Kennis samenvatting blok 3
Week 1 en 2:
Onderneming: een zelfstandige eenheid waar arbeid wordt verricht (art. 1 lid 1 sub c WOR).
Rechtssubject: drager van rechten en plichten (natuurlijk persoon en rechtspersoon).
Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (Boek 7A BW):
Eenmanszaak: onderneming met één ondernemer en een eenvoudige structuur.
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK (art. 5 Handelsregisterwet 2007).
o Ondernemings- en privévermogen zijn niet afgescheiden.
o De ondernemer is met zijn gehele vermogen privé aansprakelijk voor alle
schulden van de onderneming. Privébezittingen (zoals huis) kunnen dus worden
aangesproken bij faillissement van de onderneming.
o De ondernemer is zelf bevoegd om rechtshandelingen te verrichten (dit kan
namens de eenmanszaak).
o In het belastingrecht wordt onderscheid gemaakt tussen ondernemings- en
privévermogen:
Winsten uit privévermogen zijn onbelast; verliezen zijn niet aftrekbaar.
Winsten uit ondernemingsvermogen zijn belast; verliezen zijn aftrekbaar.
o Hoewel de eenmanszaak één juridische eigenaar heeft, kan de ondernemer
personeel in dienst nemen
o Voorbeelden: freelancer, zzp, kleine winkel.
Maatschap: een overeenkomst tussen minimaal twee maten (vennoten) om samen te
werken en winst te delen.
Stille maatschap: treedt niet naar buiten met een gezamenlijke naam maar
ieder als zelfstandig ondernemer, geen afgescheiden vermogen, geen
vereiste inschrijving bij de KvK, maar vereist wel een maatschapscontract.
Openbare maatschap: treedt naar buiten met een gezamenlijke naam
waardoor herkenbaar voor klanten en zakenpartners, wel afgescheiden
vermogen, vereist inschrijving bij de KvK en een contract. Iedere maat is
zelfstandig bevoegd om rechtshandelingen te verrichten.
o Oprichting: Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en een mondeling of
schriftelijk contract (zoals bij totstandkoming van een normale overeenkomst).
o Inbreng (art. 7A:1662 BW): arbeid, geld, goederen en genot van goederen.
o Meestal gebruikt voor vrije beroepen (bijv. advocaten, artsen).
o De maten zijn aansprakelijk voor het deel dat zij hebben ingebracht, tenzij anders
afgesproken.
o Bevoegdheden van de maten:
Beheersdaden (dagelijkse zaken): geen toestemming van andere maten
nodig; de vennoot is zelf aansprakelijk.
Beschikkingsdaden (bijzondere zaken): vereist gezamenlijke toestemming.
o Voorbeelden: medische maatschap (openbaar), tijdelijke samenwerking tussen
freelancers (stil), vrij beroep (bijv. advocatenkantoor).
Vennootschap onder firma (vof): een bijzondere maatschap die uitoefent onder een
gezamenlijke naam en met vermogen van een bedrijf (art. 16 WvK).
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en vennootschapscontract nodig.
o Ondernemings- en privévermogen zijn afgescheiden, maar crediteuren kunnen
zich, bijv. bij een tekort aan vermogen om schuld af te lossen, altijd alsnog
verhalen op het privévermogen van de vennoten.
o Alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele schuld van de vof (art.
18 WvK).
o Wordt niet gekozen bij vrij beroep (zoals advocatenkantoor bij maatschap), maar
heeft een commercieel karakter en voert een bedrijf, zoals een tassenlijn.
o Iedere vennoot is bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen namens de
vof, het uitgeven en ontvangen van gelden, en de vof te binden aan derden.
, Kennis samenvatting blok 3
o Verschil met maatschap: Bij een maatschap is volmacht nodig om andere maten
te binden aan overeenkomsten met derden.
o Voorbeeld: familiebedrijf (bijv. broers/zussen), bouwbedrijf
Commanditaire vennootschap (cv): een variant op de vof.
Beherende vennoten: Bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen,
voeren het dagelijkse beheer en treden naar buiten op. Bij faillissement zijn
ze hoofdelijk aansprakelijk met volledig privévermogen.
