10.1. Ontwikkelingsachterstand en -stoornis
Je spreekt van een ontwikkelingsachterstand wanneer de ontwikkeling
van mijlpalen op een of meerdere gebieden trager verloopt dan wat
gemiddeld gebruikelijk is bij kinderen van een bepaalde leeftijd. Als
kinderen veel later rollen, praten of lopen dan andere kinderen van
dezelfde leeftijd kan er sprake zijn van een achterstand. Het medische
woord voor ontwikkelingsachterstand is retardatie.
Een stoornis is iets anders dan een achterstand.
Een ontwikkelingsstoornis is een lichamelijke of psychische aandoening
waardoor de ontwikkeling anders verloopt. Een ontwikkelingsstoornis heb
je voor het leven. De begeleiding bij een ontwikkelingsstoornis is gericht
op het leren omgaan met de stoornis.
Achterstanden en stoornissen komen op verschillende
ontwikkelingsgebieden voor, zoals motoriek, sociale vaardigheden,
leervermogen, groei, spraak en taal. Je stelt ze vast aan de hand van
uitgebreid onderzoek. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een arts of een
psycholoog. Achterstanden en stoornissen kunnen op elke leeftijd
geconstateerd worden. Ernstige achterstanden en beperkingen worden
vaak eerder zichtbaar dan lichte vormen.
10.2. Signalen
Je ziet de kinderen meerdere malen in de week en hebt een cruciale rol in
het opmerken van afwijkende signalen. Maar het herkennen van een
mogelijke achterstand of stoornis is lastig. Signalen die kinderen
uitzenden, verschillen vaak van elkaar. Niet elk kind laat hetzelfde zien op
hetzelfde moment. Bepaalde signalen zijn bijvoorbeeld tijdelijk in meer of
mindere mate aanwezig. Omdat alle kinderen zich op verschillende
manieren ontwikkelen, hoeft niet elke signaal meteen een reden tot zorg
te zijn. Als een kind opvalt doordat het regelmatig anders reageert of
anders gedraagt, voer je gerichte observaties uit om te controleren of de
signalen vaker voorkomen en in welke situaties. Je bespreekt dit ook met
de ouders. Je mag nooit een diagnose stellen, wel doorverwijzen.
Motoriek
De motoriek speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van het jonge
kind. Op alle vlakken heeft het kind ontwikkeling van de motoriek nodig.
Beweging helpt ook bij het ontdekken van de wereld. Wanneer er
problemen met de motoriek ontstaan, heeft dit grote problemen voor de
verdere ontwikkeling. Er zijn verschillende signalen die kunnen duiden op
een achterstand of stoornis op motorisch gebied:
veel moeite hebben met knippen en plakken (fijne motoriek)
, slordig of heel langzaam schrijven
veel vallen, zichzelf stoten en dingen per ongeluk omgooien,
waardoor het kind wat onhandig overkomt
houterig bewegen
angst hebben voor de gymles of het buitenspelen.
heel veel of juist heel weinig kracht in de spieren hebben
een slappe of juist hoge spierspanning van het lichaam.
Spraak en taal
De spreiding tussen de tijdstippen waarop kinderen hun mijlpalen op
taalgebied bereiken, verschilt nogal. Om te kunnen concluderen of er
sprake is van een achterstand of stoornis is er kennis nodig over de
normale spraak- en taalontwikkeling. De signalen die kunnen wijzen op
een achterstand of stoornis in de spraak- en taalontwikkeling zijn:
niet brabbelen of laat verdwijnen van brabbelen
geen imitatie of nadoen van spraak
gebaren gebruiken in plaats van woorden
onverstaanbaarheid
niet duidelijk kunnen maken wat het kind bedoelt
afwijkend gebruik van taalregels
het niet begrijpen van opdrachten.
Sociale vaardigheden
Binnen het leven van een kind spelen sociale vaardigheden een
belangrijke rol. Sociaal vaardige kinderen zijn vaak populair. Kinderen die
niet sociaal vaardig zijn, hebben aanpassingsproblemen en moeite met het
leggen van sociale contacten. Er is vaak sprake van een vicieuze cirkel:
doordat een kind niet sociaal vaardig is, heeft het weinig contacten,
waardoor het ook geen ervaring opdoet, vervolgens raakt het kind nog
verder achter op sociaal gebied. Problemen met sociale vaardigheden kun
je aan de volgende signalen herkennen:
moeizaam contact met leeftijdsgenoten
het niet herkennen van emoties
het niet kunnen inleven in anderen
afhankelijkheid
Je spreekt van een ontwikkelingsachterstand wanneer de ontwikkeling
van mijlpalen op een of meerdere gebieden trager verloopt dan wat
gemiddeld gebruikelijk is bij kinderen van een bepaalde leeftijd. Als
kinderen veel later rollen, praten of lopen dan andere kinderen van
dezelfde leeftijd kan er sprake zijn van een achterstand. Het medische
woord voor ontwikkelingsachterstand is retardatie.
