BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN
H2: Koop
1 DEFINITIE EN CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
1.1 DEFINITIE EN KENMERKEN
1.1.1 DEFINITIE
Koop = een overeenkomst waarbij de ene partij zich ertoe verbindt om een zaak te leveren en de andere
om daarvoor een prijs te betalen. (Art. 1582 oud BW)
Verkoper = degene die zich ertoe verbindt om de zaak te leveren.
Koper = degene die zich ertoe verbindt de prijs te betalen.
! De partijen moeten de koop bij authentieke of bij onderhandse akte kunnen aangaan.
Essentiële bestanddelen:
• Eigendomsoverdracht van de zaak
• Betaling van de geldprijs
à Betere definitie = een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt om de
eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (koper) die zich ertoe verbindt om
daarvoor een prijs in geld te betalen.
1.1.2 KENMERKEN
- De overeenkomst wordt aangegaan onder bezwarende titel.
à Dit betekent dat het contract voor elke partij een voordeel oplevert (art. 5.7, eerste lid BW): de
ene partij ontvangt de eigendom van een zaak, en de andere partij ontvangt de prijs.
- De overeenkomst is wederkerig.
à Dit houdt in dat partijen over en weer jegens elkaar verbonden zijn (art. 5.6, eerste lid BW): er
zijn dus wederkerige verbintenissen van de koper en de verkoper.
- De overeenkomst is consensueel.
à Dat betekent dat de koop in principe rechtsgeldig tot stand komt door de loutere
wilsovereenstemming van de koper en de verkoper en dat geen vormvereisten noodzakelijk zijn
voor de geldigheid van het contract. (Art. 5.5, eerste lid BW)
- De koopovereenkomst gaat over een goed en niet over een dienst.
1
,1.2 CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
Twee essentiële bestanddelen:
• Een eigendomsoverdracht
• Betaling van de prijs
Art. 1582 oud BW: van aanvullend recht => de partijen kunnen, als ze willen, overeenkomen om een of
meer bijkomende bestanddelen te weerhouden die zij essentieel achten om de koop tot stand te brengen.
à Ze kunnen de koopovereenkomst afhankelijk maken van bijkomende bestaansvoorwaarden.
Bv. de levering binnen een bepaalde termijn, het vereiste van een authentieke akte.
1.2.1 EIGENDOMSOVERDRACHT
Dit onderscheidt de koop bijvoorbeeld van een huurovereenkomst.
à Hier is er namelijk alleen sprake van een tijdelijke terbeschikkingstelling van het genot van een
goed aan de huurder.
Wanneer gaat de eigendom over?
De eigendom van het verkochte goed gaat in principe op de koper over zodra de koopovereenkomst tot
stand komt, hoewel de zaak nog niet geleverd is en de prijs nog niet is betaald. (Art. 1583 oud BW)
à Hierop bestaan nog enkele uitzonderingen:
• Zo kunnen de partijen onderling overeenkomen om de eigendomsoverdracht uit
te stellen.
• Daarnaast stelt men de eigendomsoverdracht soms uit op grond van de aard van
het goed dat wordt verkocht
• Alternatieve koop: vanaf keuze
• Toekomstige zaak: vanaf bestaan
Uitvoering van de koopovereenkomst
Om de eigendom te laten overgaan, moeten de koper en verkoper geen specifieke formaliteiten vervullen.
Als de verkoop plaatsvindt onder een opschortende voorwaarde: betekent dit dat de koop al tot stand
komt, maar de uitvoering (opeisbaarheid) ervan maar plaatsvindt zodra een toekomstige, onzekere
gebeurtenis plaatsvindt. (Art. 5.139 BW)
! De partij die zich verbonden heeft, mag uiteraard geen opschortende voorwaarde foutief
verhinderen of uitlokken. (Art. 5.144 BW)
=> Zodra de opschortende voorwaarde vervuld is, is de al tot stand gekomen koop ok uitvoerbaar
(en afdwingbaar).
! Een zuivere potestatieve opschortende voorwaarde, waarvan de vervulling dus volledig afhangt van één
partij = niet toegelaten. (Art. 5.141 BW)
2
,Belang van het moment van overdracht
Door de overdracht van het eigendomsrecht gaat ook het zakelijk recht op het verkochte goed over op de
koper.