Stille (commanditaire) vennoten: Investeren kapitaal, hebben geen
beheersfunctie (vennoot bij wijze van geldschieting) en treden niet op naar
buiten. Bij faillissement is hun aansprakelijkheid beperkt tot het ingebrachte
bedrag (art. 20 lid 3 WvK).
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en een onderling contract.
o Afgescheiden vermogen (ook bij slechts één beherend vennoot in beginsel).
o Voorbeeld: Beleggingsfonds met investeerders.
Het rechtspersonenrecht is geregeld in Boek 2 BW.
Drie categorieën rechtspersonen:
o Publiekrechtelijk: staat, provincies, gemeenten, waterschappen en andere
overheidsorganisaties.
o Kerkgenootschappen: kerken, moskeeën en andere religieuze instellingen.
o Privaatrechtelijk: verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen,
NV’s, BV’s en stichtingen.
Gesloten systeem: Alleen wettelijk erkende rechtspersonen zijn toegestaan.
Statuten: Bepalen de eigen, interne rechtsorde en structuur van de rechtspersoon.
Oprichting: Vereist een notariële akte met statuten (inclusief naam, zetel en doel van
de rechtspersoon) en inschrijving in het handelsregister bij de KvK.
Vertegenwoordiging: Het bestuur treedt namens de rechtspersoon op.
Voordelen van rechtspersoon: beperking van aansprakelijkheid, continuïteit van de
onderneming en financiële voordelen.
Rechtspersonen kunnen werkgever zijn, niet werknemer.
Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid:
NV en BV: kapitaalvennootschappen die zijn verdeeld in aandelen.
o Vereist notariële akte en inschrijving in het handelsregister bij de KvK.
o Afgescheiden vermogen.
o Aansprakelijkheid beperkt tot het vermogen van de NV en BV. Aandeelhouders
zijn alleen aansprakelijk bij wanbeleid.
o Wettelijke regelingen staan beschreven in Boek 2, Titel 5 BW.
Soorten aandelen:
- NV: aandelen op naam of aandelen aan toonder (vrij verhandelbaar).
- BV: aandelen op naam (art. 2:194 BW).
Overdraagbaarheid
- NV: in beginsel vrij overdraagbaar.
- BV: niet vrij overdraagbaar; de overdracht is beperkt door een
blokkeringsregeling, waardoor medeaandeelhouders voorrang krijgen bij
de verkoop van aandelen voordat deze aan derden worden aangeboden.
Andere beperkingen zijn mogelijk via statuten.
Kapitaalvereisten
- NV: minimaal €45.000 gestort kapitaal (art. 2:67 lid 2 BW).
- BV: geen minimumkapitaal vereist (slechts 1 eurocent nodig).
o Organen van de NV en BV: Een persoon of groep die wettelijk of statutair
bevoegd is om namens de vennootschap te handelen.
1. De algemene vergadering van aandeelhouders (a.v.a.)
Taken (art. 2:107 en 2:217 BW):
- Statuten wijzigen.
, Kennis samenvatting blok 3
- Benoemen, schorsen en ontslaan van bestuurders of commissarissen.
- Uitgeven van nieuwe aandelen (emissie) na oprichting (art. 2:96a en
2:206a BW).
- Vaststellen van de winstuitkering met toestemming van het bestuur
(art. 2:216 BW).
- Aandeelhouders nemen besluiten en hebben recht op een deel van de
winst
Juridische macht ligt bij a.v.a., feitelijke macht ligt bij het bestuur.
Minstens één vergadering per jaar, binnen zes maanden na afloop van
het boekjaar (art. 2:108 en 2:218 BW).
2. Het bestuur
Taken (art. 2:219 en 2:239 BW):
- Vaststellen van jaarrekening en jaarverslag (art. 2:101 en 2:210 BW).
- Vertegenwoordigen van de vennootschap (art. 2:130 en 2:240 BW).
- Bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen:
NV: Raad van Bestuur
BV: Bestuur
- Bevoegdheid kan worden beperkt of uitgebreid via de statuten:
Beperking: Het bestuur mag de vennootschap in bepaalde
gevallen naar buiten vertegenwoordigen (art. 2:130 en 2:240
BW).
Uitbreiding: Het bestuur kan bijv. gemachtigd worden om nieuwe
aandelen uit te geven (art. 2:96 en 2:206 BW).
