100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Filosofische en ethische vraagstukken in de gezondheidszorg

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
37
Geüpload op
15-09-2025
Geschreven in
2025/2026

Samenvatting over zowel boek medische filosofie als 'en nog een goede gezondheid' Geslaagd in eerste zit

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
15 september 2025
Aantal pagina's
37
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

FILOSOFIE

INLEIDING TOT DE MEDISCHE FILOSOFIE


1.​ Hoe is filosofie?
Inleiding
●​ ‘Filosofie’ → cf. Grieks ~ filein (= begeren) en sofia (= wijsheid)
●​ Geen sluitende definitie voor ‘filosofie’
→ Moore: de vraag wat filosofie is, is een filosofische vraag
→ Fundamentele vraagstukken over de mens oplossen, fundamenteel nadenken


1.1 Toogfilosofie en andere misverstanden
●​ Filosofie gaat niet over het zoeken naar ‘dé zin van hét leven’
●​ Filosofie is niet zomaar een levenswijze / manier van leven
→ Wel: een houvast in een wankele wereld die ons continu wil vertellen hoe we
moeten leven
→ Geen antwoorden zoeken op vraagstukken, maar je afvragen: hoe zit alles in
elkaar
→ Geen spiritueel gebeuren
●​ Filosoferen is NIET zweven
→ Filosofie is niet geïsoleerd van de werkelijkheid, wil die net onderzoeken en
begrijpen
→ Filosofie is niet wereldvreemd
●​ Filosofie bekleed kleiner deel in wetenschap dan vroeger
→ Wetenschap nu meer empirie, minder denken
→ Filosofie als dienstmaagd van de wetenschap: filosofie mag er zijn zolang het
de wetenschap niet tegenspreekt, filosofie kijkt naar waar de wetenschap nog
geen antwoord op heeft
⇒ klopt niet: wetenschap en filosofie buigen over zelfde onderwerp, maar totaal
andere benadering (wetenschap: wat weten we? ; filosofie: hoe komen we te ​
weten?)
●​ Onderscheid maken tussen subjectief en subjectivistisch
- Subjectief: mening/opinie, niet altijd te bewijzen maar daarom niet willekeurig
- Subjectivistisch: willekeurig, niet onderbouwd


1.2 Componenten van filosoferen
●​ De wereld in bewondering aanschouwen
→ bewondering is startpunt van de filosofie, omgaan met bewondering is hoe
filosofie is
●​ Vragen stellen over zaken die als evident worden aangenomen


1

,1.2.1 Aporetisch
●​ Aporetisch filosoferen
= Analyseren van een probleem, dan de logica van het probleem volgen, ten
slotte het vraagstuk zo ver brengen dat het op een aporie stoot
Aporie (Gr. a-poros) = gebrek aan toegang, verlegenheid, radeloosheid
●​ Zo ver denken dat je vastloopt, dan verder zoeken in andere richtingen
⇒ Filosofie ‘gebeurt’ nu: je kan tot oplossing komen, het kan ook niet, ​
filosofie is ook vaak beschrijven waar en waarom je vastloopt
⇒ Probleem is aporetisch van aard, je vindt geen / bijna nooit een antwoord


1.2.2 Fundamenteel nadenken
●​ Probleem oplichten, verabsoluteren, ten slotte zo ‘hard’ mogelijk denken
●​ ‘Fundamenteel’ → moeilijke problemen aantrekken i.p.v. ze uit de weg te
gaan, vaak over ‘zijn/bestaan’, vandaag vaak in gezondheidszorg
⇒ Er alles aan doen om een probleem volledig door te denken, tot het einde,
NIET relativeren
→ wel gevonden standpunt hardnekkig verdedigen zolang het ​
valabel blijft, wil dus niet zeggen dat je niet van opinie kan ​
veranderen, nog steeds openstaan voor nieuwe ​
inzichten/ontkrachting


1.2.3 Methodische twijfel
●​ Mens is wezen met rede, denkt na (over zijn bestaan)
→ Vaak zoveel vragen dat men erin vastloopt, je moet standvastig zijn om te
kunnen filosoferen, want ook eigen standpunten in vraag stellen
→ Twijfelen om de waarheid te bekomen, ook basis van wetenschap
●​ René Descartes (17e eeuw)
→ Als eerste met ‘methodische twijfel’ = twijfel als filosofische methode
→ Alles wat hij dacht te weten trok hij in twijfel
⇒ Niets is nog zeker, behalve het feit dat je twijfelt
⇒ Als je twijfelt, kan je er zeker van zijn dat je bestaat:
‘je pense donc je suis'
→ Socrates ging hem voor: hoe meer je over een probleem nadenkt, hoe
meer je de complexiteit ervan ontdekt en de bestaande kennis erover in
twijfel trekt
●​ Samenleving van vandaag: feiten tellen evenveel als meningen
→ Iedereen heeft zijn mening en die is evenveel waard → wat als ze elkaar
tegenspreken? = paradox
→ Ervaringen en gevoel zijn fundamenteel (ervaring patiënt belangrijk!)
→ Standpunten en principes leren afwegen (= ethiek) = opinie vs feit