Een stoornis is iets anders dan een achterstand.
Een ontwikkelingsstoornis is een lichamelijke of psychische aandoening
waardoor de ontwikkeling anders verloopt. Een ontwikkelingsstoornis heb
je voor het leven. De begeleiding bij een ontwikkelingsstoornis is gericht
op het leren omgaan met de stoornis.
Achterstanden en stoornissen komen op verschillende
ontwikkelingsgebieden voor, zoals motoriek, sociale vaardigheden,
leervermogen, groei, spraak en taal. Je stelt ze vast aan de hand van
uitgebreid onderzoek. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een arts of een
psycholoog. Achterstanden en stoornissen kunnen op elke leeftijd
geconstateerd worden. Ernstige achterstanden en beperkingen worden
vaak eerder zichtbaar dan lichte vormen.
10.2. Signalen
Je ziet de kinderen meerdere malen in de week en hebt een cruciale rol in
het opmerken van afwijkende signalen. Maar het herkennen van een
mogelijke achterstand of stoornis is lastig. Signalen die kinderen
uitzenden, verschillen vaak van elkaar. Niet elk kind laat hetzelfde zien op
hetzelfde moment. Bepaalde signalen zijn bijvoorbeeld tijdelijk in meer of
mindere mate aanwezig. Omdat alle kinderen zich op verschillende
manieren ontwikkelen, hoeft niet elke signaal meteen een reden tot zorg
te zijn. Als een kind opvalt doordat het regelmatig anders reageert of
anders gedraagt, voer je gerichte observaties uit om te controleren of de
signalen vaker voorkomen en in welke situaties. Je bespreekt dit ook met
de ouders. Je mag nooit een diagnose stellen, wel doorverwijzen.
Motoriek
De motoriek speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van het jonge
kind. Op alle vlakken heeft het kind ontwikkeling van de motoriek nodig.
Beweging helpt ook bij het ontdekken van de wereld. Wanneer er
problemen met de motoriek ontstaan, heeft dit grote problemen voor de
verdere ontwikkeling. Er zijn verschillende signalen die kunnen duiden op
een achterstand of stoornis op motorisch gebied:
veel moeite hebben met knippen en plakken (fijne motoriek)
, slordig of heel langzaam schrijven
veel vallen, zichzelf stoten en dingen per ongeluk omgooien,
waardoor het kind wat onhandig overkomt
houterig bewegen
angst hebben voor de gymles of het buitenspelen.
heel veel of juist heel weinig kracht in de spieren hebben
een slappe of juist hoge spierspanning van het lichaam.
Spraak en taal
De spreiding tussen de tijdstippen waarop kinderen hun mijlpalen op
taalgebied bereiken, verschilt nogal. Om te kunnen concluderen of er
sprake is van een achterstand of stoornis is er kennis nodig over de
normale spraak- en taalontwikkeling. De signalen die kunnen wijzen op
een achterstand of stoornis in de spraak- en taalontwikkeling zijn:
niet brabbelen of laat verdwijnen van brabbelen
geen imitatie of nadoen van spraak
gebaren gebruiken in plaats van woorden
onverstaanbaarheid
niet duidelijk kunnen maken wat het kind bedoelt
afwijkend gebruik van taalregels
het niet begrijpen van opdrachten.
Sociale vaardigheden
Binnen het leven van een kind spelen sociale vaardigheden een
belangrijke rol. Sociaal vaardige kinderen zijn vaak populair. Kinderen die
niet sociaal vaardig zijn, hebben aanpassingsproblemen en moeite met het
leggen van sociale contacten. Er is vaak sprake van een vicieuze cirkel:
doordat een kind niet sociaal vaardig is, heeft het weinig contacten,
waardoor het ook geen ervaring opdoet, vervolgens raakt het kind nog
verder achter op sociaal gebied. Problemen met sociale vaardigheden kun
je aan de volgende signalen herkennen:
moeizaam contact met leeftijdsgenoten
het niet herkennen van emoties
het niet kunnen inleven in anderen
afhankelijkheid