à Die krijgt hierdoor het beschikkingsrecht over het goed, zelf als de levering nog niet gebeurd is.
Daarnaast gaat in principe ook het risico van het goed over op de koper. (Art. 5.80 BW)
à Dit betekent dat de koper vanaf dat moment instaat voor bijvoorbeeld een beschadiging van
het goed door overmacht, ook al bevindt het goed zich nog bij de verkoper.
! Uitzondering: de koop onder opschortende voorwaarde à in dit geval gaat het risico slechts over
op het ogenblik dat de opschortende voorwaarde vervuld wordt. (Art. 5.148 BW)
! Contractueel kunnen de partijen ook wijzigingen aanbrengen aan de regel waarbij de
eigendomsoverdracht en de risico-overdracht samen overgaan (art. 5.80 BW).
à Dit gebeurt vaak in gevallen waarin een verkoper een eigendomsvoorbehoud inlast in zijn
contract of in zijn algemene voorwaarden.
! De eigendomsoverdracht belet echter niet dat op de verkoper die nog tot levering gehouden is, een
bewaringsplicht rust.
à Hierbij wordt dezelfde zorg geëist van de verkoper als die van een voorzichtig en redelijk
persoon.
Verkoop van andermans zaak
Aangezien een koop een eigendomsoverdracht met zich meebrengt, is de verkoop van andermans zaak
nietig. (Art. 1599 oud BW)
1.2.2 BETALING VAN DE PRIJS
- De betaling moet in geld gebeuren.
- De prijs moet vrij overeengekomen zijn.
à Dit door de partijen samen of door een bepaalde derde.
-> Hierop bestaan uitzonderingen: in bepaalde gevallen bepaalt de overheid de prijs of legt ze
beperkingen op aan de vrije vaststelling van de prijs.
- De prijs moet bepaald of bepaalbaar zijn (art. 1591 oud BW).
à De prijs is bepaalbaar als men hem kan vaststellen aan de hand van de objectieve gegevens
van het contract.
à De prijs is evenzeer bepaalbaar als men hem kan vaststellen op basis van een aantal
berekeningen.
! Als er bij de verkoop van een onroerend goed in de koopakte aan lagere prijs vermeld wordt dan de
werkelijke overeengekomen prijs = prijsbewimpeling. à Dergelijk afspraak is in strijd met de openbare
orde => nietig
3
,Bijzondere regeling voor de verkoop door een onderneming aan een consument:
- Elke onderneming die aan de consument goederen aanbiedt, moet de prijs hiervan schriftelijk en
ondubbelzinnig aanduiden.
- Als de goederen te koop zijn uitgestald, moet de prijs bovendien leesbaar en goed zichtbaar zijn.
2 GELDIGHEIDSVEREISTEN
Opdat een verkoopovereenkomst geldig zou zijn, moeten er vier vereisten vervuld zijn. (Art. 5.27 BW)
• Vrije en bewuste toestemming van de partijen
• De bekwaamheid van elke partij om een verkoopovereenkomst te sluiten
• Een bepaalbaar en geoorloofd voorwerp
• Een geoorloofde oorzaak
2.1 DE BEKWAAMHEID
2.1.1 DE ALGEMENE REGEL
Uitgangspunt: al degene aan wie de wet het niet verbiedt, kunnen kopen of verkopen. (Art. 1594 oud BW)
2.1.2 DE UITZONDERINGEN
Art. 5.41 BW
• Minderjarigen
• Personen onbekwaam verklaard door de vrederechter
• Wettelijke uitzonderingen (art. 1596-1597 oud BW)
2.2 VOORWERP
Ieder koopcontract heeft als voorwerp de verbintenissen of de andere rechtsgevolgen die de partijen
beogen.
Voorwaarden:
• De prestatie moet mogelijk zijn
• Het voorwerp van de prestatie moet in handel zijn
• De prestatie moet bepaald of bepaalbaar zijn
• De prestatie moet geoorloofd zijn
2.3 TOESTEMMING
Opdat de koop-verkoop geldig zou zijn, moeten de partijen hun toestemming geven.
à Ze moeten akkoord zijn over dezelfde zaak.
à Toestemming = de wilsovereenstemming van de partijen over de essentiële en substantiële
elementen van de overeenkomst.