Benoeming en ontslag:
- Eerste keer via notariële akte van oprichting, daarna door de a.v.a.
- Schorsing of ontslag kan plaatsvinden door degene die bevoegd is tot
benoeming van de bestuurders (art. 2:134 en 2:244 BW).
3. De raad van commissarissen
Taken (art. 2:140 en 2:250 lid 2 BW):
- Houdt toezicht op het beleid van het bestuur en algemene gang van
zaken binnen de vennootschap.
- Het bestuur moet de raad tijdig van alle noodzakelijke gegevens
voorzien (art. 2:141 en 2:251 BW).
- Heeft de bevoegdheid om bestuurders te schorsen.
o Verschil tussen BV en NV: Een BV heeft meestal een kleinere groep
aandeelhouders en minder kapitaaleisen, terwijl een NV vaak bedoeld is voor
grote, openbare ondernemingen die kapitaal willen aantrekken via de beurs.
o Voorbeeld NV: Grote bedrijven zoals Shell, Philips en Heineken.
o Voorbeeld BV: Tech-startup (IT-bedrijf).
Structuurvennootschap: bij wet ‘de grote naamloze vennootschap’ genoemd.
o Vereisten (art. 2:153 en 2:263 BW):
Het geplaatste kapitaal bedraagt, met de reserves, minimaal €16 miljoen.
De vennootschap heeft een wettelijk verplichte ondernemingsraad.
Binnen de vennootschap werken 100 of meer werknemers.
o Raad van commissarissen:
Speelt een grotere rol dan normaal (art. 2:152-2:164 en 2:262-2:274 BW).
Verplicht en moet uit minimaal drie personen bestaan.
De a.v.a. benoemt en ontslaat de raad van commissarissen.
De raad benoemt en ontslaat bestuurders en moet bepaalde
bestuursbesluiten goedkeuren (art. 2:164 BW).
Vrijstelling van het structuurregime is mogelijk voor grote, internationale
concerns die als holding fungeren onder voorwaarden.
o Corporate governance: gaat over goed ondernemingsbestuur en wordt
vastgelegd in de Corporate Governance Code.
De code richt zich op transparant en integer bestuur.
Week 1 en 2:
Onderneming: een zelfstandige eenheid waar arbeid wordt verricht (art. 1 lid 1 sub c WOR).
Rechtssubject: drager van rechten en plichten (natuurlijk persoon en rechtspersoon).
Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid (Boek 7A BW):
Eenmanszaak: onderneming met één ondernemer en een eenvoudige structuur.
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK (art. 5 Handelsregisterwet 2007).
o Ondernemings- en privévermogen zijn niet afgescheiden.
o De ondernemer is met zijn gehele vermogen privé aansprakelijk voor alle
schulden van de onderneming. Privébezittingen (zoals huis) kunnen dus worden
aangesproken bij faillissement van de onderneming.
o De ondernemer is zelf bevoegd om rechtshandelingen te verrichten (dit kan
namens de eenmanszaak).
o In het belastingrecht wordt onderscheid gemaakt tussen ondernemings- en
privévermogen:
Winsten uit privévermogen zijn onbelast; verliezen zijn niet aftrekbaar.
Winsten uit ondernemingsvermogen zijn belast; verliezen zijn aftrekbaar.
o Hoewel de eenmanszaak één juridische eigenaar heeft, kan de ondernemer
personeel in dienst nemen
o Voorbeelden: freelancer, zzp, kleine winkel.
Maatschap: een overeenkomst tussen minimaal twee maten (vennoten) om samen te
werken en winst te delen.
Stille maatschap: treedt niet naar buiten met een gezamenlijke naam maar
ieder als zelfstandig ondernemer, geen afgescheiden vermogen, geen
vereiste inschrijving bij de KvK, maar vereist wel een maatschapscontract.
Openbare maatschap: treedt naar buiten met een gezamenlijke naam
waardoor herkenbaar voor klanten en zakenpartners, wel afgescheiden
vermogen, vereist inschrijving bij de KvK en een contract. Iedere maat is
zelfstandig bevoegd om rechtshandelingen te verrichten.
o Oprichting: Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en een mondeling of
schriftelijk contract (zoals bij totstandkoming van een normale overeenkomst).
o Inbreng (art. 7A:1662 BW): arbeid, geld, goederen en genot van goederen.
o Meestal gebruikt voor vrije beroepen (bijv. advocaten, artsen).
o De maten zijn aansprakelijk voor het deel dat zij hebben ingebracht, tenzij anders
afgesproken.
o Bevoegdheden van de maten:
Beheersdaden (dagelijkse zaken): geen toestemming van andere maten
nodig; de vennoot is zelf aansprakelijk.
