Omzet- en overdrachtsbelasting samenvatting
,Wegwijs in de BTW
Hoofdstuk 1 – Inleiding
1.1 Inleidende opmerkingen
1.1.1 Rijksbelastingen in Nederland
Belastingen van rijkswege zijn het belangrijkste, dit zijn de rijksbelastingen. Daarnaast heb je
lokale belastingen, meestal geheven door provincies, gemeenten en waterschappen.
Bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting.
De rijksbelastingen worden in direct en indirect onderscheiden, hierbij is de OB bijvoorbeeld
indirect. De OB is de heffing die na de LB het meeste opbrengt, dit maakt het een heffing van
groot belang.
1.2 Vormen van omzetbelasting
1.2.1 Een indirecte heffing
De OB wordt niet rechtstreeks geheven bij de particulier, hierbij wordt een intermediair
gebruikt door de wet. Dit is de ondernemer, hij int de belasting bij iedere transactie en draagt
deze daarna af aan de ficus.
Het is een indirecte belasting, want hij drukt niet op de belastingplichtige.
1.2.2 Omzetbelasting met eenmalige heffing
De wijze van heffing kan op verschillende manieren met twee hoofdgroepen:
- Eenmalige heffingsstelsels
- Meermalige stelsels
Bij verbruiksbelastingen zoals de OB ligt een eenmalige heffing toe te passen, slechts vanaf
de ondernemer naar de consument. Er is dan 1 heffingsmoment, dan is er een enkel
heffingsmoment.
1.2.3 Omzetbelasting met meermalige heffing
In dit stelsel zijn er meerdere heffingen, die worden onderscheiden in cumulatieve en niet-
cumulatieve heffingen. Cumulatief houdt in dat er bij de opvolgende heffing geen rekening
wordt gehouden met de eerdere heffing. Niet-cumulatief, dan wordt hier wel rekening mee
gehouden.
Interne neutraliteit
Dit houdt in dat de belasting, afgezien van de vermindering in bestedingsruimte, geen
invloed heeft op economische actoren. Voor iedere schakel levert dat dan dezelfde druk op.
Bij cumulatieve stelsels is de druk bij een latere schakel in zijn totaalbedrag zit een hoger
percentage belastingkosten (want percentage wordt over het in eerdere schakels betaalde
bedrag berekend zonder aftrek).
Externe neutraliteit
De belastingdruk op goederen hangt hier niet af van de herkomst, belasting vormt in dit
geval geen prikkel om in een ander land te komen. Hiervan is sprake als ingevoerde goederen
belast worden tegen hetzelfde percentage en uitgevoerde goederen niet aan een heffing
onderworpen zijn.
1.2.4 Omzetbelasting met aftrek van vooromzet
De inkoopprijs inclusief wordt van de verkoopprijs afgetrokken, hierdoor hoeft een
ondernemer alleen de door hem ontvangen belasting af te dragen. Hierdoor krijg je een
systeem waarbij zijn dus de belastingdruk gelijk is aan voor iedereen.
Dit systeem werkt minder goed als er meerdere belastingtarieven gehanteerd worden.
, 1.2.5 Omzetbelasting met aftrek van voorbelasting; de btw
In dit systeem kan de verkoper de door hem betaalde btw aftrekken van de voor he, af te
dragen (geïnde) btw. Hierdoor kan hij de door hem betaalde btw dus terugkrijgen. Er is dus
steeds belasting verschuldigd over de toegevoegde waarde, meer niet.
Dit systeem wordt door vrijstellingen verstoord, want vrijgestelde ondernemers hebben geen
recht op aftrek. Dus hier veranderd de belastingdruk, omdat iemand het niet kan aftrekken
wordt deze hoger.
1.3 Een korte geschiedenis van NL-omzetbelasting en EU-btw
Al in 1569 werd een soort omzetbelasting ingevoerd, na het verslaan van de Spanjaarden
kwam de OB pas in 1934 weer in. Deze OB werd in 1940 door de Duitsers vervangen. Om
nadere oorlogen te voorkomen werd de EKGS ingevoerd waarmee er ook een uniforme btw-
richtlijn kwam, zo werden belemmeringen van handelsverkeer voorkomen. Deze EU-btw-
richtlijn leidde tot het aanpassen van de OB in NL OB 1968 werd ingevoerd.
De EU is nadien steeds meer geharmoniseerd op het gebied van btw, onder meer door de
Zesde richtlijn. Deze is regelmatige vervangen, tot er een geconsolideerde versie werd
aangenomen (de btw-richtlijn 2006).
