CEL- EN WEEFSELBIOLOGIE I
DEEL 2 : ONTWIKKELINGSBIOLOGIE
0 INLEIDING
- Slides + notities!!
- Cursus is extra uitgeschreven als ondersteuning
- Te kennen : wat in de les verteld word met eigen notities (meer context in
cursus hoef je niet perse te kennen)
- Basistermen : leer ze niet alsof ze de enige zijn, ergens is een logische
samenhang tussen termen, concepten…
1 GONADEN EN GESLACHTSCELLEN
- Ontwikkeling start vanaf versmelting geslachtscellen (spermatozoïde +
eicel = zygote)
o Gevormd in de gonaden, afgeleid van PGCs
o Spermatogenese & oögenese
SPERMATOGENESE
- In testis = zaadbal
o Zoogdieren: zaadbuisjes (sterk opgewonden buisjes)
- Wand zaadbuisjes: cellen die voedende functie hebben voor cellen die wel
zaadcellen zullen worden = Sertoli-cellen
- Tussen zaadbuisjes: cellen die testosteron produceren = cellen van Leydig
1. Diploïde spermatogonia: na mitose à 1 blijft liggen = spermatogonium +
andere begint op te schuiven = primaire spermatocyt
2. Primaire spermatocyt (2n) : start eerste meiotische deling : 2 haploïde
cellen ontstaan = 2 haploïde dochtercellen = 2 secundaire spermatocyten
(n)
3. Secundaire spermatocyten ondergaan 2e meiotische deling à 4
spermatiden
4. Spermiogenese: geen deling meer , maar transformatie waarbij
spermatiden celorganellen uitstoten : ze behouden kern, mitochondria &
vormen flagel = spermatozoa
o Spermatozoa: kop met nucleus & erboven acrosoma (uiteinde), hals
met mitochondria (flagel draaien) en dan staart met eiwitmantel
rond flagel
, OÖGENESE
- In ovarium
- Vrouwen die geboren worden beschikken al over alle eicellen, er worden
geen nieuwe meer bijgevormd!
- Eicellen liggen niet los (zoals spermatogonia): omgeven door voedende
cellen eens de rijping gestart is è follikel = geheel van een eicel + groepje
voedende cellen (granuloza cellen/ follikel cellen)
1. Start met diploïde oögonia: ze wachten tot ze hormonaal geïnduceerd
worden om er 1 / paar te laten starten met het proces è geen mitose
2. Primaire oocyt (in gang gezet) is diploïd en ondergaat eerste meiotische
deling à secundaire oocyt (n) + poollichaampje (draagt niks bij aan
vorming embryo): nog in ovaria
3. Eisprong: tertiair follikel naar wand ovarium : scheurt open , alleen de eicel
(sec oöcyte) wordt uitgestoten, de rest blijft achter in ovarium
FOLLIKELVORMING
- Vanaf vorming granulosa = start oögenese proces
o Geheel = onrijpe primair follikel en bevat eicel + follikelcellen!!!
o Theca folliculi rond follikel
- Meerdere granulosacellen gevormd, in laagjes = rijp primaire oöcyt
- Granulosa cellen scheiden vocht (liquor folliculi) af en er ontstaan holtes
(antrum folliculi) = secundair follikel (heeft nog altijd primaire oocyt)
- Meerdere holtes vormen 1 grote holte = tertiair follikel
- Primaire oöcyt ondergaat 1e meiotische deling à grote secundaire oöcyt +
poollichaampje
- Achter blijvende cellen à gele lichaam
, 2 BEVRUCHTING
DEFINITIES
- Na eisprong à secundaire oocyt + poollichaampje (omgeven zona
pellucida) in eileider
o Van zodra 1 zaadcel binnendringt wordt de 2 e meiostische deling
geïnduceerd è oötide + poollichaam
- Versmelting à zygote die start met embryogenese
- Acrosoom: enzymen worden geloosd en graven gangetje in zona pellucida
VERHINDEREN POLYSPERMIE
- Reactie eicel om te vermijden dat andere zaadcellen binnendringen è
corticale granulen in wand eicel: inhoud wordt geloosd + vormen laag rond
de eicel zodat geen zaadcel meer binnen kan
o Als natuurlijke wijze niet goed gaat è kunstmatige manier
- Kunstmatige bevruchting
o Zaadcellen heel dicht bij eicel brengen (= IVF)
Zaadcellen kunnen niet veel energie aanmaken en geraken
dus niet erg ver.