Beschikkingsdaden (bijzondere zaken): vereist gezamenlijke toestemming.
o Voorbeelden: medische maatschap (openbaar), tijdelijke samenwerking tussen
freelancers (stil), vrij beroep (bijv. advocatenkantoor).
Vennootschap onder firma (vof): een bijzondere maatschap die uitoefent onder een
gezamenlijke naam en met vermogen van een bedrijf (art. 16 WvK).
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en vennootschapscontract nodig.
o Ondernemings- en privévermogen zijn afgescheiden, maar crediteuren kunnen
zich, bijv. bij een tekort aan vermogen om schuld af te lossen, altijd alsnog
verhalen op het privévermogen van de vennoten.
o Alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele schuld van de vof (art.
18 WvK).
o Wordt niet gekozen bij vrij beroep (zoals advocatenkantoor bij maatschap), maar
heeft een commercieel karakter en voert een bedrijf, zoals een tassenlijn.
o Iedere vennoot is bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen namens de
vof, het uitgeven en ontvangen van gelden, en de vof te binden aan derden.
, Kennis samenvatting blok 3
o Verschil met maatschap: Bij een maatschap is volmacht nodig om andere maten
te binden aan overeenkomsten met derden.
o Voorbeeld: familiebedrijf (bijv. broers/zussen), bouwbedrijf
Commanditaire vennootschap (cv): een variant op de vof.
Beherende vennoten: Bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen,
voeren het dagelijkse beheer en treden naar buiten op. Bij faillissement zijn
ze hoofdelijk aansprakelijk met volledig privévermogen.
Stille (commanditaire) vennoten: Investeren kapitaal, hebben geen
beheersfunctie (vennoot bij wijze van geldschieting) en treden niet op naar
buiten. Bij faillissement is hun aansprakelijkheid beperkt tot het ingebrachte
bedrag (art. 20 lid 3 WvK).
o Inschrijving in het handelsregister bij de KvK en een onderling contract.
o Afgescheiden vermogen (ook bij slechts één beherend vennoot in beginsel).
o Voorbeeld: Beleggingsfonds met investeerders.
Het rechtspersonenrecht is geregeld in Boek 2 BW.
Drie categorieën rechtspersonen:
o Publiekrechtelijk: staat, provincies, gemeenten, waterschappen en andere
overheidsorganisaties.
o Kerkgenootschappen: kerken, moskeeën en andere religieuze instellingen.
o Privaatrechtelijk: verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen,
NV’s, BV’s en stichtingen.
Gesloten systeem: Alleen wettelijk erkende rechtspersonen zijn toegestaan.
Statuten: Bepalen de eigen, interne rechtsorde en structuur van de rechtspersoon.
Oprichting: Vereist een notariële akte met statuten (inclusief naam, zetel en doel van
de rechtspersoon) en inschrijving in het handelsregister bij de KvK.
Vertegenwoordiging: Het bestuur treedt namens de rechtspersoon op.
Voordelen van rechtspersoon: beperking van aansprakelijkheid, continuïteit van de
onderneming en financiële voordelen.
Rechtspersonen kunnen werkgever zijn, niet werknemer.
Ondernemingen met rechtspersoonlijkheid:
NV en BV: kapitaalvennootschappen die zijn verdeeld in aandelen.
o Vereist notariële akte en inschrijving in het handelsregister bij de KvK.
o Afgescheiden vermogen.
o Aansprakelijkheid beperkt tot het vermogen van de NV en BV. Aandeelhouders
zijn alleen aansprakelijk bij wanbeleid.
o Wettelijke regelingen staan beschreven in Boek 2, Titel 5 BW.
Soorten aandelen:
- NV: aandelen op naam of aandelen aan toonder (vrij verhandelbaar).
- BV: aandelen op naam (art. 2:194 BW).
Overdraagbaarheid
- NV: in beginsel vrij overdraagbaar.
