Samenvatting Duitse en Oost-Europese economie 1
Week 1 Was ist Makroökonomie
Definitie van economie
Economie: wetenschap waarin het menselijk gedrag in relatie tot alternatief aanwendbare
middelen wordt bestudeerd. De volgende punten spelen een rol:
- Sociale wetenschap
- Bestudeerd het gedrag van individueen, overheden, ondernemingen en landen
- Besteeding van schaarse middelen
- Voldoen aan oneindige behoeftes
De economie gaat over:
- Gedrag
- Interactie tussen groepen
- Verschillende sektoren
Er bestaan 4 verschillende sectoren, namelijk: primaire sector, secundaire sector, tertiaire
sector en de quartaire sector.
- Primaire sector = grondstoffen
- Secundaire sector = industriële sector
- Tertiaire sector = dienstverlening
- Quartaire sector = niet commerciële en/of gesubsidieerde en/of collectieve sector
Macro vs meso vs micro
De economie kan je analyseren in 3 gebieden, namelijk de macro, micro en de meso. Bij de
Bekijken we marketing niet vanuit het standpunt van een individuele onderneming of
overkoepelende organisatie, maar als een proces dat goed moet functioneren om de
economische doelstellingen van de
maatschappij als geheel te helpen
verwezenlijken, dan spreken we van
macromarketing.
Op het niveau van een productschap, branche
of bedrijfstak hebben we het over meso
- of metamarketing. Als voorbeeld het
productschap voor pluimvee en eieren het
verbruik van eieren wil gaan stimuleren is dat
een marketinginspanning op mesoniveau.
Als we over een marketingprobleem van een
individuele onderneming praten, noemen we
dat
micromarketing.
,Laagconjunctuur en Hoogconjunctuur
Laagconjunctuur is altijd bij een recessie. Er
ontstaat krimpende productie, werkloosheid
en de prijzen dalen.
Bij hoogconjunctuur is er sprake van
groeiende productie, nieuwe
werkgelegenheid en stijgen de prijzen. Dit is
altijd bij een economisch herstel.
Macro-economische cijfers
BBP = Bruto binnenlands product
Nadelen:
- Wordt gemeten in gemiddelde
- Koopkracht niet gelijk, want is in dollar
- Informele economie ontbreekt
Alternatief: Human Development Index
Nationaal inkomen = optellen van alle inkomens van alle Nederlanders bij elkaar
, Week 2 verschillende marktvormen
Belangrijke termen in de economie
De economische cyclus
De economie gaat constant op en neer in een cyclus vormige beweging. Dit heeft onder
meer te maken met de conjunctuur.
Inflatie
Als er sprake is van inflatie zijn de prijzen gemiddeld gestegen. Daardoor kun je met
eenzelfde hoeveelheid geld minder goederen kopen.
Deflatie
Bij deflatie is er sprake van waarde vermeerding van het geld die ontstaat door prijsdaling. Je
kunt dus meer goederen kopen van hetzelfde geld.
Stagnatie
Stagnatie is de term voor een periode met een trage economische groei
Recessie
Een recessie is twee achtereenvolgende kwartalen een daling van BBP laten zien (laag
conjunctuur)
Productiecapaciteit
De maximale hoeveelheid goederen en diensten die in een bepaalde periode gemaakt
kunnen worden
Productiefactoren
Middelen die kunnen worden ingezet bij de productie van goederen en diensten. Wordt
onderscheid gemaakt tussen kapitaal, arbeid en natuur. Onder natuur vallen grond,
grondstoffen en energie.
Handelsbalans
Overzicht van het geld dat een land in een bepaalde periode heeft ontvangen uit zijn export
en heeft betaald voor zijn import.
Voorwaartse integratie
Voorwaartse integratie is een vorm van verticale integratie waarbij een bedrijf de
activiteiten overneemt die een fase voorwaarts in de productieketen liggen.
Achterwaartse integratie
Achterwaartse integratie is een vorm van verticale integratie waarbij een bedrijf de
productie van zijn grondstoffen of producten overneemt.