o Als ze niet door eicel membraan geraken à ICSI: in cytoplasma
wordt zaadcel binnen gebracht zodat er versmelting kan
plaatsvinden
- Embryonale ontwikkeling start al in de eileider à 2 cellig stadium, 4 cellig
stadium…
o Moet tegen einde speciale structuur hebben zodat die in de
baarmoederwand kan innestelen
3 KLIEVING
- Vanaf dag 2 start cel klieving
- Celdeling gaat gepaard met celklieving gevolgd door aangroei met cellen
- Celklieving: starten van 1 cel en steeds opsplitsen in kleinere celletjes è je
eindigt met een even grote eicel, maar vol met mini celletjes die basis
vormen embryonale ontwikkeling
SPIRAALKLIEVING
- Eerst 2 meridionale klievingen
- Daarna gaat elke dochtercel delen met een schuin vlak
- Veel ongewervelde dieren
, RADIAALKLIEVING
- Meridionaal: bovenaan embryo, onderaan dode materie è verticaal erdoor
o Eerst bv. Horizontaal, daarna loodrecht op de eerste klieving
- Equatoriaal: gaat tussen embryo (animale pool) & dode materiaal
(vegetale pool) (horizontaal)
ROTATIEKLIEVING
- Zoogdieren, de mens
- Eerste meridionale klieving
o In de ene dochtercel à horizontale klieving
o In de andere dochtercel à verticale klieving
- Isolecithale eieren (niet te veel dooiermateriaal) = volledige klieving van
boven tot beneden
- Bij heel wat dieren: thelolecithale eieren à klieving loopt niet volledig door
het dooier materiaal è bovenaan 4 embryonale cellen (embryo) en
onderaan 1 grote cel (dooiercel; voeding voor embryo)
BLASTULA-GASTRULA
- Onbevruchte eicel met volledige klieving à 8,16,…
- Blastomeren organiseren zich in een bolletje à wand omgeeft een holte
(blastocoel)
- Blastulastadium: vollop celklievingen
- Vanaf daarna celbeweging = gastrulastadium met gastrulatie (= proces
van die beweging)
- Instulping: eerste embryonale opening = blastoporus è aanleg
spijsverteringskanaal (oerdarm)
o Instulping gaat verder en je krijgt 2 embryonale kiembladen (ecto =
buiten, endo = binnen)
DEEL 2 : ONTWIKKELINGSBIOLOGIE
0 INLEIDING
- Slides + notities!!
- Cursus is extra uitgeschreven als ondersteuning
- Te kennen : wat in de les verteld word met eigen notities (meer context in
cursus hoef je niet perse te kennen)
- Basistermen : leer ze niet alsof ze de enige zijn, ergens is een logische
samenhang tussen termen, concepten…
1 GONADEN EN GESLACHTSCELLEN
- Ontwikkeling start vanaf versmelting geslachtscellen (spermatozoïde +
eicel = zygote)
o Gevormd in de gonaden, afgeleid van PGCs
o Spermatogenese & oögenese
SPERMATOGENESE
- In testis = zaadbal
o Zoogdieren: zaadbuisjes (sterk opgewonden buisjes)
- Wand zaadbuisjes: cellen die voedende functie hebben voor cellen die wel
zaadcellen zullen worden = Sertoli-cellen
- Tussen zaadbuisjes: cellen die testosteron produceren = cellen van Leydig
1. Diploïde spermatogonia: na mitose à 1 blijft liggen = spermatogonium +
andere begint op te schuiven = primaire spermatocyt
2. Primaire spermatocyt (2n) : start eerste meiotische deling : 2 haploïde
cellen ontstaan = 2 haploïde dochtercellen = 2 secundaire spermatocyten
(n)
3. Secundaire spermatocyten ondergaan 2e meiotische deling à 4
spermatiden
4. Spermiogenese: geen deling meer , maar transformatie waarbij
spermatiden celorganellen uitstoten : ze behouden kern, mitochondria &
vormen flagel = spermatozoa
o Spermatozoa: kop met nucleus & erboven acrosoma (uiteinde), hals
met mitochondria (flagel draaien) en dan staart met eiwitmantel
rond flagel
, OÖGENESE
- In ovarium
- Vrouwen die geboren worden beschikken al over alle eicellen, er worden
geen nieuwe meer bijgevormd!