4
, • Moeten akkoord zijn over het goed en de prijs. (Essentieel)
• Ook over alle ander bestanddelen van de koop die voor hen substantieel zijn
! De toestemming kan ontbreken of aangetast zijn door een wilsgebrek (zie andere samenv):
• Dwaling
• Bedrog
• Geweld
• Misbruik van omstandigheden
=> het contract is relatief nietig.
2.3.1 AANBOD EN AANVAARDING
Voorafgaand aan een eigenlijke koop-verkoop gebeurt het geregeld dat een van de partijen aan der andere
een aanbod doet om te contracteren.
à Het volstaat dan dat de andere partij dat bod aanvaard om een koop tot stand te brengen.
(Art. 5.18 BW)
2.3.2 VOORKOOPRECHT EN VOORKEURRECHT
Voorkooprecht: de begunstigde hiervan krijgt vooraf op alle andere kandidaat-koper om het goed in
kwestie te kopen.
à Dit kan voortvloeien uit de wet of uit een overeenkomst.
Voorkeurrecht: het recht dat aan een derde wordt verleend om een goed bij voorrang aan te kopen
zonder dat er al een verkoopovereenkomst is gesloten. (Art. 5.24 BW)
Voorkeurscontract = een contract waarbij een partij zich ertoe verbindt om voorrang te geven aan
de begunstigde ervan indien zij zou beslissing te contracteren.
! Wordt het aanbod niet aanvaard, dan mag de eigenaar niet contracteren met een derde tegen
een lagere prijs of gunstigere voorwaarde zonder opnieuw over te gaan tot kennisgeveing ervan
aan de begunstige van het voorkeurrecht.
à Wanneer een derde dit schendt => beschikt de beguntsige over de sancties van niet-
nakoming van de schuldenaar.
3 VORMVEREISTEN EN ENKELE SPECIFIEKE SOORTEN KOOPOVEREENKOMSTEN
3.1 VORMVOORWAARDEN, BEWIJS EN PUBLICITEIT
Een koop-verkoop is in beginsel niet aan bepaalde vormvoorwaarden onderworpen om geldig te zijn.
à De koop is in regel voltrokken zodra de partijen het eens zijn over de zaak en de prijs.
-> Deze regel is evenwel van aanvullende aard. => afwijken mogelijk
5
, => De partijen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat ze de totstandkoming van
de koopovereenkomst afhankelijk maken van de opmaak van het geschrift.
! Toch zal er vaak een geschrift nodig zijn om het bewijs te kunnen leveren van het
bestaan van de overeenkomst.
-> Dit is verplicht voor overeenkomsten met een waarde > 3.500 EUR.
(Art. 8.9 BW)
-> In de relatie tussen ondernemingen zijn de bewijsregels vrij.
3.1.1 PUBLICITEIT TEN AANZIEN VAN DERDEN
Om de koop aan derden te kunnen tegenwerpen, moet en terugvallen op de volgende
publiciteitsvereisten:
• Voor onroerende goederen: men zal noodzakelijk een authentieke akte moeten verlijden
o Dit omdat men alleen vonnissen, authentieke akten en in rechte of voor notaris erkende
onderhandse akten ter overschrijving kan aanbieden.
• Voor roerende goederen: door bezit te goeder trouw van de aangekochte zaak
• Voor alle goederen: door verkrijgende verjaring
4 VERPLICHTINGEN VAN DE VERKOPER
Op de verkoper van een goed rusten 2 hoofdverplichtingen. (Art. 1603 oud BW)
• Leveringsplicht
• Vrijwaringsverplichting
o Vrijwaring voor uitwinning
o Vrijwaring voor verborgen gebreken
4.1 LEVERINGSPLICHT
4.1.1 WAT IS LEVERINGSPLICHT?
De levering = de overdracht van de verkocht zaak in macht en bezit van de koper.
(Art. 1604, tweede lid oud BW)
! Levering ≠ eigendomsoverdracht
4.1.2 WAT MOET MEN LEVEREN?
De levering moet conform zijn
De verkoper moet aan de koper een zaak leveren die met de overeenkomst in overeenstemming is.
(Art. 1604 oud BW)
à Ze moet gebeuren volgens wat afgesproken is qua omvang, oppervlakte en hoeveelheid.
