!OOK PPT GEBRUIKEN BIJ SV!
Naast gezin en school is het 3de opvoedingsmilieu vrije tijd. Dit is dan vrije tijd in een bepaalde context, het is
een plek waar jongeren kunnen sociale netwerken opbouwen en zo veel meer. Die tijd wordt meegestuurd door
ouder en mede-opvoeder en normen over ‘zinvolle’ tijdsbesteding. Dit alles diepen we uit en beantwoorden de
centrale vraag: Moet vrije tijd ergens toe dienen?
Kijk oef ‘wat verstaan we onder vrije tijd’
1. Slakkenrace
a. Wat? aan het krijten op de stoep om een slakkenrace te doen
b. Wie? jonge kinderen, geen begeleiders
c. Context? De kinderen spelen samen in andere talen, ze zijn buiten op een speelstraat → ruimte voor kinderen om buiten te spelen.
→ Kinderen speelden een simpel spelletje, weinig sturing of structurering van het spel. Hte was vrij spel en er was geen tijdsdruk.
2. Pandemic Games
a. Wat? Spelen tikkertje hoog → wordt over de hele wereld gespeeld, spel is heel universeel.
b. Wie? jongere en iets oudere kinderen → ook geen begeleiders of opvoeders
c. Context? Hong Kong, mondmaskers aan en zitten bovenop een dak → weinig groen op een dak
⇒ Spelen is universeel, spel is zeer verschillend
1. Wat is vrije tijd?
Er is geen duidelijke definitie van vrije tijd, toch proberen we het handvatten te geven
1.1Vrije tijd: een beladen begrip
Het concept ‘vrije tijd’ is in relatie toe opvoeding zeer geladen en meerledig, het is:
➢ Veranderlijk naar gelang tijd en context, het staat onder invloed van macro-factoren.
➢ Het is een moeilijk tastbaar begrip, het namelijk ‘vrij’ en dus ook vluchtig
➢ Beladen concept met vele ladingen.
Het gezin is de uitvalsbasis, het gezin is nooit een gegeven op zich maar staat altijd in de samenleving.
Kinderen gaan vanuit het gezin in de wereld van school en vrije tijd staan: bv. met het gezin naar de kerk,
samen in de zetel zitten op zondag,...
Er zijn verschillende (pogingen tot) definities van vrije tijd:
- Objectieve benadering
- Vrije tijd als een meetbaar concept, met focus op wat vrije tijd niet is. gedefinieerd als de tijd
die overblijft naast verplichtingen zoals werk, school en zorgtaken. Vrije tijd omschreven als
'resttijd' of 'niet-arbeidstijd', 'niet-schooltijd', en 'niet-zorgtijd'. Het gaat dus om de tijd die niet
wordt ingenomen door verplichte activiteiten.
- Subjectieve benadering
- De subjectieve benadering van vrije tijd ziet het als persoonlijke tijd waarin individuen zelf
beslissen wat ze doen. Het is een concept dat kan variëren van persoon tot persoon en van
moment tot moment, afhankelijk van persoonlijke voorkeuren en omstandigheden.
→ Persoons- en situatiegebonden fenomeen. Als het voor jou aanvoelt als ontspanning is het
voor jouw vrije tijd.
● Georganiseerde vrije tijd
○ Gestructureerd aanbod waar activiteiten zijn georganiseerd door een organisatie. Er zijn
opvoeders/begeleiders die de activiteiten in goede banen leiden. Er is een eerder formeel
verband.
● Ongeorganiseerde vrije tijd
○ Een niet-gestructureerde activiteiten/aanbod, kinderen/jongeren bepalen zelf wat ze doen en er
zijn (meestal) geen begeleiders noch ouders die toezicht doen. Het gebeurt individueel of in los
verband met andere kinderen/jongeren. Er is een eerder informele verband.
