Cognitieve psychologie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Cognitieve psychologie
• = ‘Wetenschappelijke studie van mentale processen’
• = meer bepaald het begrijpen van denkprocessen die ten grondslag liggen aan ons
gedrag
o Kunnen mensen goed multitasken?
o Hoe zorg ik ervoor dat informatie goed wordt opgenomen in mijn geheugen?
o Waarom vallen mensen van een klif bij het nemen van een selfie?
• In de praktijk = opsplitsing in verschillende gespecialiseerde subdomeinen —>
publiceren jaarlijks gigantisch veel onderzoek,..
Basisfuncties en -processen van de menselijke cognitie
o Perceptie o Taal
o Aandacht o Bewustzijn
o Geheugen o ...
o Redeneren
Cognitieve wetenschappen
• Verschil met cognitieve psychologie = term cognitieve wetenschappen is breder (doet
ook onderzoeken naar verschillende cognitieve processen,
maar vertrekt ook vanuit andere takken van de wetenschap)
• = Interdisciplinair onderzoek
• cognitie is wetenschap op zich geworden
o Psychologie
o Neurowetenschappen
o Linguïstiek
o Computerwetenschappen
o Filosofie,…
Onderzoek – theorievorming
• Cognitieve psychologie hanteert de wetenschappelijke methode
om theorieën te ontwikkelen en te toetsen
• Onderzoeksvragen formuleren -> hypothesen opstellen ->
onderzoek uitvoeren -> resultaten analyseren om conclusies te
trekken
• Cognitieve psychologie hanteert de experimentele methode als
onderzoeksmethode
• Onderzoeksvragen beantwoorden door experimenten uit te voeren
-> theorie kan ondersteund worden, of moete worden aangepast
1
,Methoden
• Cognitieve psychologie gebruikt experimentele methode (oorzakelijke verbanden zijn
hier ! = worden aangetoond d.m.v. een experimentele en controlegroep waar de invloed
van de onafhankelijke variabele wordt gemeten op de afhankelijke variabele)
• Onderzoeksvragen beantwoorden a.d.h.v. experimenten
o Manipulatie onafhankelijke variabelen
o Effect van die onafhankelijke variabele bekijken op afhankelijke variabelen
o Interne validiteit verhogen onder meer door : controlevariabelen
➢ storende variabelen onder controle houden a.d.h.v. randomisatie
(willekeurig opdelen in groepen), counterbalancing/ contrabalanceren
(participanten doorlopen condities afwisselend van elkaar), matching
o Bv. Effect van telefoneren op het rijgedrag
Afhankelijke variabelen
• Meestal • Andere
– Reactietijden – Zelfrapportering (bv. bewustzijn)
– Nauwkeurigheid – Oogbewegingen
– Breinactivatie (bv. fMRI)
– ...
Theorie
• O.b.v. experimenteel onderzoek tracht de
cognitieve psychologie theorieën te
ontwikkelen
• Wetenschappelijke/experimentele
methode is nodig om een theorie te kunnen
vormen
• = Samenvatting van data
o Theorie is ! Om een overzicht te behouden, want jaarlijks worden duizenden
experimenten uitgevoerd (enkel en alleen al in de cognitieve psychologie)
o Soms komen we d.m.v. theorieën zelfs tot mathematische wetmatigheden (we
zien dat verschillende onderzoeken ongeveer naar hetzelfde verwijzen) , bv.
power law of learning
Power law of practice:
X- as = amount of practice = hoeveel je oefent
Y- as = time to complete practice = tijd nodig voor taak
Aanleren van vaardigheden = vb. Marathon = in begin maak je
veel vooruitgang in het leren, op het einde ben je plots een expert
en kan je niet heel veel meer bijleren of vooruitgang boeken ➔
meeste vooruitgang wordt in het begin van de oefening/het
proces geboekt
2
, • = Verklaring data
o Experimentele methode → causaliteit!
o Bv. Effect van telefoneren op het rijgedrag
• = Voorspelling kunnen doen d.m.v. de data
o Bv. Is het een goed idee om te telefoneren tijdens het rijden? —> als we negatieve
effecten zien, is het mogelijk om te voorspellen dat telefoneren best niet gedaan
wordt tijdens het rijden
Theorie zorgt dus voor een samenvatting, verklaring en voorspelling van data
• Zonder goede theorie is zelfs de beste data waardeloos!
