Hoofdstuk 3 gaswisseling & uitscheiding
§1 de lever
Functies lever:
- Productie gal (opgeslagen in galblaas)
- Opslag stoffen
- Omzetting van nutriënten
- Zuiveren van bloed
- Productie van plasma-eiwitten
De lever zorgt deel voor regeling homeostase omdat het de omzetting, de
opslag en uitscheiding van stoffen regelt. Lever bestaat uit verschillende
leverlobjes die op hoekpunten aftakkingen van poortader, leverslagader
en galgang bevatten. De galgang voert gal van lever naar galblaas.
Lever speelt rol bij koolhydraatstofwisseling: eilandjes van Langerhans die
in de alvleesklier liggen produceren 2 hormonen.
Insuline (b-cellen) die zorgt voor de opname van glucose uit het bloed en
zet het om in glycogeen (bloedsuikerspiegel daalt)
Glucagon (a-cellen) die zorgt voor omzetting glycogeen in glucose en geeft
het af aan het bloed (bloedsuikerspiegel stijgt)
Glycogeen wordt opgeslagen in de lever en spier, belangrijk want
osmotische waarde wordt niet beïnvloed omdat het als 1 ‘stuk’ wordt
opgeslagen en niet als allemaal losse ‘deeltjes’
De lever speelt ook rol bij vetstofwisseling:
Lipogenese -> glucose en aminozuren worden gebruikt om vetzuren te
maken
Essentiële vetzuren : moet je met voeding binnen krijgen
Niet essentiële vetzuren: kan lichaam zelf maken
In lever wordt alcohol omgezet in acetyl-CoA, waar 2 moleculen NADH
ontstaan
Levercirrose: cellen in de lever sterven en worden vervangen door
bindweefsel (door alcohol)
In je lever kan het lichaam aminozuren vormen dmv transaminering
(=overplaatsing aminogroep) -> binas 71G
, Overtollige aminozuren kunnen in de lever worden afgebroken =
desaminering -> hier komt ammoniak vrij. Door detoxificatie (gifstoffen en
andere vreemde stoffen uit bloed door lever) wordt de ammoniak omgezet
in ureum en die wordt vervolgens door de nieren afgescheiden
Afbraak rode bloedcellen in de lever gebeurt in macrofagen (witte
bloedcellen) waar hemoglobine wordt afgebroken tot heem en globine.
Vervolgens wordt ijzer uit heem verwijderd en wordt heem omgezet in
bilirubine (pigment, geel). Dit ijzer wordt gebonden aan een eiwit
waardoor ferritine ontstaat en wordt opgeslagen in de lever. Bilirubine gaat
naar de lever (hier nog niet oplosbaar in water). De bilirubine wordt
verwerkt in gal en geeft de gal een kleur. De bilirubine wordt in darmen
door bacteriën afgebroken, waardoor kleur naar poep verandert. Gedeelte
opgenomen in bloed en uitgescheiden door de nieren
Geelzucht is een symptoom en geen ziekte en wordt veroorzaakt door een
te grote hoeveelheid bilirubine in het bloed
Prehepatisch (vóór de lever): verhoogde afbraak van rode
bloedcellen waardoor de lever de afbraak niet kan verwerken
Hepatisch (in de lever): lever is zelf aangetast door ziekte of erfelijke
aandoening
Posthepatisch (na de lever): de galwegen zijn verstopt waardoor
bilirubine weer terug naar het bloed gaat
§2 de nieren
Functies nieren:
- Verwijderen van afvalstoffen en bruikbare stoffen weer opnemen in
het bloed
- Regulatie van volume van bloed en samenstelling van het bloed
- Regulatie ph waarde van het bloed
Nieren produceren urine -> urineleider vervoert urine -> blaas tijdelijke
opslagplaats urine -> urinebuis vervoert urine uit lichaam (bij mannen ook
sperma)
§1 de lever
Functies lever:
- Productie gal (opgeslagen in galblaas)
- Opslag stoffen
- Omzetting van nutriënten
- Zuiveren van bloed
- Productie van plasma-eiwitten
De lever zorgt deel voor regeling homeostase omdat het de omzetting, de
opslag en uitscheiding van stoffen regelt. Lever bestaat uit verschillende
leverlobjes die op hoekpunten aftakkingen van poortader, leverslagader
en galgang bevatten. De galgang voert gal van lever naar galblaas.
Lever speelt rol bij koolhydraatstofwisseling: eilandjes van Langerhans die
in de alvleesklier liggen produceren 2 hormonen.
Insuline (b-cellen) die zorgt voor de opname van glucose uit het bloed en
zet het om in glycogeen (bloedsuikerspiegel daalt)
Glucagon (a-cellen) die zorgt voor omzetting glycogeen in glucose en geeft
het af aan het bloed (bloedsuikerspiegel stijgt)
Glycogeen wordt opgeslagen in de lever en spier, belangrijk want
osmotische waarde wordt niet beïnvloed omdat het als 1 ‘stuk’ wordt
opgeslagen en niet als allemaal losse ‘deeltjes’
De lever speelt ook rol bij vetstofwisseling:
Lipogenese -> glucose en aminozuren worden gebruikt om vetzuren te
maken
Essentiële vetzuren : moet je met voeding binnen krijgen
Niet essentiële vetzuren: kan lichaam zelf maken
In lever wordt alcohol omgezet in acetyl-CoA, waar 2 moleculen NADH
ontstaan
Levercirrose: cellen in de lever sterven en worden vervangen door
bindweefsel (door alcohol)
In je lever kan het lichaam aminozuren vormen dmv transaminering
(=overplaatsing aminogroep) -> binas 71G
, Overtollige aminozuren kunnen in de lever worden afgebroken =
desaminering -> hier komt ammoniak vrij. Door detoxificatie (gifstoffen en
andere vreemde stoffen uit bloed door lever) wordt de ammoniak omgezet
in ureum en die wordt vervolgens door de nieren afgescheiden
Afbraak rode bloedcellen in de lever gebeurt in macrofagen (witte
bloedcellen) waar hemoglobine wordt afgebroken tot heem en globine.
Vervolgens wordt ijzer uit heem verwijderd en wordt heem omgezet in
bilirubine (pigment, geel). Dit ijzer wordt gebonden aan een eiwit
waardoor ferritine ontstaat en wordt opgeslagen in de lever. Bilirubine gaat
naar de lever (hier nog niet oplosbaar in water). De bilirubine wordt
verwerkt in gal en geeft de gal een kleur. De bilirubine wordt in darmen
door bacteriën afgebroken, waardoor kleur naar poep verandert. Gedeelte
opgenomen in bloed en uitgescheiden door de nieren
Geelzucht is een symptoom en geen ziekte en wordt veroorzaakt door een
te grote hoeveelheid bilirubine in het bloed
Prehepatisch (vóór de lever): verhoogde afbraak van rode
bloedcellen waardoor de lever de afbraak niet kan verwerken
Hepatisch (in de lever): lever is zelf aangetast door ziekte of erfelijke
aandoening
Posthepatisch (na de lever): de galwegen zijn verstopt waardoor
bilirubine weer terug naar het bloed gaat
§2 de nieren
Functies nieren:
- Verwijderen van afvalstoffen en bruikbare stoffen weer opnemen in
het bloed
- Regulatie van volume van bloed en samenstelling van het bloed
- Regulatie ph waarde van het bloed
Nieren produceren urine -> urineleider vervoert urine -> blaas tijdelijke
opslagplaats urine -> urinebuis vervoert urine uit lichaam (bij mannen ook
sperma)