→ Niet volledig te onderscheiden, het is niet zwart-wit. Ze vloeien vaak door elkaar en er ontstaan
tussenvormen = hybride vrijetijdsorganisaties.
bv. Kind in de tekenles, tekent ook zelf thuis, buurtsport
1
, 1.2 Vrije tijd in evolutie
Vrije tijd is een sociaal fenomeen dat al een evolutie heeft gemaakt, het is een relatief jong begrip dat
oorsprongkelijk niet voor iedereen was.
Hoewel we zeggen dat het niet altijd bestond was er geen duidelijk onderscheid wat tss arbeid, jacht,...was
vroeger, er wel altijd een vorm van vrije tijd. Een lange tijd was het begrip dus onbekend.
Tot de 19de eeuw
Het begrip vrije tijd was redelijk onbekend mits de organisatie van de samenleving, het was eeuwenlang
voorbehouden aan een kleine elite want zij lieten andere voor hun werken. Dit patroon wass al zichtbaar in de
klassieke samenleving; volgens Aristoteles waren die gevrijwaard van arbeid vrij om zich toe te leggen op
geestelijke behoeftes.
In de 19de eeuw
Vooral de burgerij (rijken) kon hun vrije tijd inzetten voor verdere persoonlijke ontwikkeling.
Industriële modernisering
Naar aanleiding v/d opkomst v/d moderne industriële samenleving en nieuwe burgerij, kende vrije tijd radicale
omslag.Machines zorgde voor een toename in productiviteit, die het idee bracht dat mensen naast hun werk ook
vrije tijd kunnen hebben en de werkdagen worden verkort.
→ Vrije tijd als verdienste, verworvenheid waar ieder recht op heeft. Mensen kregen het volgens bepaalde
regels, structureel en in mate toegewezen.
Industriële revolutie
Er ontstonden strikte scheidingslijnen tts jeugd en volwassen, arbeid en gezin, werkplek en gezin.
⇒ Herschikking van de vrije tijd die voorbehouden werd voor specifieke tijdstippen.
Interbellum
De discussie verschuift van 'strijd voor vrije tijd’ naar 'strijd over invulling van vrije tijd’, geleidelijk aan
ontstond nood tot meer interventies op vlak van opvoeding → ingebed in politieke, sociale en economische
organisatie worden heel wat opvoedkundige initiatieven gestart.
Het idee vrijtijdopvoeding ontstaat in Duitsland
⇒ Vrijetijdsopvoeding: Opvoeding in de vrije tijd voor de vrijheid. Pedagogische praktijken
worden hierbij ook buiten het gezin en de traditionele pedagogische instellingen (zoals
bijvoorbeeld de school) gesitueerd. Bv. scouts, chiro
Er kwam ook vrije tijd ook voor kinderen en jongeren dus → geïnstitutionaliseerde driehoek van opvoeding:
Het gezin als 1ste opvoedingsmilieu, school als 2de en vrije tijd/jeugdwerk als 3de opvoedingsmilieu.
Jeugdwerk werd ingezet om sociale en maatschappelijke problemen in de maatschappij op te lossen →
pedagogisering. De arbeiderskinderen gingen niet naar school en zij werden opgevangen in patronaten waar
ze konden spelen, eten,.. deze waren zeer christelijke en gingen hen dus moreel heropvoeden.
Deels ontstonden uit deze patronaten, jeugdbewegingen omdat ze meer beroep deden op de jongeren zelf om
activiteiten te leiden. Ook het speelplein ontstond. Dit alles om de jeugd te socialiseren en voor te bereiden op
de samenleving maar ook de jongeren zelf namen initiatief om te organiseren.
1.3 Pedagogisering van vrije tijd
Er is meer en meer aandacht naar het organiseren en institutionaliseren v/d vrije tijd gegaan over de jaren, dit de
mogelijkheid van jongen is afgenomen om echt ‘vrij’ te zijn. Dit hangt samen met de pedagogisering van de
kinderlijke leefwereld.
→ Kindbeelden zijn ook al fel veranderd doorheen de tijd.
2