Samenvatting democratie en
conflict
Na voltooiing van het vak Democratie en conflict is de student in staat om:
• Wetenschappelijke inzichten over hoe verschillende sociale groepen
zich verhouden tot democratische instituties en principes uit te
leggen en te analyseren;
• Wetenschappelijke inzichten over hoe verschillende sociale groepen
zich verhouden tot democratische instituties en principes toe te
passen op hedendaagse politiekmaatschappelijke vraagstukken;
• Wetenschappelijke verklaringen over hoe verschillende sociale
groepen zich verhouden tot democratische instituties en principes
kritisch te beoordelen;
• Gebruik makend van wetenschappelijke inzichten over hoe
verschillende sociale groepen zich verhouden tot democratische
instituties en principes bij te dragen aan de omgang met
hedendaagse politiek-maatschappelijke vraagstukken.
Inhoudsopgave
Week 1 democratie en instituties..............................................................2
Week 2 Democratie en denkbeelden........................................................8
Week 3 democratie en stratificatie.........................................................13
Week 5 democratie en participatie.........................................................15
Week 6 democratie en radicalisering......................................................21
1
,Week 1 democratie en instituties
Wat is een liberale representatieve democratie?
Liberale representatieve democratie: Beschermen van vrijheden van
het individu en minderheden tegen de staat en de meerderheid
(liberaal) en principe die de macht in de handen van (de
vertegenwoordigers van de) mensen zelf leggen (representatief).
Representatieve democratie is een illusie: Niet elke stem wordt
gehoord. Daarom wordt ook wel eens gesproken over een
polyarchie. We spreken van representatief als je verkiezingen hebt.
Illiberale democratie: Wel democratische verkiezingen, maar de
macht ligt bij de uitvoerende macht en de rechtstaat en
mensenrechten worden uitgehold. En er worden beperkingen
opgelegd aan de media, academische vrijheden en de oppositie.
Bijv. Hongarije.
Politieke instituties, Consensus- versus
meerderheidsdemocratieën (Lijphart, 1989)
Politieke instituties = formele en informele regels en besluiten.
Legt vast hoe regels eruitzien en hoe de controle op de macht wordt
vormgegeven.
o Politieke instituties verklaren (deels) landverschillen in
politieke perspectieven en gedragingen en functioneren
democratie.
Politieke instituties gaan dus over de mate van vertegenwoordiging en
mate van controle (als je eenmaal de macht hebt, hoe makkelijk is het om
beleid te veranderen). Er worden 6 instituties benoemd:
1. Kiessysteem
Regels rondom verkiezingen
Proportionele vertegenwoordiging (elke stem telt even veel mee) of
disproportionele vertegenwoordiging (stem van sommige telt sterker
mee).
2. Samenstelling regering
Meerdere partijen of één partij
3. Aantal partijen
Veel of minder partijen in een land
4. Verdeling van macht en taken
Een federale staat en decentralisatie of gecentraliseerde staat
5. Aantal kamers
Een Eerste en Tweede Kamer of één kamer
6. Rol van rechters in wetgeving
Constitutioneel hof of geen hof
2
, Lijphart laat zien dat er niet één beste manier is om een democratie in te
richten. Op basis van de 6 instituties werd er onderscheid gemaakt tussen
consensus- vs. Meerderheidsdemocratieën.
Consensusdemocratie: Betere vertegenwoordiging maar minder
aansprakelijkheid.
Over het algemeen hebben burgers in zo’n democratie meer
vertrouwen.
Meerderheidsdemocratie: Slechtere vertegenwoordiging maar meer
aansprakelijkheid.
Politieke actie vanuit burgers is groter (gaan stemmen).
Partij- en Territoriale en
regeringssysteem institutionele structuur
Meerderh Eenpartijstelsel of Unitaire staten, enkelvoudig
eid tweepartijenstelsel, parlementair stelsel, sterke
districtenstelsel (first-past- uitvoerende macht.
the-post),
meerderheidskabinetten.
Consensu Meerpartijenstelsels, Federale of
s proportionele gedecentraliseerde staten,
vertegenwoordiging, tweekamerstelsels, sterke
coalitieregeringen, macht rechterlijke macht,
delen. machtenscheiding.
Betere democratie?
De conventionele wijsheid stelt dat meerderheidsdemocratie superieur zou
zijn vanwege duidelijkheid en effectiviteit. Lijphart toont echter aan dat
consensusdemocratie minstens even goed (en soms beter) scoort op
belangrijke uitkomsten: Stabiliteit van democratie, Kwaliteit van bestuur,
Minderheidsbescherming en inclusiviteit.
Consensusdemocratie is niet zwakker of instabieler, maar juist een
robuuste vorm van democratie in verdeelde samenlevingen.
Meerderheidssystemen kunnen effectief zijn, maar missen vaak de
inclusiviteit die in pluralistische maatschappijen noodzakelijk is.
Democratic backsliding (Wander & Lust, 2018)
Wat is democratische backsliding (vs. een tekortkoming).
Afnemende competitie, participatie, verantwoording
"Democratie sterft zelden van de ene op de andere dag.”
