Psychologische stromingen
Hoofdstuk 1 psychologie: een palet vol theorieën
1.2 Wat is de psychologie?
Onenigheid over de definitie
Object= studieonderwerp van een wetenschap.
➔ Bij de meeste wetenschappen goed te formuleren en bestaat er, zowel intern(binnen
een wetenschap) als extern (vanuit andere wetenschappen), overeenstemming over.
Bij psychologie is zowel intern als extern geen eenduidigheid over het object.
➔ Intern: verschillende theoretische stromingen.
➔ Extern: niet goed afgebakend van andere (mens)wetenschappen.
Deze interne en externe onduidelijkheden hebben tot gevolg dat ze zowel binnen de
psychologie als tussen de psychologie en andere wetenschappen rivaliserende
beschrijvingen en verklaringen zijn aan te treffen over eenzelfde onderwerp.
Een poging tot definiëring van de psychologie
‘Psychologie is een wetenschap, waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd
als de gevoelens van gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de
omstandigheden waarin dat plaatsvindt.’
Het verschil met andere wetenschappen is erin gelegen dat in de psychologische theorieën
de beschrijving en verklaring van het object vooral plaatsvinden op individueel niveau.
Een wetenschap wordt getypeerd door:
- (A) de soorten vragen en problemen (het object)
- (B) de methoden en theorieën.
- (C) maatschappelijk draagvlak van een wetenschap
De maatschappelijke betekenis van een wetenschap is af te leiden uit hoe sterk persoonlijke
theorieën gekleurd worden door wetenschappelijke kennis.
Gepsychologiseerde wereld (ibidem)= de manier waarop de doorsneeburger
maatschappelijke verschijnselen ervaart mede bepaald wordt door psychologische
theorieën.
1.3 Theorieën
De psychologie wordt een veelkoppig monster genoemd(of; zij kent vele gezichten), omdat
de samenhang tussen de psychologische interpretaties van maatschappelijke verschijnselen
gering is.
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan. Ze
bieden interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden.
, Omdat er binnen de psychologie geen theoretische overeenstemming is, heeft dit tot gevolg
dat eenzelfde verschijnsel vanuit meerdere theorieën verschillend beschreven een verklaard
wordt.
Functies van theorieën
1. Systematiserende of ordenende functie: weergave van wat er wordt waargenomen.
➔ Wetenschappelijke kennisverwerving verloop via expliciete regels. De
procedures van verwerving moeten duidelijk en controleerbaar zijn. En
bevindingen moeten herhaalbaar zijn.
➔ De menselijke waarneming wordt gekleurd door behoeften, emoties en
kennis.
➔ Wetenschappers kennen geen objectieve waarneming, omdat hun
waarneming ‘theoriegeladen’ is. Dit wil zeggen dat hun referentiekader
bepaalt wat ze zien, waar ze de nadruk op leggen en wat ze verwaarlozen.
2. Verklaren en voorspellen: de resultaten kunnen verklaard worden door aan te geven
dat ze in specifieke omstandigheden bereikt worden. Op grond daarvan kan
voorspeld worden dat in een experiment waarin de proefpersonen minder afhankelijk
zijn, zij ook minder gehoorzaam zullen zijn.
3. Heuristische noemen: aangeven dat op grond van inzicht dat de theorie heeft
opgeleverd nieuwe voorspellingen gedaan kunnen worden.
1.4 Kenmerken van psychologische stromingen
Historische ontwikkeling
De start van de wetenschappelijke psychologie ligt zo’n 130 jaar achter ons, maar de
filosofische tradities waaruit zij voortkwam zijn veel ouder en soms te herleiden tot de ‘oude
Grieken’. Er was een positieve tijdgeest en werd geloofd in grote wetenschappelijke
vooruitgang.
De toekomstige psychologie, zo dacht men, zou de mens helpen bij het vinden van zijn
bestemming. Over de manier waarop dat doel gerealiseerd moest worden, liepen de
meningen uiteen.
➔ De psychologie moet een alomvattende theorie van het psychische functioneren
beschikken, voordat er begonnen kon worden aan praktische toepassingen.
➔ Kennis moest dienstbaar zijn aan concrete maatschappelijke doelstellingen. De
maatschappelijke problemen moesten de theorievorming bepalen.
Er ontstonden meerdere stromingen. Deze bestonden uit groepen wetenschappers met
eigen, specifieke vraagstellingen en onderzoeksmethoden.
Binnen de stromingen in de psychologie ontstond schoolvorming. Schoolvorming is
uitstekend zolang men de andere gezichtspunten kent en er eventueel gebruik van maakt.
In de eerste helft van de 20e eeuw bestreden scholen elkaar net als de toenmalige politieke
partijen, vonden andere bevindingen irrelevant of gevaarlijk en sloten zich af door eigen
taalgebruik.
● Specifieke begrippen ontwikkelt
● Eigen vereniging opgericht: congressen, tijdschriften en een cultuur waarin
wetenschappers die afweken van de ‘juiste lijn’ werden uitgestoten.
