SOCIOLOGIE
H1: op ontdekking door een bekend gebied?
Over de eigen aard van de samenleving
Micro → gezin, vriendengroep
Meso → sportclub, jeugdbeweging, hogentenaars
Macro → allemaal burger in onze SL
Samenleving(sverbanden) en de temporele en sociale ruimte rond het speelveld
Speelveld → ons gebouw (onze opleiding)
Om te kunnen starten en deelnemen aan onze opleiding moet je aan een aantal voorwaarden
voldoen: Secundair diploma behalen,..
→ we kunnen actief meedoen aan de SL (werken, studeren, vrije tijd) → we spelen mee op het veld
Maar jammer genoeg niet ied de kans → aan de zijlijn van het veld (armoede,…) → niet volledig
deelnemen aan de SL --> sociale uitsluiting op verschillende domeinen (vrije tijd, woning, werk, ..)
Mensen op het veld/aan de rand/ erbuiten
Op het veld heb je spelers → nemen verschillende structuren/positie in (iedereen heeft andere
taken/verwachtingen)
Positie in veld bepaalt welke rol je krijgt → zo ook in de SL
Nodig om onze sl goed kunnen functioneren
Sommige posities verschillende rol maar ook sociale status (waardering die je krijgt omdat je die
status inneemt)
We spelen een spel (sociaal handelen → bewust van de ander, afstemmen op de ander) met een doel:
slagen maar ook groeien als persoon
Spelregels → regels naleven anders straffen (sociaal gestraft worden)
inleiding
• Sociologie = 'samenleving kunde'
• socius → latijns: samenleving
• logos → grieks: kennis
,Sociologen interesse in:
1. Hoe leven mensen samen in allerhande sociale verbanden?
2. Wat zijn de kenmerken van die samenlevingsverbanden?
3. Door welke wetmatigheden (regels, afspraken) worden ze gestuurd?
1.1 het dagelijks leven door de bril van de socioloog
Dagelijkse waarnemingen → sociologische bril nodig: structuur + betekenis geven aan wat we zien
bv; Oppervlakkige waarneming: kind word boos bij verandering → irritant kind
Diepere blik/ waarneming : moeilijke thuissituatie,…
sociologische verbeelding = bewustzijn dat onze individuele ervaringen en belevingswereld verband
houdt met de bredere sl
OF = Vermogen om persoonlijke ervaringen en uitdagingen te begrijpen in de context van grotere
maatschappelijke structuren en historische processen
We moeten het systeem zien → we komen los van individuele verhalen en gaan kijken naar de relaties
volgens Mills bestaat sociologische verbeelding uit 3 componenten: geschiedenis, biografie en
sociale structuur
1. geschiedenis = leert ons hoe de sl tot stand kwam en hoe ze verandert → we moeten verleden
kennen om vandaag te begrijpen (historiek taalstrijd, schoolstrijd, verzuiling of sociale
zekerheid)
2. biografie = gebeurtenissen in ons persoonlijk leven die ons gemaakt hebben tot wie we zijn als
sociaal wezen
3. sociale structuur = instituties die ons leven bepalen (hoe werken ze? hoe worden conflicten
onderdrukt of opgelost?,...)
1.1.1 Over eten en drinken
• hoe mensen omgaan met voedsel en drank → ingebed in sociale en culturele context (met
stokjes eten, handen, bestek,..)
• ook binnen dezelfde sl verschillen → tijdstip avondeten, brunchen op zondag, benaming voor
‘diner’, voor de tv eten, …
• door naar eten te kijken → sociale patronen worden zichtbaar
, • kookboeken → getuigen verandering sociale patronen (elke editie → culturele verschuivingen →
wereldkeuken gerechten door toenemen reizen van Vlamingen)
• massamedia heeft kookboeken overgenomen (jeroen meus, sandra bekkari,..)