1.4 De bronnen van onze omzetbelasting (NL/EU)
1.4.1 Inleiding
De OB is een op Unierecht gebaseerde heffing, lidstaten zijn gehouden de EU-richtlijn te
implementeren. In Nederland kan dit echter niet rechtstreeks vanuit de richtlijn, belastingen
mogen namelijk alleen krachtens de wet worden geheven (art. 104 Gw), daarom heb je
meerdere rechtsbronnen.
1.4.2 De NL-bronnen van onze omzetbelasting
1.4.2.1 NL-regelgeving
De OB is in Nederland in grote lijnen geregeld in de Wet OB, deze wordt ondersteunt door
het Uitv.besl.OB en de Uitv.besch.OB. Waarbij in de OB de hoofdlijnen zijn uitgezet welke bij
AMvB en ministeriële regelingen nader uitgewerkt zijn.
De formele regelingen zijn getroffen in de Awb en AWR.
1.4.2.2 NL-beleid
In de fiscaliteit, maar ook bij de OB wordt veel gebruik gemaakt van beleidsregels, deze
worden door de staatssecretaris van Financiën gepubliceerd. Deze worden onderscheiden in
interpretatieve- en goedkeurende beleidsbesluiten. De interpretatieve besluiten geven aan
hoe de staatssecretaris sommige regels interpreteert en daarmee wordt rechtseenheid- en
zekerheid bereikt. De goedkeurende besluiten geven een goedkeuring om af te wijken van
wetgeving, dit is meestal gebaseerd op de hardheidsclausule (art. 63 AWR).
Op besluiten kun je je op basis van vertrouwen beroepen als belastingplichtige, maar de
rechter toetst dit marginaal (HR). Een besluit kan echter geen verzwaring voor
belastingplichtigen bewerkstelligen.
1.4.2.3 De NL-beginselen van behoorlijk bestuur
Een abbb geldt ook in het belastingrecht, de Belastingdienst moet gewekt vertrouwen dus
waarmaken (HR). Onder die regeling vallen beleidsregels dus onder recht in de zin van art. 79
RO.
1.4.2.4 Rechtspraak en ECLI
Jurisprudentie is ook een rechtsbron voor de OB. Nederland heeft een gesloten stelsel van
rechtsbescherming voor belastingrecht, je kunt alleen procederen in gevallen waarin dit bij
wet is voorzien.
,Wegwijs in de BTW
Hoofdstuk 1 – Inleiding
1.1 Inleidende opmerkingen
1.1.1 Rijksbelastingen in Nederland
Belastingen van rijkswege zijn het belangrijkste, dit zijn de rijksbelastingen. Daarnaast heb je
lokale belastingen, meestal geheven door provincies, gemeenten en waterschappen.
Bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting.
De rijksbelastingen worden in direct en indirect onderscheiden, hierbij is de OB bijvoorbeeld
indirect. De OB is de heffing die na de LB het meeste opbrengt, dit maakt het een heffing van
groot belang.
1.2 Vormen van omzetbelasting
1.2.1 Een indirecte heffing
De OB wordt niet rechtstreeks geheven bij de particulier, hierbij wordt een intermediair
gebruikt door de wet. Dit is de ondernemer, hij int de belasting bij iedere transactie en draagt
deze daarna af aan de ficus.
Het is een indirecte belasting, want hij drukt niet op de belastingplichtige.
1.2.2 Omzetbelasting met eenmalige heffing
De wijze van heffing kan op verschillende manieren met twee hoofdgroepen:
- Eenmalige heffingsstelsels
- Meermalige stelsels
Bij verbruiksbelastingen zoals de OB ligt een eenmalige heffing toe te passen, slechts vanaf
de ondernemer naar de consument. Er is dan 1 heffingsmoment, dan is er een enkel
heffingsmoment.
1.2.3 Omzetbelasting met meermalige heffing
In dit stelsel zijn er meerdere heffingen, die worden onderscheiden in cumulatieve en niet-
cumulatieve heffingen. Cumulatief houdt in dat er bij de opvolgende heffing geen rekening
wordt gehouden met de eerdere heffing. Niet-cumulatief, dan wordt hier wel rekening mee
gehouden.
Interne neutraliteit
Dit houdt in dat de belasting, afgezien van de vermindering in bestedingsruimte, geen
invloed heeft op economische actoren. Voor iedere schakel levert dat dan dezelfde druk op.
Bij cumulatieve stelsels is de druk bij een latere schakel in zijn totaalbedrag zit een hoger
percentage belastingkosten (want percentage wordt over het in eerdere schakels betaalde
bedrag berekend zonder aftrek).