o Verband onderzoek – theorievorming
Onderzoek – theorievorming
• Data kunnen enkel verklaard worden door theorieën
• Theorieën kunnen enkel tot stand komen via data
• Theorieën zijn er niet zomaar = je hebt data nodig die je op dat moment nog niet kan
verklaren ➔ het een hangt af van het ander (intrinsieke samenhang tussen
theorievorming en data)
Onderzoekscyclus:
Wisselwerking onderzoek en theorievorming
– Onderzoeksdata kunnen enkel verklaard worden door
theorieën
– Theorieën kunnen enkel tot stand komen via
onderzoeksdata
-> het ene kan niet zonder het andere, ze hangen intrinsiek samen
Wetenschappelijk denken
• Wetenschappelijk denken vereist goed begrip van verband onderzoek – theorievorming
• Vaak zijn er meerdere verklaringen voor een patroon van data = een of meerdere
theorieën voor eenzelfde fenomeen —> diepere inzichten komen er door meer en meer
onderzoeken uit te voeren
• Geen wit-zwart denken, maar standpunt ondersteunen door zoveel mogelijk
onderzoeksevidentie te verzamelen
• Wetenschappelijk denken vraagt veel oefening
3
, Hoofdstuk 2: Geschiedenis
1. Inleiding
• Denken over ons denken is niets nieuws, de interesse voor mentale processen is
eeuwenoud
• Filosofische studie bewustzijn, de geest
o Aristoteles
“Ons geheugen is als een kleitablet waarop we informatie kunnen schrijven”
o Socrates
“Kennis is aangeboren, men kan deze verzamelen, maar niet verwerven”
Wanneer is men effectief met onderzoeken
begonnen en experimenten uit te voeren? =
heeft wat langer geduurd
2. Eerste cognitieve psychologen
• “Cognitief psychologisch” onderzoek reeds in 19de eeuw
-> zijn gaan nadenken over hoe het leven in elkaar zit, door bv mensen te gaan
observeren
• Deels zelfs voor de start van de psychologie (start = 1879 door het psychologisch labo
van Wundt)
– Voorbeelden
• Eerste experimenten psychofysica: zie HS perceptie
• De psychologische scholen: onderzoek naar ‘het bewustzijn’
4
Hoofdstuk 1: Inleiding
Cognitieve psychologie
• = ‘Wetenschappelijke studie van mentale processen’
• = meer bepaald het begrijpen van denkprocessen die ten grondslag liggen aan ons
gedrag
o Kunnen mensen goed multitasken?
o Hoe zorg ik ervoor dat informatie goed wordt opgenomen in mijn geheugen?
o Waarom vallen mensen van een klif bij het nemen van een selfie?
• In de praktijk = opsplitsing in verschillende gespecialiseerde subdomeinen —>
publiceren jaarlijks gigantisch veel onderzoek,..
Basisfuncties en -processen van de menselijke cognitie
o Perceptie o Taal
o Aandacht o Bewustzijn
o Geheugen o ...
o Redeneren
Cognitieve wetenschappen
• Verschil met cognitieve psychologie = term cognitieve wetenschappen is breder (doet
ook onderzoeken naar verschillende cognitieve processen,
maar vertrekt ook vanuit andere takken van de wetenschap)
• = Interdisciplinair onderzoek
• cognitie is wetenschap op zich geworden
o Psychologie
o Neurowetenschappen
o Linguïstiek
o Computerwetenschappen
o Filosofie,…
Onderzoek – theorievorming
• Cognitieve psychologie hanteert de wetenschappelijke methode
om theorieën te ontwikkelen en te toetsen
• Onderzoeksvragen formuleren -> hypothesen opstellen ->
onderzoek uitvoeren -> resultaten analyseren om conclusies te
trekken
• Cognitieve psychologie hanteert de experimentele methode als
onderzoeksmethode
• Onderzoeksvragen beantwoorden door experimenten uit te voeren
-> theorie kan ondersteund worden, of moete worden aangepast
1
,Methoden
• Cognitieve psychologie gebruikt experimentele methode (oorzakelijke verbanden zijn
hier ! = worden aangetoond d.m.v. een experimentele en controlegroep waar de invloed
van de onafhankelijke variabele wordt gemeten op de afhankelijke variabele)
• Onderzoeksvragen beantwoorden a.d.h.v. experimenten
o Manipulatie onafhankelijke variabelen
o Effect van die onafhankelijke variabele bekijken op afhankelijke variabelen
o Interne validiteit verhogen onder meer door : controlevariabelen
➢ storende variabelen onder controle houden a.d.h.v. randomisatie
(willekeurig opdelen in groepen), counterbalancing/ contrabalanceren
(participanten doorlopen condities afwisselend van elkaar), matching
o Bv. Effect van telefoneren op het rijgedrag
Afhankelijke variabelen
• Meestal • Andere
– Reactietijden – Zelfrapportering (bv. bewustzijn)
– Nauwkeurigheid – Oogbewegingen
– Breinactivatie (bv. fMRI)
– ...