6
H2: Koop
1 DEFINITIE EN CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
1.1 DEFINITIE EN KENMERKEN
1.1.1 DEFINITIE
Koop = een overeenkomst waarbij de ene partij zich ertoe verbindt om een zaak te leveren en de andere
om daarvoor een prijs te betalen. (Art. 1582 oud BW)
Verkoper = degene die zich ertoe verbindt om de zaak te leveren.
Koper = degene die zich ertoe verbindt de prijs te betalen.
! De partijen moeten de koop bij authentieke of bij onderhandse akte kunnen aangaan.
Essentiële bestanddelen:
• Eigendomsoverdracht van de zaak
• Betaling van de geldprijs
à Betere definitie = een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt om de
eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (koper) die zich ertoe verbindt om
daarvoor een prijs in geld te betalen.
1.1.2 KENMERKEN
- De overeenkomst wordt aangegaan onder bezwarende titel.
à Dit betekent dat het contract voor elke partij een voordeel oplevert (art. 5.7, eerste lid BW): de
ene partij ontvangt de eigendom van een zaak, en de andere partij ontvangt de prijs.
- De overeenkomst is wederkerig.
à Dit houdt in dat partijen over en weer jegens elkaar verbonden zijn (art. 5.6, eerste lid BW): er
zijn dus wederkerige verbintenissen van de koper en de verkoper.
- De overeenkomst is consensueel.
à Dat betekent dat de koop in principe rechtsgeldig tot stand komt door de loutere
wilsovereenstemming van de koper en de verkoper en dat geen vormvereisten noodzakelijk zijn
voor de geldigheid van het contract. (Art. 5.5, eerste lid BW)
- De koopovereenkomst gaat over een goed en niet over een dienst.
1
,1.2 CONSTITUTIEVE BESTANDDELEN
Twee essentiële bestanddelen:
• Een eigendomsoverdracht
• Betaling van de prijs
Art. 1582 oud BW: van aanvullend recht => de partijen kunnen, als ze willen, overeenkomen om een of
meer bijkomende bestanddelen te weerhouden die zij essentieel achten om de koop tot stand te brengen.
à Ze kunnen de koopovereenkomst afhankelijk maken van bijkomende bestaansvoorwaarden.
Bv. de levering binnen een bepaalde termijn, het vereiste van een authentieke akte.
1.2.1 EIGENDOMSOVERDRACHT
Dit onderscheidt de koop bijvoorbeeld van een huurovereenkomst.
à Hier is er namelijk alleen sprake van een tijdelijke terbeschikkingstelling van het genot van een
goed aan de huurder.
Wanneer gaat de eigendom over?
De eigendom van het verkochte goed gaat in principe op de koper over zodra de koopovereenkomst tot
stand komt, hoewel de zaak nog niet geleverd is en de prijs nog niet is betaald. (Art. 1583 oud BW)
à Hierop bestaan nog enkele uitzonderingen:
• Zo kunnen de partijen onderling overeenkomen om de eigendomsoverdracht uit
te stellen.
• Daarnaast stelt men de eigendomsoverdracht soms uit op grond van de aard van
het goed dat wordt verkocht
• Alternatieve koop: vanaf keuze
• Toekomstige zaak: vanaf bestaan
Uitvoering van de koopovereenkomst
Om de eigendom te laten overgaan, moeten de koper en verkoper geen specifieke formaliteiten vervullen.
Als de verkoop plaatsvindt onder een opschortende voorwaarde: betekent dit dat de koop al tot stand
komt, maar de uitvoering (opeisbaarheid) ervan maar plaatsvindt zodra een toekomstige, onzekere
gebeurtenis plaatsvindt. (Art. 5.139 BW)
! De partij die zich verbonden heeft, mag uiteraard geen opschortende voorwaarde foutief
verhinderen of uitlokken. (Art. 5.144 BW)
=> Zodra de opschortende voorwaarde vervuld is, is de al tot stand gekomen koop ok uitvoerbaar
(en afdwingbaar).
! Een zuivere potestatieve opschortende voorwaarde, waarvan de vervulling dus volledig afhangt van één
partij = niet toegelaten. (Art. 5.141 BW)
2
,Belang van het moment van overdracht
Door de overdracht van het eigendomsrecht gaat ook het zakelijk recht op het verkochte goed over op de
koper.