(Lührmann, 2021)
3
conflict
Na voltooiing van het vak Democratie en conflict is de student in staat om:
• Wetenschappelijke inzichten over hoe verschillende sociale groepen
zich verhouden tot democratische instituties en principes uit te
leggen en te analyseren;
• Wetenschappelijke inzichten over hoe verschillende sociale groepen
zich verhouden tot democratische instituties en principes toe te
passen op hedendaagse politiekmaatschappelijke vraagstukken;
• Wetenschappelijke verklaringen over hoe verschillende sociale
groepen zich verhouden tot democratische instituties en principes
kritisch te beoordelen;
• Gebruik makend van wetenschappelijke inzichten over hoe
verschillende sociale groepen zich verhouden tot democratische
instituties en principes bij te dragen aan de omgang met
hedendaagse politiek-maatschappelijke vraagstukken.
Inhoudsopgave
Week 1 democratie en instituties..............................................................2
Week 2 Democratie en denkbeelden........................................................8
Week 3 democratie en stratificatie.........................................................13
Week 5 democratie en participatie.........................................................15
Week 6 democratie en radicalisering......................................................21
1
,Week 1 democratie en instituties
Wat is een liberale representatieve democratie?
Liberale representatieve democratie: Beschermen van vrijheden van
het individu en minderheden tegen de staat en de meerderheid
(liberaal) en principe die de macht in de handen van (de
vertegenwoordigers van de) mensen zelf leggen (representatief).
Representatieve democratie is een illusie: Niet elke stem wordt
gehoord. Daarom wordt ook wel eens gesproken over een
polyarchie. We spreken van representatief als je verkiezingen hebt.
Illiberale democratie: Wel democratische verkiezingen, maar de
macht ligt bij de uitvoerende macht en de rechtstaat en
mensenrechten worden uitgehold. En er worden beperkingen
opgelegd aan de media, academische vrijheden en de oppositie.
Bijv. Hongarije.
Politieke instituties, Consensus- versus
meerderheidsdemocratieën (Lijphart, 1989)
Politieke instituties = formele en informele regels en besluiten.
Legt vast hoe regels eruitzien en hoe de controle op de macht wordt
vormgegeven.
o Politieke instituties verklaren (deels) landverschillen in
politieke perspectieven en gedragingen en functioneren
democratie.
Politieke instituties gaan dus over de mate van vertegenwoordiging en
mate van controle (als je eenmaal de macht hebt, hoe makkelijk is het om
beleid te veranderen). Er worden 6 instituties benoemd:
1. Kiessysteem
Regels rondom verkiezingen
Proportionele vertegenwoordiging (elke stem telt even veel mee) of
disproportionele vertegenwoordiging (stem van sommige telt sterker
mee).
2. Samenstelling regering
Meerdere partijen of één partij
3. Aantal partijen
Veel of minder partijen in een land
4. Verdeling van macht en taken
Een federale staat en decentralisatie of gecentraliseerde staat
5. Aantal kamers
Een Eerste en Tweede Kamer of één kamer
6. Rol van rechters in wetgeving
Constitutioneel hof of geen hof
2
, Lijphart laat zien dat er niet één beste manier is om een democratie in te
richten. Op basis van de 6 instituties werd er onderscheid gemaakt tussen
consensus- vs. Meerderheidsdemocratieën.
Consensusdemocratie: Betere vertegenwoordiging maar minder
aansprakelijkheid.
Over het algemeen hebben burgers in zo’n democratie meer
vertrouwen.
Meerderheidsdemocratie: Slechtere vertegenwoordiging maar meer
aansprakelijkheid.
Politieke actie vanuit burgers is groter (gaan stemmen).
Partij- en Territoriale en
regeringssysteem institutionele structuur
Meerderh Eenpartijstelsel of Unitaire staten, enkelvoudig
eid tweepartijenstelsel, parlementair stelsel, sterke
districtenstelsel (first-past- uitvoerende macht.
the-post),
meerderheidskabinetten.
Consensu Meerpartijenstelsels, Federale of
s proportionele gedecentraliseerde staten,
vertegenwoordiging, tweekamerstelsels, sterke
coalitieregeringen, macht rechterlijke macht,
delen. machtenscheiding.
Betere democratie?
De conventionele wijsheid stelt dat meerderheidsdemocratie superieur zou
zijn vanwege duidelijkheid en effectiviteit. Lijphart toont echter aan dat
consensusdemocratie minstens even goed (en soms beter) scoort op
belangrijke uitkomsten: Stabiliteit van democratie, Kwaliteit van bestuur,
Minderheidsbescherming en inclusiviteit.
Consensusdemocratie is niet zwakker of instabieler, maar juist een
robuuste vorm van democratie in verdeelde samenlevingen.
Meerderheidssystemen kunnen effectief zijn, maar missen vaak de
inclusiviteit die in pluralistische maatschappijen noodzakelijk is.
Democratic backsliding (Wander & Lust, 2018)
Wat is democratische backsliding (vs. een tekortkoming).
Afnemende competitie, participatie, verantwoording
"Democratie sterft zelden van de ene op de andere dag.”
(Lührmann, 2021)
3