• ‘koken en komen eten’ → niet alleen primaire behoefte maar ook vrijetijdsbesteding
• keuken is statussymbool geworden
statussymbool = een teken dat niet functioneel wordt gebruikt (uniform van politie), maar als
verwijzing naar rijkdom, macht en prestige.
• ook drinken heeft sociale metamorfose ondergaan
→ koffie is ‘sexy’ geworden → symbolische waarden gekregen
• koffie als ‘drug’ geaccepteerd maar in tweede helft 17e eeuw niet (machthebbers voelden zich
bedreigd doordat kritische geesten het dronken)
• ‘fairtrade’ koffie → lokale producenten (Latijns-Amerika, Afrika,..) een eerlijke prijs geven
1.1.2 over sport
onderzoek Smits → jongeren uit meer geprivilegieerde gezinnen hebben als lievelingssport: zeilen,
paardrijden, skiën, roeien,...
jongeren uit ‘normale’ gezinnen → voetballen, handbal, korfbal,..
sport → drager symbolische codes van smaken en leefstijlen
‘hogere’ sporten → ‘distance’ + ‘finesse’ (rackets, golfsticks, hockeystick,..)
arbeidersklasse → lijf-aan-lijfgevechten → passen beter bij hun arbeiderscultuur
‘bloodsports’ → boksen: blote vuisten bekleed met bokshandschoenen → vormde onderdeel van de
algemene disciplinering van arbeidersklasse
bare knuckle fights → tegenwoordig vaker met blote vuist bechten → toenemende aanvaarding of
verheerlijking van geweld
1.1.3 over lifestyle en lijfstijl
• Schoonheidsidealen zijn van alle tijden
• Schoonheidsidealen zijn tijd-, plaats- en cultuurgebonden zijn à bij ons heel duidelijk beeld van
wat mooi en niet mooi is
• ‘cultuur van de look’ → gedeeld en gedragen door stedelingen met oven modaal inkomen
• Veblen noemde dit al in 1899 'conspicuous consumption’
• Packard, Baudrillard, Bourdieu → analyseerden het fenomeen
• Elizabeth Currid-Halkett schreef ‘The sum of small things’ → ontwaart een nieuwe elite die
zich niet langer onderscheidt adhv inkomen of materiële consumptie, maar adhv subtiele
vormen van consumptie
, (‘verfijnde’ kennis en cultuur → bv; recycleerbare tas dragen waar logo van goed doel op staat, boeken
lezen, theater,..)
1.1.4 over liefde
• Mensen huwen vaak binnen hetzelfde sociale milieu (religie, opleiding, afkomst,..) → makkelijk
praten, veel gemeenschappelijkheden, minder risico op conflicten, sociale druk
• sociale druk van de omgeving → gearrangeerde huwelijken OF subtiele druk → door roddel,
afkeuring door vrienden,..
• vroeger: man met universitair diploma moest opzoek naar vrouw met lagere opleiding want
toen amper vrouwelijke soortgenoten
• ‘eremoorden’ verliefden gaan in tegen cultuur van de gemeenschap
• ouders doen ‘moeilijk’ als men aanpapt met iemand van andere stad/dorp
• homo’s, transgenders, holebi’s → worden lastig gevallen,..
• → Verliefdheid wordt sociaal gestuurd!
1.1.5 contingent maar niet arbitrair?
“Alles is contingent, maar niet arbitrair” (Elchardus, Spruyt en
• Alles had anders kunnen zijn dan het nu is. (contigent) → we denken dat het ‘natuurlijk’ is
• Toch is ons leven NIET arbitrair, willekeurig of louter toevallig. Het is niet omdat een bepaald
gebruik anders had kunnen zijn dat er geen goede reden bestaat waarom het nu zo is
1.2 niemand is een eiland - zeker niet in tijden van corona
alleen lezen p.26-35
1.3 een stap verder: een sociologische blik doet beter begrijpen
op vragen zoals: waarom is de dood een taboe? waarom over seks open en bloot praten? waarom
zoveel echtscheidingen?