à Die krijgt hierdoor het beschikkingsrecht over het goed, zelf als de levering nog niet gebeurd is.
Daarnaast gaat in principe ook het risico van het goed over op de koper. (Art. 5.80 BW)
à Dit betekent dat de koper vanaf dat moment instaat voor bijvoorbeeld een beschadiging van
het goed door overmacht, ook al bevindt het goed zich nog bij de verkoper.
! Uitzondering: de koop onder opschortende voorwaarde à in dit geval gaat het risico slechts over
op het ogenblik dat de opschortende voorwaarde vervuld wordt. (Art. 5.148 BW)
! Contractueel kunnen de partijen ook wijzigingen aanbrengen aan de regel waarbij de
eigendomsoverdracht en de risico-overdracht samen overgaan (art. 5.80 BW).
à Dit gebeurt vaak in gevallen waarin een verkoper een eigendomsvoorbehoud inlast in zijn
contract of in zijn algemene voorwaarden.
! De eigendomsoverdracht belet echter niet dat op de verkoper die nog tot levering gehouden is, een
bewaringsplicht rust.
à Hierbij wordt dezelfde zorg geëist van de verkoper als die van een voorzichtig en redelijk
persoon.
Verkoop van andermans zaak
Aangezien een koop een eigendomsoverdracht met zich meebrengt, is de verkoop van andermans zaak
nietig. (Art. 1599 oud BW)
1.2.2 BETALING VAN DE PRIJS
- De betaling moet in geld gebeuren.
- De prijs moet vrij overeengekomen zijn.
à Dit door de partijen samen of door een bepaalde derde.
-> Hierop bestaan uitzonderingen: in bepaalde gevallen bepaalt de overheid de prijs of legt ze
beperkingen op aan de vrije vaststelling van de prijs.
- De prijs moet bepaald of bepaalbaar zijn (art. 1591 oud BW).
à De prijs is bepaalbaar als men hem kan vaststellen aan de hand van de objectieve gegevens
van het contract.
à De prijs is evenzeer bepaalbaar als men hem kan vaststellen op basis van een aantal
berekeningen.
! Als er bij de verkoop van een onroerend goed in de koopakte aan lagere prijs vermeld wordt dan de
werkelijke overeengekomen prijs = prijsbewimpeling. à Dergelijk afspraak is in strijd met de openbare
orde => nietig
3
,Bijzondere regeling voor de verkoop door een onderneming aan een consument:
- Elke onderneming die aan de consument goederen aanbiedt, moet de prijs hiervan schriftelijk en
ondubbelzinnig aanduiden.
- Als de goederen te koop zijn uitgestald, moet de prijs bovendien leesbaar en goed zichtbaar zijn.
2 GELDIGHEIDSVEREISTEN
Opdat een verkoopovereenkomst geldig zou zijn, moeten er vier vereisten vervuld zijn. (Art. 5.27 BW)
• Vrije en bewuste toestemming van de partijen
• De bekwaamheid van elke partij om een verkoopovereenkomst te sluiten
• Een bepaalbaar en geoorloofd voorwerp
• Een geoorloofde oorzaak
2.1 DE BEKWAAMHEID
2.1.1 DE ALGEMENE REGEL
Uitgangspunt: al degene aan wie de wet het niet verbiedt, kunnen kopen of verkopen. (Art. 1594 oud BW)
2.1.2 DE UITZONDERINGEN
Art. 5.41 BW
• Minderjarigen
• Personen onbekwaam verklaard door de vrederechter
• Wettelijke uitzonderingen (art. 1596-1597 oud BW)
2.2 VOORWERP
Ieder koopcontract heeft als voorwerp de verbintenissen of de andere rechtsgevolgen die de partijen
beogen.
Voorwaarden:
• De prestatie moet mogelijk zijn
• Het voorwerp van de prestatie moet in handel zijn
• De prestatie moet bepaald of bepaalbaar zijn
• De prestatie moet geoorloofd zijn
2.3 TOESTEMMING
Opdat de koop-verkoop geldig zou zijn, moeten de partijen hun toestemming geven.
à Ze moeten akkoord zijn over dezelfde zaak.
à Toestemming = de wilsovereenstemming van de partijen over de essentiële en substantiële
elementen van de overeenkomst.