Externe neutraliteit
De belastingdruk op goederen hangt hier niet af van de herkomst, belasting vormt in dit
geval geen prikkel om in een ander land te komen. Hiervan is sprake als ingevoerde goederen
belast worden tegen hetzelfde percentage en uitgevoerde goederen niet aan een heffing
onderworpen zijn.
1.2.4 Omzetbelasting met aftrek van vooromzet
De inkoopprijs inclusief wordt van de verkoopprijs afgetrokken, hierdoor hoeft een
ondernemer alleen de door hem ontvangen belasting af te dragen. Hierdoor krijg je een
systeem waarbij zijn dus de belastingdruk gelijk is aan voor iedereen.
Dit systeem werkt minder goed als er meerdere belastingtarieven gehanteerd worden.
, 1.2.5 Omzetbelasting met aftrek van voorbelasting; de btw
In dit systeem kan de verkoper de door hem betaalde btw aftrekken van de voor he, af te
dragen (geïnde) btw. Hierdoor kan hij de door hem betaalde btw dus terugkrijgen. Er is dus
steeds belasting verschuldigd over de toegevoegde waarde, meer niet.
Dit systeem wordt door vrijstellingen verstoord, want vrijgestelde ondernemers hebben geen
recht op aftrek. Dus hier veranderd de belastingdruk, omdat iemand het niet kan aftrekken
wordt deze hoger.
1.3 Een korte geschiedenis van NL-omzetbelasting en EU-btw
Al in 1569 werd een soort omzetbelasting ingevoerd, na het verslaan van de Spanjaarden
kwam de OB pas in 1934 weer in. Deze OB werd in 1940 door de Duitsers vervangen. Om
nadere oorlogen te voorkomen werd de EKGS ingevoerd waarmee er ook een uniforme btw-
richtlijn kwam, zo werden belemmeringen van handelsverkeer voorkomen. Deze EU-btw-
richtlijn leidde tot het aanpassen van de OB in NL OB 1968 werd ingevoerd.
De EU is nadien steeds meer geharmoniseerd op het gebied van btw, onder meer door de
Zesde richtlijn. Deze is regelmatige vervangen, tot er een geconsolideerde versie werd
aangenomen (de btw-richtlijn 2006).
1.4 De bronnen van onze omzetbelasting (NL/EU)
1.4.1 Inleiding
De OB is een op Unierecht gebaseerde heffing, lidstaten zijn gehouden de EU-richtlijn te
implementeren. In Nederland kan dit echter niet rechtstreeks vanuit de richtlijn, belastingen
mogen namelijk alleen krachtens de wet worden geheven (art. 104 Gw), daarom heb je
meerdere rechtsbronnen.
1.4.2 De NL-bronnen van onze omzetbelasting
1.4.2.1 NL-regelgeving
De OB is in Nederland in grote lijnen geregeld in de Wet OB, deze wordt ondersteunt door
het Uitv.besl.OB en de Uitv.besch.OB. Waarbij in de OB de hoofdlijnen zijn uitgezet welke bij
AMvB en ministeriële regelingen nader uitgewerkt zijn.
De formele regelingen zijn getroffen in de Awb en AWR.
1.4.2.2 NL-beleid
In de fiscaliteit, maar ook bij de OB wordt veel gebruik gemaakt van beleidsregels, deze
worden door de staatssecretaris van Financiën gepubliceerd. Deze worden onderscheiden in
interpretatieve- en goedkeurende beleidsbesluiten. De interpretatieve besluiten geven aan
hoe de staatssecretaris sommige regels interpreteert en daarmee wordt rechtseenheid- en
zekerheid bereikt. De goedkeurende besluiten geven een goedkeuring om af te wijken van
wetgeving, dit is meestal gebaseerd op de hardheidsclausule (art. 63 AWR).
Op besluiten kun je je op basis van vertrouwen beroepen als belastingplichtige, maar de
rechter toetst dit marginaal (HR). Een besluit kan echter geen verzwaring voor
belastingplichtigen bewerkstelligen.
1.4.2.3 De NL-beginselen van behoorlijk bestuur
Een abbb geldt ook in het belastingrecht, de Belastingdienst moet gewekt vertrouwen dus
waarmaken (HR). Onder die regeling vallen beleidsregels dus onder recht in de zin van art. 79
RO.
1.4.2.4 Rechtspraak en ECLI
Jurisprudentie is ook een rechtsbron voor de OB. Nederland heeft een gesloten stelsel van
rechtsbescherming voor belastingrecht, je kunt alleen procederen in gevallen waarin dit bij
wet is voorzien.