Hoofdstuk 1 psychologie: een palet vol theorieën
1.2 Wat is de psychologie?
Onenigheid over de definitie
Object= studieonderwerp van een wetenschap.
➔ Bij de meeste wetenschappen goed te formuleren en bestaat er, zowel intern(binnen
een wetenschap) als extern (vanuit andere wetenschappen), overeenstemming over.
Bij psychologie is zowel intern als extern geen eenduidigheid over het object.
➔ Intern: verschillende theoretische stromingen.
➔ Extern: niet goed afgebakend van andere (mens)wetenschappen.
Deze interne en externe onduidelijkheden hebben tot gevolg dat ze zowel binnen de
psychologie als tussen de psychologie en andere wetenschappen rivaliserende
beschrijvingen en verklaringen zijn aan te treffen over eenzelfde onderwerp.
Een poging tot definiëring van de psychologie
‘Psychologie is een wetenschap, waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd
als de gevoelens van gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de
omstandigheden waarin dat plaatsvindt.’
Het verschil met andere wetenschappen is erin gelegen dat in de psychologische theorieën
de beschrijving en verklaring van het object vooral plaatsvinden op individueel niveau.
Een wetenschap wordt getypeerd door:
- (A) de soorten vragen en problemen (het object)
- (B) de methoden en theorieën.
- (C) maatschappelijk draagvlak van een wetenschap
De maatschappelijke betekenis van een wetenschap is af te leiden uit hoe sterk persoonlijke
theorieën gekleurd worden door wetenschappelijke kennis.
Gepsychologiseerde wereld (ibidem)= de manier waarop de doorsneeburger
maatschappelijke verschijnselen ervaart mede bepaald wordt door psychologische
theorieën.
1.3 Theorieën
De psychologie wordt een veelkoppig monster genoemd(of; zij kent vele gezichten), omdat
de samenhang tussen de psychologische interpretaties van maatschappelijke verschijnselen
gering is.
Theorieën zijn te typeren als referentiekaders van waaruit psychologen te werk gaan. Ze
bieden interpretaties waarmee verschijnselen bekeken en verhelderd worden.
, Omdat er binnen de psychologie geen theoretische overeenstemming is, heeft dit tot gevolg
dat eenzelfde verschijnsel vanuit meerdere theorieën verschillend beschreven een verklaard
wordt.
Functies van theorieën
1. Systematiserende of ordenende functie: weergave van wat er wordt waargenomen.
➔ Wetenschappelijke kennisverwerving verloop via expliciete regels. De
procedures van verwerving moeten duidelijk en controleerbaar zijn. En
bevindingen moeten herhaalbaar zijn.
➔ De menselijke waarneming wordt gekleurd door behoeften, emoties en
kennis.
➔ Wetenschappers kennen geen objectieve waarneming, omdat hun
waarneming ‘theoriegeladen’ is. Dit wil zeggen dat hun referentiekader
bepaalt wat ze zien, waar ze de nadruk op leggen en wat ze verwaarlozen.
2. Verklaren en voorspellen: de resultaten kunnen verklaard worden door aan te geven
dat ze in specifieke omstandigheden bereikt worden. Op grond daarvan kan
voorspeld worden dat in een experiment waarin de proefpersonen minder afhankelijk
zijn, zij ook minder gehoorzaam zullen zijn.
3. Heuristische noemen: aangeven dat op grond van inzicht dat de theorie heeft
opgeleverd nieuwe voorspellingen gedaan kunnen worden.
1.4 Kenmerken van psychologische stromingen
Historische ontwikkeling
De start van de wetenschappelijke psychologie ligt zo’n 130 jaar achter ons, maar de
filosofische tradities waaruit zij voortkwam zijn veel ouder en soms te herleiden tot de ‘oude
Grieken’. Er was een positieve tijdgeest en werd geloofd in grote wetenschappelijke
vooruitgang.
De toekomstige psychologie, zo dacht men, zou de mens helpen bij het vinden van zijn
bestemming. Over de manier waarop dat doel gerealiseerd moest worden, liepen de
meningen uiteen.
➔ De psychologie moet een alomvattende theorie van het psychische functioneren
beschikken, voordat er begonnen kon worden aan praktische toepassingen.
➔ Kennis moest dienstbaar zijn aan concrete maatschappelijke doelstellingen. De
maatschappelijke problemen moesten de theorievorming bepalen.
Er ontstonden meerdere stromingen. Deze bestonden uit groepen wetenschappers met
eigen, specifieke vraagstellingen en onderzoeksmethoden.
Binnen de stromingen in de psychologie ontstond schoolvorming. Schoolvorming is
uitstekend zolang men de andere gezichtspunten kent en er eventueel gebruik van maakt.
In de eerste helft van de 20e eeuw bestreden scholen elkaar net als de toenmalige politieke
partijen, vonden andere bevindingen irrelevant of gevaarlijk en sloten zich af door eigen
taalgebruik.
● Specifieke begrippen ontwikkelt
● Eigen vereniging opgericht: congressen, tijdschriften en een cultuur waarin
wetenschappers die afweken van de ‘juiste lijn’ werden uitgestoten.