4
, • Moeten akkoord zijn over het goed en de prijs. (Essentieel)
• Ook over alle ander bestanddelen van de koop die voor hen substantieel zijn
! De toestemming kan ontbreken of aangetast zijn door een wilsgebrek (zie andere samenv):
• Dwaling
• Bedrog
• Geweld
• Misbruik van omstandigheden
=> het contract is relatief nietig.
2.3.1 AANBOD EN AANVAARDING
Voorafgaand aan een eigenlijke koop-verkoop gebeurt het geregeld dat een van de partijen aan der andere
een aanbod doet om te contracteren.
à Het volstaat dan dat de andere partij dat bod aanvaard om een koop tot stand te brengen.
(Art. 5.18 BW)
2.3.2 VOORKOOPRECHT EN VOORKEURRECHT
Voorkooprecht: de begunstigde hiervan krijgt vooraf op alle andere kandidaat-koper om het goed in
kwestie te kopen.
à Dit kan voortvloeien uit de wet of uit een overeenkomst.
Voorkeurrecht: het recht dat aan een derde wordt verleend om een goed bij voorrang aan te kopen
zonder dat er al een verkoopovereenkomst is gesloten. (Art. 5.24 BW)
Voorkeurscontract = een contract waarbij een partij zich ertoe verbindt om voorrang te geven aan
de begunstigde ervan indien zij zou beslissing te contracteren.
! Wordt het aanbod niet aanvaard, dan mag de eigenaar niet contracteren met een derde tegen
een lagere prijs of gunstigere voorwaarde zonder opnieuw over te gaan tot kennisgeveing ervan
aan de begunstige van het voorkeurrecht.
à Wanneer een derde dit schendt => beschikt de beguntsige over de sancties van niet-
nakoming van de schuldenaar.
3 VORMVEREISTEN EN ENKELE SPECIFIEKE SOORTEN KOOPOVEREENKOMSTEN
3.1 VORMVOORWAARDEN, BEWIJS EN PUBLICITEIT
Een koop-verkoop is in beginsel niet aan bepaalde vormvoorwaarden onderworpen om geldig te zijn.
à De koop is in regel voltrokken zodra de partijen het eens zijn over de zaak en de prijs.
-> Deze regel is evenwel van aanvullende aard. => afwijken mogelijk
5
, => De partijen kunnen bijvoorbeeld overeenkomen dat ze de totstandkoming van
de koopovereenkomst afhankelijk maken van de opmaak van het geschrift.
! Toch zal er vaak een geschrift nodig zijn om het bewijs te kunnen leveren van het
bestaan van de overeenkomst.
-> Dit is verplicht voor overeenkomsten met een waarde > 3.500 EUR.
(Art. 8.9 BW)
-> In de relatie tussen ondernemingen zijn de bewijsregels vrij.
3.1.1 PUBLICITEIT TEN AANZIEN VAN DERDEN
Om de koop aan derden te kunnen tegenwerpen, moet en terugvallen op de volgende
publiciteitsvereisten:
• Voor onroerende goederen: men zal noodzakelijk een authentieke akte moeten verlijden
o Dit omdat men alleen vonnissen, authentieke akten en in rechte of voor notaris erkende
onderhandse akten ter overschrijving kan aanbieden.
• Voor roerende goederen: door bezit te goeder trouw van de aangekochte zaak
• Voor alle goederen: door verkrijgende verjaring
4 VERPLICHTINGEN VAN DE VERKOPER
Op de verkoper van een goed rusten 2 hoofdverplichtingen. (Art. 1603 oud BW)
• Leveringsplicht
• Vrijwaringsverplichting
o Vrijwaring voor uitwinning
o Vrijwaring voor verborgen gebreken
4.1 LEVERINGSPLICHT
4.1.1 WAT IS LEVERINGSPLICHT?
De levering = de overdracht van de verkocht zaak in macht en bezit van de koper.
(Art. 1604, tweede lid oud BW)
! Levering ≠ eigendomsoverdracht
4.1.2 WAT MOET MEN LEVEREN?
De levering moet conform zijn
De verkoper moet aan de koper een zaak leveren die met de overeenkomst in overeenstemming is.
(Art. 1604 oud BW)
à Ze moet gebeuren volgens wat afgesproken is qua omvang, oppervlakte en hoeveelheid.
6