Verschillen tussen Nederland en Duitsland
- Duitsland voegt meer toe aan de economie
- Duitsland heeft veel meer industrie
- Nederland is groter in landbouw sector
Week 1 Was ist Makroökonomie
Definitie van economie
Economie: wetenschap waarin het menselijk gedrag in relatie tot alternatief aanwendbare
middelen wordt bestudeerd. De volgende punten spelen een rol:
- Sociale wetenschap
- Bestudeerd het gedrag van individueen, overheden, ondernemingen en landen
- Besteeding van schaarse middelen
- Voldoen aan oneindige behoeftes
De economie gaat over:
- Gedrag
- Interactie tussen groepen
- Verschillende sektoren
Er bestaan 4 verschillende sectoren, namelijk: primaire sector, secundaire sector, tertiaire
sector en de quartaire sector.
- Primaire sector = grondstoffen
- Secundaire sector = industriële sector
- Tertiaire sector = dienstverlening
- Quartaire sector = niet commerciële en/of gesubsidieerde en/of collectieve sector
Macro vs meso vs micro
De economie kan je analyseren in 3 gebieden, namelijk de macro, micro en de meso. Bij de
Bekijken we marketing niet vanuit het standpunt van een individuele onderneming of
overkoepelende organisatie, maar als een proces dat goed moet functioneren om de
economische doelstellingen van de
maatschappij als geheel te helpen
verwezenlijken, dan spreken we van
macromarketing.
Op het niveau van een productschap, branche
of bedrijfstak hebben we het over meso
- of metamarketing. Als voorbeeld het
productschap voor pluimvee en eieren het
verbruik van eieren wil gaan stimuleren is dat
een marketinginspanning op mesoniveau.
Als we over een marketingprobleem van een
individuele onderneming praten, noemen we
dat
micromarketing.
,Laagconjunctuur en Hoogconjunctuur
Laagconjunctuur is altijd bij een recessie. Er
ontstaat krimpende productie, werkloosheid
en de prijzen dalen.
Bij hoogconjunctuur is er sprake van
groeiende productie, nieuwe
werkgelegenheid en stijgen de prijzen. Dit is
altijd bij een economisch herstel.
Macro-economische cijfers
BBP = Bruto binnenlands product
Nadelen:
- Wordt gemeten in gemiddelde
- Koopkracht niet gelijk, want is in dollar
- Informele economie ontbreekt
Alternatief: Human Development Index
Nationaal inkomen = optellen van alle inkomens van alle Nederlanders bij elkaar
, Week 2 verschillende marktvormen
Belangrijke termen in de economie
De economische cyclus
De economie gaat constant op en neer in een cyclus vormige beweging. Dit heeft onder
meer te maken met de conjunctuur.
Inflatie
Als er sprake is van inflatie zijn de prijzen gemiddeld gestegen. Daardoor kun je met
eenzelfde hoeveelheid geld minder goederen kopen.
Deflatie
Bij deflatie is er sprake van waarde vermeerding van het geld die ontstaat door prijsdaling. Je
kunt dus meer goederen kopen van hetzelfde geld.
Stagnatie
Stagnatie is de term voor een periode met een trage economische groei
Recessie
Een recessie is twee achtereenvolgende kwartalen een daling van BBP laten zien (laag
conjunctuur)
Productiecapaciteit
De maximale hoeveelheid goederen en diensten die in een bepaalde periode gemaakt
kunnen worden
Productiefactoren
Middelen die kunnen worden ingezet bij de productie van goederen en diensten. Wordt
onderscheid gemaakt tussen kapitaal, arbeid en natuur. Onder natuur vallen grond,
grondstoffen en energie.
Handelsbalans
Overzicht van het geld dat een land in een bepaalde periode heeft ontvangen uit zijn export
en heeft betaald voor zijn import.
Voorwaartse integratie
Voorwaartse integratie is een vorm van verticale integratie waarbij een bedrijf de
activiteiten overneemt die een fase voorwaarts in de productieketen liggen.
Achterwaartse integratie
Achterwaartse integratie is een vorm van verticale integratie waarbij een bedrijf de
productie van zijn grondstoffen of producten overneemt.
Verschillen tussen Nederland en Duitsland
- Duitsland voegt meer toe aan de economie
- Duitsland heeft veel meer industrie
- Nederland is groter in landbouw sector