2

, 1.2.4 Systematisch en logisch redeneren
●​ Logisch, systematisch en streng argumentatief redeneren
→ Daarbij stellingen en vragen sterk aflijnen om paradoxen te vermijden
→ Enkel filosofie bij controleerbare en heldere argumentatie
●​ Minder complexe problemen: makkelijk te beargumenteren
Complexere problemen: moeilijker, maar mag niet afschrikken, die vragen
zijn vaak zeer belangrijk om goed te blijven voortdoen
vb. Hulpverlener: hoe handel ik goed naar de hulpvrager?
●​ Hoe?
Logisch en stap voor stap nadenken;
Systematisch redenering opbouwen;
Zin voor synthese en overzichtelijke analyse;
Aan jezelf hoge eisen stellen → zelfkritiek!!!!
●​ Gezondheid verkoopt goed → vaak misbruikt, commercieel
→ Is het waar of wil ik dat het waar is


⇒ Filosofie vaak moeilijk, want: je eindigt soms met minder, je bent nooit blijvend
zeker van iets, kritiek op anderen is vaak makkelijker dan kritiek op jezelf
MAAR: kritiek op jezelf = filosofie


2.​ De Grieken, of wie anders?
Inleiding
●​ Filosofie = praktijk ontstaan in het antieke Griekenland
●​ Grieks model van samenleving: over gezondheid werd gesproken en
gediscussieerd, beste oplossing bekomen door rationeel debat
→ Cf. Anekdote: als iemand ziek was, ging men buiten staan om te luisteren
naar hoe anderen dit zouden oplossen, vele meningen
→ Hippocrates: gebruikt eigen kennis + luistert naar anderen
⇒ Mensen leggen zich niet meer neer bij lot van ziek zijn, dokter
⇒ Kennis toen: wat komt in en uit het lichaam ⇒ speculaties
⇒ Bekende leer Hippocrates: humorale leer, zie verder

2.1 De Griekse polis en het medisch-filosofische denken
2.1.1 De maatschappelijke ontstaanscontext van de wijsbegeerte
●​ Ontstaan ‘polis’ ⇒ polis + logos + agora
→ Polis = sociale ruimte, ruimte om te discussiëren
→ Logos = filosofische rede, rationeel beargumenteren van een standpunt
→ Agora = democratische ruimte, publieke ruimte, nieuwe relaties
⇒ Het discussiëren en bespreken krijgt groot statuut, zorgt voor
vooruitgang



3

, ⇒ Mensen regeren zelf over bestaan, niet langer God ⇒ democratie
●​ Relatie logos - politiek ⇒ ontstaan filosofie
→ Politiek drukt zich uit in kunst van de taal, redevoeringen
→ Logos realiseert zich via politiek
⇒ Men kan toekijken hoe politieke beslissingen genomen worden ⇒ publiek
⇒ Alles wordt onderworpen aan discussie, publiek gebeuren ⇒ democratie


2.1.2 De Atheense democratie
●​ Antieke Griekenland: eigenlijk aristocratie = rijken meest geschikten regeren
→ Enkel geleerde mannen, geen vrouwen/slaven/…
→ TOCH geboorte democratie: religie niet langer autoriteit, mens regeert
zelf
2.2 Logos en de kunde van het genezen
●​ Vele artsen waren ook filosoof
→ Naar de dokter gaan was publieke aangelegenheid
→ Focus op het individu, arts ten dienste van de patiënt
→ Ziek zijn = uit evenwicht zijn ⇒ humorale leer


2.2.1 Natuurfilosofen
●​ Natuurfilosofen = presocratici, gingen Hippocrates voor
→ Zochten verklaringen voor ziektes
⇒ tot dan toe: mythisch en magisch, want ziek zijn was woede van ​
God(en) of natuurlijke oorzaken en genezing door rituelen door genezer
met magische krachten
⇒ Vanaf nu: rationeel zoeken naar oorzaak ziekte
→ Zochten wetmatigheden in kosmos, natuurwetten, want mens is deel ​
kosmos, dus lichaam werkt zoals kosmos
●​ 4 elementen: water, aarde, vuur, lucht
→ Alles komt voort uit verschillende verhoudingen van die 4 elementen
⇒ Wereld is fysisch gebeuren, géén goden!
→ Werkelijkheid = orde die mens moet ontrafelen
●​ Empedocles van Agrigentum (5e eeuw v.C.)
→ Géén natuurfilosoof
→ Elementenleer: 4 oerelementen met twee van vier basiskwaliteiten




→ Ding = toevallige en tijdelijke samenhang deeltjes
samenspel haat en liefde bepaalt samenklitten/uiteenvallen



4
$7.27
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
nienbehiels

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
nienbehiels Universiteit Gent
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
2 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
12
Laatst verkocht
2 maanden geleden

0.0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen