B.1.2. Soorten panden in de Wet IB 2001
B.1.2.1 … benoemt welke onroerende zaken in box 1 van de inkomstenbelasting vallen. (K) (art.3.111 wet ib)
- Eigen woning die dient als hoofdverblijf van de eigenaar.
- Onroerende zaken die tot het ondernemingsvermogen behoren, zoals bedrijfspanden van een eenmanszaak.
B.1.2.2 … benoemt welke onroerende zaken in box 3 van de inkomstenbelasting vallen. (K) (art.3.111 wet ib)
- Tweede woningen en vakantiehuizen.
- Beleggingspanden die worden verhuurd en geen hoofdverblijf zijn.
B.1.2.3 … licht toe wanneer een onroerende zaak tot het privévermogen of het ondernemingsvermogen van
een natuurlijke persoon/ondernemer behoort. (B) Een onroerende zaak behoort tot het privévermogen als
deze niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. Een pand wordt tot het ondernemingsvermogen gerekend als het direct
wordt ingezet voor de bedrijfsvoering.
B.1.2.4 … beschrijft waarom de onroerende zaak die behoort tot het ondernemingsvermogen van een
natuurlijke persoon/ondernemer in box 1 valt. (K) Een pand dat tot het ondernemingsvermogen behoort, valt
in Box 1, omdat de huur- of verkoopopbrengsten als bedrijfswinst worden gezien en progressief worden belast.
B.1.2.5 … licht toe welke financiële feiten tot de opbrengsten en welke tot de kosten worden gerekend bij een
onroerende zaak van een natuurlijk persoon/ondernemer welke tot het ondernemingsvermogen behoort. (B)
- Opbrengsten: Huuropbrengsten en waardeveranderingen.
- Kosten: Onderhoudskosten, afschrijvingen, rente over leningen en andere zakelijke lasten.
B.1.2.6 … beschrijft welke onroerende zaken als beleggingspanden in box 3 vallen. (K)
Woningen en bedrijfsruimtes die worden aangehouden als belegging en niet actief worden beheerd als
onderneming.
B.1.2.7 … legt aan de hand van een casus uit hoe de heffing van het (fictieve) rendement over de belaste
grondslag van een beleggingspand voor de inkomstenbelasting berekend wordt. (T) De belasting wordt
berekend over het forfaitaire rendement op het netto vermogen (waarde pand minus schulden en
vrijstellingen). Dit wordt belast tegen een vast tarief.
B.1.2.8 … beschrijft wat onder een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001 wordt verstaan. (K) (art.3.111
wet ib) Kwalificatiedossier Kandidaat-Makelaar Wonen v4.0 15.02.2024 41 Een woning wordt als eigen woning
aangemerkt als deze het hoofdverblijf is en de eigenaar verplichtingen heeft uit een eigenwoningschuld.
B.1.2.9 … beschrijft het begrip eigenwoningforfait. (K) Het eigenwoningforfait is een forfaitaire bijtelling bij het
inkomen, gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde van de woning.
B.1.2.10 … legt aan de hand van een casus uit hoe het eigenwoningforfait bij het bepalen van het inkomen uit
werk en woning moet worden gehanteerd. (T) Het eigenwoningforfait wordt als bijtelling op het inkomen in
Box 1 verwerkt, maar kan worden verrekend met hypotheekrenteaftrek, waardoor de fiscale last wordt
verlaagd.
B.1.2.1 … benoemt welke onroerende zaken in box 1 van de inkomstenbelasting vallen. (K) (art.3.111 wet ib)
- Eigen woning die dient als hoofdverblijf van de eigenaar.
- Onroerende zaken die tot het ondernemingsvermogen behoren, zoals bedrijfspanden van een eenmanszaak.
B.1.2.2 … benoemt welke onroerende zaken in box 3 van de inkomstenbelasting vallen. (K) (art.3.111 wet ib)
- Tweede woningen en vakantiehuizen.
- Beleggingspanden die worden verhuurd en geen hoofdverblijf zijn.
B.1.2.3 … licht toe wanneer een onroerende zaak tot het privévermogen of het ondernemingsvermogen van
een natuurlijke persoon/ondernemer behoort. (B) Een onroerende zaak behoort tot het privévermogen als
deze niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. Een pand wordt tot het ondernemingsvermogen gerekend als het direct
wordt ingezet voor de bedrijfsvoering.
B.1.2.4 … beschrijft waarom de onroerende zaak die behoort tot het ondernemingsvermogen van een
natuurlijke persoon/ondernemer in box 1 valt. (K) Een pand dat tot het ondernemingsvermogen behoort, valt
in Box 1, omdat de huur- of verkoopopbrengsten als bedrijfswinst worden gezien en progressief worden belast.
B.1.2.5 … licht toe welke financiële feiten tot de opbrengsten en welke tot de kosten worden gerekend bij een
onroerende zaak van een natuurlijk persoon/ondernemer welke tot het ondernemingsvermogen behoort. (B)
- Opbrengsten: Huuropbrengsten en waardeveranderingen.
- Kosten: Onderhoudskosten, afschrijvingen, rente over leningen en andere zakelijke lasten.
B.1.2.6 … beschrijft welke onroerende zaken als beleggingspanden in box 3 vallen. (K)
Woningen en bedrijfsruimtes die worden aangehouden als belegging en niet actief worden beheerd als
onderneming.
B.1.2.7 … legt aan de hand van een casus uit hoe de heffing van het (fictieve) rendement over de belaste
grondslag van een beleggingspand voor de inkomstenbelasting berekend wordt. (T) De belasting wordt
berekend over het forfaitaire rendement op het netto vermogen (waarde pand minus schulden en
vrijstellingen). Dit wordt belast tegen een vast tarief.
B.1.2.8 … beschrijft wat onder een eigen woning in de zin van de Wet IB 2001 wordt verstaan. (K) (art.3.111
wet ib) Kwalificatiedossier Kandidaat-Makelaar Wonen v4.0 15.02.2024 41 Een woning wordt als eigen woning
aangemerkt als deze het hoofdverblijf is en de eigenaar verplichtingen heeft uit een eigenwoningschuld.
B.1.2.9 … beschrijft het begrip eigenwoningforfait. (K) Het eigenwoningforfait is een forfaitaire bijtelling bij het
inkomen, gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde van de woning.
B.1.2.10 … legt aan de hand van een casus uit hoe het eigenwoningforfait bij het bepalen van het inkomen uit
werk en woning moet worden gehanteerd. (T) Het eigenwoningforfait wordt als bijtelling op het inkomen in
Box 1 verwerkt, maar kan worden verrekend met hypotheekrenteaftrek, waardoor de fiscale last wordt
verlaagd.