Theorie
• O.b.v. experimenteel onderzoek tracht de
cognitieve psychologie theorieën te
ontwikkelen
• Wetenschappelijke/experimentele
methode is nodig om een theorie te kunnen
vormen
• = Samenvatting van data
o Theorie is ! Om een overzicht te behouden, want jaarlijks worden duizenden
experimenten uitgevoerd (enkel en alleen al in de cognitieve psychologie)
o Soms komen we d.m.v. theorieën zelfs tot mathematische wetmatigheden (we
zien dat verschillende onderzoeken ongeveer naar hetzelfde verwijzen) , bv.
power law of learning
Power law of practice:
X- as = amount of practice = hoeveel je oefent
Y- as = time to complete practice = tijd nodig voor taak
Aanleren van vaardigheden = vb. Marathon = in begin maak je
veel vooruitgang in het leren, op het einde ben je plots een expert
en kan je niet heel veel meer bijleren of vooruitgang boeken ➔
meeste vooruitgang wordt in het begin van de oefening/het
proces geboekt
2
, • = Verklaring data
o Experimentele methode → causaliteit!
o Bv. Effect van telefoneren op het rijgedrag
• = Voorspelling kunnen doen d.m.v. de data
o Bv. Is het een goed idee om te telefoneren tijdens het rijden? —> als we negatieve
effecten zien, is het mogelijk om te voorspellen dat telefoneren best niet gedaan
wordt tijdens het rijden
Theorie zorgt dus voor een samenvatting, verklaring en voorspelling van data
• Zonder goede theorie is zelfs de beste data waardeloos!
o Verband onderzoek – theorievorming
Onderzoek – theorievorming
• Data kunnen enkel verklaard worden door theorieën
• Theorieën kunnen enkel tot stand komen via data
• Theorieën zijn er niet zomaar = je hebt data nodig die je op dat moment nog niet kan
verklaren ➔ het een hangt af van het ander (intrinsieke samenhang tussen
theorievorming en data)
Onderzoekscyclus:
Wisselwerking onderzoek en theorievorming
– Onderzoeksdata kunnen enkel verklaard worden door
theorieën
– Theorieën kunnen enkel tot stand komen via
onderzoeksdata
-> het ene kan niet zonder het andere, ze hangen intrinsiek samen
Wetenschappelijk denken
• Wetenschappelijk denken vereist goed begrip van verband onderzoek – theorievorming
• Vaak zijn er meerdere verklaringen voor een patroon van data = een of meerdere
theorieën voor eenzelfde fenomeen —> diepere inzichten komen er door meer en meer
onderzoeken uit te voeren
• Geen wit-zwart denken, maar standpunt ondersteunen door zoveel mogelijk
onderzoeksevidentie te verzamelen
• Wetenschappelijk denken vraagt veel oefening
3
, Hoofdstuk 2: Geschiedenis
1. Inleiding
• Denken over ons denken is niets nieuws, de interesse voor mentale processen is
eeuwenoud
• Filosofische studie bewustzijn, de geest
o Aristoteles
“Ons geheugen is als een kleitablet waarop we informatie kunnen schrijven”
o Socrates
“Kennis is aangeboren, men kan deze verzamelen, maar niet verwerven”
Wanneer is men effectief met onderzoeken
begonnen en experimenten uit te voeren? =
heeft wat langer geduurd
2. Eerste cognitieve psychologen
• “Cognitief psychologisch” onderzoek reeds in 19de eeuw
-> zijn gaan nadenken over hoe het leven in elkaar zit, door bv mensen te gaan
observeren
• Deels zelfs voor de start van de psychologie (start = 1879 door het psychologisch labo
van Wundt)
– Voorbeelden
• Eerste experimenten psychofysica: zie HS perceptie
• De psychologische scholen: onderzoek naar ‘het bewustzijn’
4