2025-2026
PSYCHOLOGIE– ABA 1 – KU Leuven
,HC 1
DEEL 1 – SOCIOLOGIE, EEN WETENSCHAP VAN DE SAMENLEVING
HOOFDSTUK 1 – OP ONTDEKKINGSTOCHT DOOR EEN BEKEND GEBIED
Sociologie (socius + logos) = samenlevingskunde
1.1) EEN ‘BEELD’ VAN EEN TITEL
Voetbalveld is goede metafoor om naar samenleving te kijken – leerstof hieraan linken
Samenleving = speelveld sociale verbanden/interactiekaders
Rode kruisjes posities die mensen innemen rollen & verwachtingen (bv. student – docent)
Sociale spelregels (wetten)
o Socialisatie = aanleren hoe je je moet gedragen in een bepaalde setting
Sociale feiten (onderdeel van hoofdrolspelers volgens Durkheim) = een waarneembaar sociaal verschijnsel extern van
het individu
1.2) HET DAGELIJKSE LEVEN...
Sociologische verbeelding/imaginatie = vermogen om afstand te nemen van de actuele toestand en een alternatief staandpunt
in te nemen:
Geschiedenis: historische context
Biografie: welke mensen bevolken de samenleving
Sociale structuur: wat zijn de instituties, hoe houden ze orde, ...
o Instituties = dominant maatschappelijk patroon wetgeving/regels, gedragingen & normen
Kan dus juridisch of niet-juridisch verankerd zijn
DUS: Concepten los van individuen bekijken algemene gedragslijnen over groepen
constateren
Verband sociale feiten & hoe individuen hun pad bewandelen
o Kleinere groepen kunnen ook invloed uitoefenen op de grotere sociale
structuren
Voorbeeld: Tea drinking
Signaal van goede gezondheid
In Engeland status & traditie – rust moment in de dag (afstand nemen van
onze eigen cultuur waar thee drinken geen sociaal evenement is)
o Deel van de dagstructuur
Soms blijven rituelen duren ook al is de oorzaak verdwenen ingeburgerd in samenleving
Generatie op generatie doorgegeven
“Alles is contingent, maar niet arbitrair”
Contingent = niet noodzakelijk: het is niet omdat een bepaald sociaal gebruik ook anders had kunnen zijn, dat er geen
goede redenen bestaan voor de manier waarop het hic et nunc vorm krijgt
o Dominante instituties hadden ook andere structuren kunnen aannemen als er andere factoren waren geweest
o Bv. wij konden in andere onderwijsvormen les krijgen (andere culturen)
Arbitrair = willekeurig hoe het nu is gebeurt is niet voor niets – obv historische grond
1
,1.4) EEN EERSTE DEFINITIE VAN SOCIOLOGIE
Sociologie = de wetenschap die de maatschappelijke patronen en structuren bestudeert, in hun ontstaan, voortbestaan en
veranderen, en tevens het sociale handelen van mensen in de interactie met deze patronen en structuren
Samenleving is een objectieve werkelijkheid = algemene waarden &
normen hebben een invloed op het individu, ongeacht diens mening
Mens is een sociaal product = ondanks individuele verschillen toch
veel gelijkenissen (bv. de studenten zijn gesocialiseerd)
Samenleving is menselijk product = instituties passen zich ook aan aan
aanpassingen van de mensen
Sociologie als wetenschap:
Verklaren in de sociologie = het vaststellen van een statistisch verband + het begrijpen van dat verbandin termen van
verwachtingen (hypothesen)
Academisch referentiekader = leren denken in de abstractie
o Hypotheses, oorzaak-gevolg, onafhankelijke-afhankelijke variabele, antecedenten-consequenten
Variabelen (bepaalde wijze van samenleven – sociaal feit) altijd in context brengen (sociale tijd & sociale ruimte –
terrritorium)
HC 2 – geen toekomst zonder kennis (Zuhal Demir)
Institutie stuurt gedrag beleid is hier onderdeel van (daarom gastles van Demir)
Onderwijs:
“Onderwijs is het krachtigste wapen om de wereld te veranderen” Nelson Mandela
Onderwijs = belangrijkste bevoegdheid van de Vlaamse regering (rugzak die je als overheid meegeeft aan ieder kind)
Gelijke kansen stimuleren (ondanks afkomst, financiële toestand, ...) lesgeven (ieder kind versterken)
o Nederlands = belangrijk!!