- Eicellen liggen niet los (zoals spermatogonia): omgeven door voedende
cellen eens de rijping gestart is è follikel = geheel van een eicel + groepje
voedende cellen (granuloza cellen/ follikel cellen)
1. Start met diploïde oögonia: ze wachten tot ze hormonaal geïnduceerd
worden om er 1 / paar te laten starten met het proces è geen mitose
2. Primaire oocyt (in gang gezet) is diploïd en ondergaat eerste meiotische
deling à secundaire oocyt (n) + poollichaampje (draagt niks bij aan
vorming embryo): nog in ovaria
3. Eisprong: tertiair follikel naar wand ovarium : scheurt open , alleen de eicel
(sec oöcyte) wordt uitgestoten, de rest blijft achter in ovarium
FOLLIKELVORMING
- Vanaf vorming granulosa = start oögenese proces
o Geheel = onrijpe primair follikel en bevat eicel + follikelcellen!!!
o Theca folliculi rond follikel
- Meerdere granulosacellen gevormd, in laagjes = rijp primaire oöcyt
- Granulosa cellen scheiden vocht (liquor folliculi) af en er ontstaan holtes
(antrum folliculi) = secundair follikel (heeft nog altijd primaire oocyt)
- Meerdere holtes vormen 1 grote holte = tertiair follikel
- Primaire oöcyt ondergaat 1e meiotische deling à grote secundaire oöcyt +
poollichaampje
- Achter blijvende cellen à gele lichaam
, 2 BEVRUCHTING
DEFINITIES
- Na eisprong à secundaire oocyt + poollichaampje (omgeven zona
pellucida) in eileider
o Van zodra 1 zaadcel binnendringt wordt de 2 e meiostische deling
geïnduceerd è oötide + poollichaam
- Versmelting à zygote die start met embryogenese
- Acrosoom: enzymen worden geloosd en graven gangetje in zona pellucida
VERHINDEREN POLYSPERMIE
- Reactie eicel om te vermijden dat andere zaadcellen binnendringen è
corticale granulen in wand eicel: inhoud wordt geloosd + vormen laag rond
de eicel zodat geen zaadcel meer binnen kan
o Als natuurlijke wijze niet goed gaat è kunstmatige manier
- Kunstmatige bevruchting
o Zaadcellen heel dicht bij eicel brengen (= IVF)
Zaadcellen kunnen niet veel energie aanmaken en geraken
dus niet erg ver.
o Als ze niet door eicel membraan geraken à ICSI: in cytoplasma
wordt zaadcel binnen gebracht zodat er versmelting kan
plaatsvinden
- Embryonale ontwikkeling start al in de eileider à 2 cellig stadium, 4 cellig
stadium…
o Moet tegen einde speciale structuur hebben zodat die in de
baarmoederwand kan innestelen
3 KLIEVING
- Vanaf dag 2 start cel klieving
- Celdeling gaat gepaard met celklieving gevolgd door aangroei met cellen
- Celklieving: starten van 1 cel en steeds opsplitsen in kleinere celletjes è je
eindigt met een even grote eicel, maar vol met mini celletjes die basis
vormen embryonale ontwikkeling
SPIRAALKLIEVING
- Eerst 2 meridionale klievingen
- Daarna gaat elke dochtercel delen met een schuin vlak
- Veel ongewervelde dieren
, RADIAALKLIEVING
- Meridionaal: bovenaan embryo, onderaan dode materie è verticaal erdoor
o Eerst bv. Horizontaal, daarna loodrecht op de eerste klieving
- Equatoriaal: gaat tussen embryo (animale pool) & dode materiaal
(vegetale pool) (horizontaal)
ROTATIEKLIEVING
- Zoogdieren, de mens
- Eerste meridionale klieving
o In de ene dochtercel à horizontale klieving
o In de andere dochtercel à verticale klieving
- Isolecithale eieren (niet te veel dooiermateriaal) = volledige klieving van
boven tot beneden
- Bij heel wat dieren: thelolecithale eieren à klieving loopt niet volledig door
het dooier materiaal è bovenaan 4 embryonale cellen (embryo) en
onderaan 1 grote cel (dooiercel; voeding voor embryo)
BLASTULA-GASTRULA
- Onbevruchte eicel met volledige klieving à 8,16,…
- Blastomeren organiseren zich in een bolletje à wand omgeeft een holte
(blastocoel)
- Blastulastadium: vollop celklievingen
- Vanaf daarna celbeweging = gastrulastadium met gastrulatie (= proces
van die beweging)
- Instulping: eerste embryonale opening = blastoporus è aanleg
spijsverteringskanaal (oerdarm)
o Instulping gaat verder en je krijgt 2 embryonale kiembladen (ecto =
buiten, endo = binnen)