1. DE CRISIS VAN HET MODERNISME
AMBITIES VAN HET MODERNISME (HERHALING)
• Sociale hervorming gekoppeld aan esthetische revolutie
• Architectuur voor de massa
o Na WO II => grote woningnood => inlossen met nieuwe manier van bouwen
o Vanuit prefab constructies
• Functionaliteit, rationaliteit
• Principes van het modernisme zijn universeel toepasbaar
o Universaliteit => dit is het nieuwe bouwen!!
o Universeel toepasbare manier van bouwen
Komt reactie op
CRISIS VAN HET MODERNISME
• Dood van de charismatische ‘leiders’
o Le Corbusier (+1965), Mies (+1968), Gropius (+1969), Kahn (+1974)
• Groeiende reactie tegen het modernistische denken
o Onverschilligheid t.a.v. de bestaande, historische stad
o Sociale, culturele relevantie v/d oorspronkelijke principes vs. verschraalde, economische
toepassing
o Universaliteitsaanspraak versus nood aan identificatie, lokale principes, tradities
• Vanaf 1970: algemeen ‘pluralisme’; geen uniforme tendensen meer
o Gaan we zo op ingaan
MODERNISTISCHE PROJECTEN
• Le corbusier, ville contemporaine (city for three million), 1922
o Wilt heel parijs omgooien
o In eerdere lessen gezien
• Brasilia, Lucio Costa, 1957
o Op doorgedreven en radicale manier wordt modernistische principes
toegepast
2. REACTIES OP HET MODERNISME VANAF DE
JAREN 60
• Vanaf 1970: algemeen ‘pluralisme’; geen uniforme tendensen meer
o 1. High Tech
o 2. Humanistische kritiek: structuralisme
o 3. Neo avant-garde
2.1 HIGH-TECH ARCHITECTUUR
• Kenmerken
o Esthetisering van de techniek: expressie van circulatie, technieken, structuur
o Principe van maximale ‘flexibiliteit’ in tijd en ruimte
• Voorbeeld: Cedric Price, Fun Palace, 1960 – 1961
o Soort speelsheid integreren op universele taal van modernisme
o Laboratorium voor plezier
o Ruimte waarbij andere ruimtes ingeplugd kunnen worden in de structuur
Representeren de vrijheid van bewoners
Naar eigen vrijheid kunnen ze gebouw of onderdeel inpluggen in grotere structuur
“kan veranderen op verzoek van de gebruiker”
o Gebruikt technologie om zo een idee uit te denken
o Wilt geen psycholische of fysieke grenzen
1
, WEEK 8: REACTIES OP HET MODERNISME
o InterAction Project, Cedric Price Londen, 1971-2003
In londen en gebaseerd op Fun Palace
• Voorbeeld: Renzo Piano, Richard Rogers, Centre Pompidou, 1971 - 1976
o Gevel als interactief gegeven => communicatiescherm
o Kleurcodes toegepast die verschillende elementen aanduiden
o Ruimtes binnenin zijn ‘leeg’
Bv. blauw = luchtcirculering, rood = circulatie mensen
o Technieken en structurele elementen zijn langs buitenkant
opgebouwd
o Gebouw praat met de kijker
o Plein ervoor: helpt ook met communicatie, samenbrengen waardoor gevel meer gaat spreken
Huis wordt bijna decor van het plein
o “gezien als levend organisme”
o Technologische en infrastructurele retoriek
o Lijkt op olieraffinaderij
o Gebouw lijkt tot stand te zijn gekomen zonder rekening te houden met specifiek programma
van gebouw (huisvesting van verzameling van kunstwerken)
o Optimale flexibiliteit
2.2 HUMANISTISCH STRUCTURALISME
• Structuralisme
o Denkstroming (jaren ’50-’60)
o Betekenis ontstaat uit onderlinge verhoudingen tussen elementen, eerder dan door de
onderdelen op zichzelf
o → verandering van context kan de betekenis van een fenomeen of element veranderen
Als de context verandert, ga je met een nieuw blik kijken naar de een gebouw
bijvoorbeeld
• Humanistisch
o Kritiek op de overdreven focus op economie en efficiëntie van het modernisme
o Aandacht voor de gebruiker, menselijke schaal, identiteit → geleding v/d bouwmassa i.f.v.
groei, verandering, samenhang, inspraak, gemeenschapsvorming
o Ontmoeting stimuleren
• voorbeelden:
o Aldo Van Eyck, Burgerweeshuis, Amsterdam, 1955-1960
Gaat over geheel van elementen en interactie ertussen
Modules 3,6m x 3,6m die aaneengeschakeld zijn
Stimuleren sociale structuur
• “ontmoetingsarchitectuur”
Gaat op kinderlijke manier architectuur vormen naar maatvoering van kinderen
Makkelijke uitbreidbaarheid, en aanpasbaarheid
Structuur is open voor interpretatie en heeft flexibiliteit
2