o Iedereen heeft een talent onderwijs kan dit laten ontplooien
o Via kennis van op school universiteit, hogeschool, ... OF beroep aanleren (bv. elektricien)
In het onderwijs in Vlaanderen alles mogelijk – stimulatie (BSO naar master is mogelijk)
Hoe doen we het in Vlaanderen?:
Ooit stonden we aan de wereldtop
o Vroeger onderwijssysteem = kennisrijk curriculum (zoveel mogelijk leren – kennis opdoen)
o 25 jaar geleden: pedagogen zeiden: meer inzetten op kunnen (bewustzijn & vaardigheden) ipv kennen
(blokken, grammatica, spelling, wiskunde, ...) = pretpedagogie
o TIMMS-testen
Dit leidde tot dalende prestaties (voor wiskunde op het niveau van Italië, Saudi-Arabië) plek 5 naar
25
Wetenschap ook gedaald (zoals Jordanië, ...)
o Demirs mening: eerst kennen en dan kunnen
School is geen therapeutische instelling, maar een plek van kennisoverdracht
Terug naar kennis gaan (kleuter & lager onderwijs) nieuwe minimumdoelen
2
, Duidelijke & heldere leerdoelen (samenhangend)
Kennisrijke basis geen wolligheid
Objectief & eenduidig te evalueren
Kritiek: “Kleuters moeten zichzelf toch ontwikkelen ipv kennis aanleren?”
Niet waar volgens Demir, want kleuters nemen op hun niveau informatie op als sponzen
Wiskunde & Nederlands = kern
Een kind dat iets kent geeft fijn gevoel
o Hangt samen met mentaal welzijn (dat lager is dan ooit)
Structuur:
Invulboeken verdwijnen handboeken terug
Terug pen & papier (tablets verdwijnen)
Lager & middelbaar: geen gsm’s
o Er zijn al zoveel prikkels
o Tijdens de speeltijd keken kinderen constant op hun gsm kameraadschap bevorderen
o In middelbaar: laptops worden niet meer zomaar aan iedereen gegeven scholen maken zelf de keuze (bv.
technische richtingen hebben soms wel echt een laptop nodig)
Investeren in Nederlands lager & kleuter onvoldoende kennis van Nederlands? 3u extra Nederlands per week
o Nadien pas in een klas zetten (max. na 2 jaar)
o Voordien: gewoon in een klas gedropt zonder enige kennis van het Nederlands
Sociale mobiliteit cruciaal in het onderwijs (diploma’s openen deuren)
Sociale media – media begrijpen:
Kennis = cruciaal om media te begrijpen
Geen respect voor elkaars meningen
o Gevaar = algoritme leidt je tot gelijkaardige meningen geen andere meningen tegenkomen
o Zo lijkt het alsof dat het enige juiste beeld is (bv. Andrew Tate)
Actieplan gedrag gedrag sturen op school (je kan je niet permitteren om tijd te besteden aan een kwartier rust voor iedere
les)
Routines / voorspelbaarheid = belangrijk
School moet een gestructureerde, veilige omgeving zijn
“Onderwijs is de grote motor van persoonlijke ontwikkeling. Het is dankzij onderwijs dat de dochter van een boer dokter kan
worden en zoon van een mijnwerker de mijn kan leiden.” – Nelson Mandela
HC 3
HOOFDSTUK 2 – VIER TEGENGESTELDE KRACHTEN
Thema’s die het vaakst aan bod komen in de sociologie = 4 tegengestelde krachten
Individu versus samenleving: vrijheid vs. dwang
Samenleving heeft mogelijkheden versus beperkingen: samenleving biedt mogelijkheden, maar legt ook beperkingen
op
o Bepaalde zaken enkel mogelijk door sociaal verband
Solidariteit (cohesie) versus strijd (conflict): samenleving zit vol diepe sociale ongelijkheden & conflicten ook
interactie, communicatie & samenwerking
Ongelijkheid versus gelijkheid: iedereen is gelijk voor de wet, maar klassenjustitie, ...?
3