowledge
Waarnemingen die voortkomen uit heel zorgvuldige experimenten, die een heldere en
ondubbelzinnige hypothese kunnen toetsen
Empirische basis:
= kennis moet gebaseerd zijn op zintuigelijke waarnemingen en metingen.
Verificatiecriterium:
= Het verificatiecriterium houdt in dat goede wetenschap verifieerbaar moet zijn, het moet
mogelijk zijn met specifieke methoden vast te stellen of een bewering waar of niet waar is.
Overeenkomsten positivisme & kritisch rationalisme
• Wetenschap als formele activiteit gericht op het creëren en vergroten van kennis
• Wetenschap boekt vooruitgang door zijn systematische methode en consistentie
• Wetenschap benadert de waarheid steeds beter (realisme)
• Eenheid van wetenschappen (universele criteria)
Kritisch rationalisme
K | DC1, WG4, C4 | Introductie wetenschapsfilosofie
In eigen woorden uitleggen wat het demarcatievraagstuk inhoudt en waarom dat een centraal
vraagstuk binnen de wetenschapsfilosofie is;
In eigen woorden de onderscheidende elementen (termen, methoden van wetenschap,
waarheidsopvatting) van de volgende wetenschapsfilosofische stromingen én de verschillen
daartussen benoemen en daar kritisch op reflecteren: Logisch positivisten (Wiener Kreis-
school) en Kritisch rationalisten (Popper).
De criteria voor goede wetenschap benoemen vanuit het logisch positivisme en het kritisch
rationalisme;
Reflecteren op de vraag of sociale wetenschappen als gezondheidspsychologie en medische
sociologie van dezelfde criteria (zoals repliceerbaarheid) zouden moeten uitgaan als binnen
de natuurwetenschappen.
In eigen woorden beschrijven wat het doel van wetenschapsfilosofie is;
In eigen woorden beschrijven wat de relevantie van wetenschapsfilosofie is voor het bredere
thema 'ziekte en gezondheid'
Wetenschapsfilosofie
Wat geldige (wetenschappelijke) kennis is.
Criteria bepalen voor wat goede wetenschap is
Hoe wetenschap zich onderscheidt van andere kennisvormen (demarcatie).
Hoe wetenschap betekenis heeft voor samenleving, zorg en ziekte
Vraag: Welke kennis en bronnen kunnen we aannemen als waar en feitelijk en welke zijn dat niet?
Relevantie wetenschapsfilosofie
→ Belangrijk omdat wetenschap autoriteit heeft (zorg, beleid, erkenning van aandoeningen).
Voorbeeld: vaccinaties, evidence based medicine (wetenschappelijke consensus)
Heel veel mensen maken in de samenleving gebruik van wetenschappelijke kennis.
Demarcatievraagstuk
Hoe onderscheid je wetenschap van niet-wetenschap (pseudowetenschap)?
Wetenschap claimt een bijzondere plek t.o.v. andere vormen van kennis (bijzondere aanspraken)
=> objectief karakter van wetenschap => kennis die dichter bij de waarheid ligt
Kernvragen wetenschapsfilosofie
Ontologisch
Wat is de aard van het onderzoeksobject? Wat bestaat er en welke eigenschappen heeft het?
=> Natuurlijk verschijnsel of menselijke definitie?
=> Zintuigelijk waarneembaar of niet? Constant of veranderlijk door de tijd heen?
Voorbeeld: bestaat ME echt?
Epistemologisch
Hoe kunnen we geldige kennis verkrijgen over het onderzoeksobject?
=> Isoleren of in context bestuderen? Mee praten of alleen meten?
Voorbeeld: MRI, interviews of observaties?
Methodologisch
Welke onderzoeksmethoden gebruiken we om kennis te vergaren?
=> praktische uitwerking van de epistemologische vraag
Voorbeeld: experiment, interview, vragenlijst
Beperkingen toepassen natuurwetenschappelijke methode binnen sociale wetenschap:
Aard van het onderzoeksobject (betekenisgevend)
Ethische bezwaren experimenten (geen controle of manipulatie mogelijk)
Complex en variabiliteit (mensen zijn veranderlijk en moeilijk voorspelbaar)
Reflexiviteit (geen eenduidige meetsituatie)
Logisch positivisme
, Empirische grondslag ⇒ waarneming = legitieme bron van kennis
Verificatiecriterium ⇒ het wordt iets zekerder ⇒ reproduceerbaarheid
Inductieve redeneervorm ⇒ hypothesen ⇒ universele uitspraken
Antimetafysische houding ⇒ niet toetsbaar, betekenisloos (buiten menselijke ervaring)
Eenheid van wetenschappen ⇒ natuurwetenschappelijk ideaal
Objectiviteit ⇒ biomarkers
Rock bottom of knowledge ⇒ keiharde waarheid ⇒ vooruitgangsgeloof
Verificatiecriterium = manier om zinvolle (toetsbare) uitspraken te kunnen onderscheiden van
zinloze (niet toetsbare) uitspraken
⇒ nauwkeurige voorspellingen vanuit een hypothese of theorie (a.d.h.v. waarnemingen)
Criteria voor goede wetenschap
Verifieerbaarheid ⇒ uitspraak kunnen controleren
Objectieve observaties ⇒ empirisch waarneembaar
Reproduceerbaarheid ⇒ opnieuw doen onderzoek en zelfde resultaten
Waardenvrije wetenschap ⇒ enkel meten, niet welke waarde daar iemand aan geeft
Eenduidige begrippen
Goede wetenschap volgens het standaardbeeld
Empirische achtergrondinformatie moet correct zijn (verifieerbaar)
Persoonlijke bias van de onderzoeker mag geen rol spelen
Experiment moet onberispelijk zijn (geldige kennis)
Theoretische/conceptuele uitgangspunten moeten deugen
Criteria goede hypothesen
Identificeren van de onderzoeksvraag
Empirische en theoretische achtergrondinformatie verzamelen
Achtergrondinformatie gebruiken om hypothese op te stellen (helder & ondubbelzinnig)
Toetsen van de hypothese door onberispelijk experiment
Waarneming ⇒ theorie ⇒ hypothese toetsen
Bron van kennis (waarneming) zuiver + middelen onberispelijk ⇒ gefundeerde ware kennis
= rock bottom of knowledge
Waarnemingen die voortkomen uit heel zorgvuldige experimenten, die een heldere en
ondubbelzinnige hypothese kunnen toetsen
Empirische basis:
= kennis moet gebaseerd zijn op zintuigelijke waarnemingen en metingen.
Verificatiecriterium:
= Het verificatiecriterium houdt in dat goede wetenschap verifieerbaar moet zijn, het moet
mogelijk zijn met specifieke methoden vast te stellen of een bewering waar of niet waar is.
Overeenkomsten positivisme & kritisch rationalisme
• Wetenschap als formele activiteit gericht op het creëren en vergroten van kennis
• Wetenschap boekt vooruitgang door zijn systematische methode en consistentie
• Wetenschap benadert de waarheid steeds beter (realisme)
• Eenheid van wetenschappen (universele criteria)
Kritisch rationalisme