1. Evolutie van de agrovoedingsketen
- Efficiëntere productie
- Stijgende export (dierlijke producten)
- Voedselveiligheid
- Technologische vernieuwingen
- Multinationals
- Afnemer-gedragen keten
- Opkomst private-label producten
Private-label: Huismerken; geproduceerd in opdracht van een retailer als tegenhanger van
merkproducten.
Agro-voedingsketen
Complex geheel van ketenpartners:
Omvat alle schakels van agrarische
toelevering tot en met consument.
Agrobusinesscomplex (ABC
aangeduid in rood)
→ Agrarische en niet-agrarische
toelevering
→Landbouwsector
→Voedingsindustrie
Agro-voedingsketen omvat 6
hoofdschakels:
1. Agrarische toelevering (bv.
Landbouwmachines) en niet-
agrarische toelevering.
2. Primaire productie (land- en
tuinbouw)
3. Voedingsindustrie
4. Distributie (groot- en
detailhandel)
5. Voedingsdiensten
6. Consument
Voorbeelden van ketenconfiguraties p8-12 cursus.
2. Schakels binnen de Agrovoedingsketen
Justine Vermeersch 2020 - 2021
,= Toelevering voor land- en tuinbouw zodat deze over kunnen gaan tot productie
Subsectoren in deze toelevering:
- Mengvoederfabrikanten (veevoeder)
- Agrochemie (kunstmeststof en gewasbescherming)
- Uitrustingssector (Landbouwmachines, veeteelt-uitrusting en stallenbouw)
- Zaadsector (zaaigoed)
Evolutie van de primaire sector
➔ Structurele afname van het aantal land- en tuinbouwbedrijven
➔ Gemiddelde bedrijfsoppervlakte vergroot
➔ Werkgelegenheid in landbouw is gedaald
➔ Steeds groter aandeel niet-familiale werkkrachten
Aandeel teelten (plantaardige productie)
Aandeel veeteelt
Cijfers zuivel en visserij p20-21 cursus.
= Het cluster van bedrijven dat grondstoffen, hoofdzakelijk afkomstig van land- en tuinbouw
transformeert in voedingsproducten met als doelstelling het inspelen op en het bevredigen van de
behoeften van de consument.
Justine Vermeersch 2020 - 2021
, = De bedrijfstak die producten voortbrengt voor menselijke en dierlijke voeding (FEVIA).
*FEVIA: Federatie van de Belgische voedingsindustrie
*EFFAT: European Federation of Food Agriculture and Toursim
Europese voedingsindustrie: Grootste sector op het vlak van omzet, toegevoegde waarde en
werkgelegenheid (meer export dan import).
→Belangrijkste sector in
de verwerkende industrie.
→Economisch stabiele
sector.
→Vlaanderen > Wallonië
→Verre export (buiten
Europa is veel gestegen
over laatste 10 jaar
➔ Verenigde Staten
➔ Azië
Subsectoren van de voedingsindustrie:
NACE-classificatie van 2008 ("Nomenclature statistique des Activités économiques dans la
Communauté Européenne"/Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de
Europese Gemeenschap".
- Algemene Nomenclatuur van de Economische Activiteiten in de Europese Gemeenschappen
- NACE-code = 5 cijfers (eerste 4 cijfers zijn Europees bepaald)
- Voedingsindustrie code: NACE2008 code 10+11 (productie van voeding + dranken)
Distributie: Verpakte eindproducten wordt vervoerd naar distributiecentra en opslagplaatsen en
vervolgens naar de retail en detailhandel om aan consument te verkopen.
Traceerbaarheid is belangrijk! Alle productcontainers zijn gemerkt met codes zodat ze efficiënt
kunnen verscheept worden en als er zich een probleem stelt, ze gemakkelijk kunnen teruggevonden
worden.
Distributie kan op 2 manieren:
1. B2B (business to business)
Bedrijven die leveren aan ander bedrijven in de sector.
Bv. Maalderijen die bloem leveren aan bakkers
2. B2C (business to consumer)
Bedrijven die uitsluitend consumptiegoederen maken
Bv. Snoepfabrikanten
Bedrijven kunnen ook beide doen. Bv. Suikerfabriek die suiker levert aan andere ondernemingen
maar ook suikerklontjes maakt voor de consument in de winkel.
Justine Vermeersch 2020 - 2021