- BV: niet vrij overdraagbaar; de overdracht is beperkt door een
blokkeringsregeling, waardoor medeaandeelhouders voorrang krijgen bij
de verkoop van aandelen voordat deze aan derden worden aangeboden.
Andere beperkingen zijn mogelijk via statuten.
Kapitaalvereisten
- NV: minimaal €45.000 gestort kapitaal (art. 2:67 lid 2 BW).
- BV: geen minimumkapitaal vereist (slechts 1 eurocent nodig).
o Organen van de NV en BV: Een persoon of groep die wettelijk of statutair
bevoegd is om namens de vennootschap te handelen.
1. De algemene vergadering van aandeelhouders (a.v.a.)
Taken (art. 2:107 en 2:217 BW):
- Statuten wijzigen.
, Kennis samenvatting blok 3
- Benoemen, schorsen en ontslaan van bestuurders of commissarissen.
- Uitgeven van nieuwe aandelen (emissie) na oprichting (art. 2:96a en
2:206a BW).
- Vaststellen van de winstuitkering met toestemming van het bestuur
(art. 2:216 BW).
- Aandeelhouders nemen besluiten en hebben recht op een deel van de
winst
Juridische macht ligt bij a.v.a., feitelijke macht ligt bij het bestuur.
Minstens één vergadering per jaar, binnen zes maanden na afloop van
het boekjaar (art. 2:108 en 2:218 BW).
2. Het bestuur
Taken (art. 2:219 en 2:239 BW):
- Vaststellen van jaarrekening en jaarverslag (art. 2:101 en 2:210 BW).
- Vertegenwoordigen van de vennootschap (art. 2:130 en 2:240 BW).
- Bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen:
NV: Raad van Bestuur
BV: Bestuur
- Bevoegdheid kan worden beperkt of uitgebreid via de statuten:
Beperking: Het bestuur mag de vennootschap in bepaalde
gevallen naar buiten vertegenwoordigen (art. 2:130 en 2:240
BW).
Uitbreiding: Het bestuur kan bijv. gemachtigd worden om nieuwe
aandelen uit te geven (art. 2:96 en 2:206 BW).
Benoeming en ontslag:
- Eerste keer via notariële akte van oprichting, daarna door de a.v.a.
- Schorsing of ontslag kan plaatsvinden door degene die bevoegd is tot
benoeming van de bestuurders (art. 2:134 en 2:244 BW).
3. De raad van commissarissen
Taken (art. 2:140 en 2:250 lid 2 BW):
- Houdt toezicht op het beleid van het bestuur en algemene gang van
zaken binnen de vennootschap.
- Het bestuur moet de raad tijdig van alle noodzakelijke gegevens
voorzien (art. 2:141 en 2:251 BW).
- Heeft de bevoegdheid om bestuurders te schorsen.
o Verschil tussen BV en NV: Een BV heeft meestal een kleinere groep
aandeelhouders en minder kapitaaleisen, terwijl een NV vaak bedoeld is voor
grote, openbare ondernemingen die kapitaal willen aantrekken via de beurs.
o Voorbeeld NV: Grote bedrijven zoals Shell, Philips en Heineken.
o Voorbeeld BV: Tech-startup (IT-bedrijf).
Structuurvennootschap: bij wet ‘de grote naamloze vennootschap’ genoemd.
o Vereisten (art. 2:153 en 2:263 BW):
Het geplaatste kapitaal bedraagt, met de reserves, minimaal €16 miljoen.
De vennootschap heeft een wettelijk verplichte ondernemingsraad.
Binnen de vennootschap werken 100 of meer werknemers.
o Raad van commissarissen:
Speelt een grotere rol dan normaal (art. 2:152-2:164 en 2:262-2:274 BW).
Verplicht en moet uit minimaal drie personen bestaan.
De a.v.a. benoemt en ontslaat de raad van commissarissen.
De raad benoemt en ontslaat bestuurders en moet bepaalde
bestuursbesluiten goedkeuren (art. 2:164 BW).
Vrijstelling van het structuurregime is mogelijk voor grote, internationale
concerns die als holding fungeren onder voorwaarden.
o Corporate governance: gaat over goed ondernemingsbestuur en wordt
vastgelegd in de Corporate Governance Code.
De code richt zich op transparant en integer bestuur.