→ wij antwoorden vanuit ‘gezond verstand’
MAAR sociologen → leggen zich niet neer bij WYSIWYG (what you see is what you get) → gaan op zoek
naar verklaringen achter zichtbare fenomenen
1.3.1 echtscheiding
H1: op ontdekking door een bekend gebied?
Over de eigen aard van de samenleving
Micro → gezin, vriendengroep
Meso → sportclub, jeugdbeweging, hogentenaars
Macro → allemaal burger in onze SL
Samenleving(sverbanden) en de temporele en sociale ruimte rond het speelveld
Speelveld → ons gebouw (onze opleiding)
Om te kunnen starten en deelnemen aan onze opleiding moet je aan een aantal voorwaarden
voldoen: Secundair diploma behalen,..
→ we kunnen actief meedoen aan de SL (werken, studeren, vrije tijd) → we spelen mee op het veld
Maar jammer genoeg niet ied de kans → aan de zijlijn van het veld (armoede,…) → niet volledig
deelnemen aan de SL --> sociale uitsluiting op verschillende domeinen (vrije tijd, woning, werk, ..)
Mensen op het veld/aan de rand/ erbuiten
Op het veld heb je spelers → nemen verschillende structuren/positie in (iedereen heeft andere
taken/verwachtingen)
Positie in veld bepaalt welke rol je krijgt → zo ook in de SL
Nodig om onze sl goed kunnen functioneren
Sommige posities verschillende rol maar ook sociale status (waardering die je krijgt omdat je die
status inneemt)
We spelen een spel (sociaal handelen → bewust van de ander, afstemmen op de ander) met een doel:
slagen maar ook groeien als persoon
Spelregels → regels naleven anders straffen (sociaal gestraft worden)
inleiding
• Sociologie = 'samenleving kunde'
• socius → latijns: samenleving
• logos → grieks: kennis
,Sociologen interesse in:
1. Hoe leven mensen samen in allerhande sociale verbanden?
2. Wat zijn de kenmerken van die samenlevingsverbanden?
3. Door welke wetmatigheden (regels, afspraken) worden ze gestuurd?
1.1 het dagelijks leven door de bril van de socioloog
Dagelijkse waarnemingen → sociologische bril nodig: structuur + betekenis geven aan wat we zien
bv; Oppervlakkige waarneming: kind word boos bij verandering → irritant kind
Diepere blik/ waarneming : moeilijke thuissituatie,…
sociologische verbeelding = bewustzijn dat onze individuele ervaringen en belevingswereld verband
houdt met de bredere sl
OF = Vermogen om persoonlijke ervaringen en uitdagingen te begrijpen in de context van grotere
maatschappelijke structuren en historische processen
We moeten het systeem zien → we komen los van individuele verhalen en gaan kijken naar de relaties
volgens Mills bestaat sociologische verbeelding uit 3 componenten: geschiedenis, biografie en
sociale structuur
1. geschiedenis = leert ons hoe de sl tot stand kwam en hoe ze verandert → we moeten verleden
kennen om vandaag te begrijpen (historiek taalstrijd, schoolstrijd, verzuiling of sociale
zekerheid)
2. biografie = gebeurtenissen in ons persoonlijk leven die ons gemaakt hebben tot wie we zijn als
sociaal wezen
3. sociale structuur = instituties die ons leven bepalen (hoe werken ze? hoe worden conflicten
onderdrukt of opgelost?,...)
1.1.1 Over eten en drinken
• hoe mensen omgaan met voedsel en drank → ingebed in sociale en culturele context (met
stokjes eten, handen, bestek,..)
• ook binnen dezelfde sl verschillen → tijdstip avondeten, brunchen op zondag, benaming voor
‘diner’, voor de tv eten, …
• door naar eten te kijken → sociale patronen worden zichtbaar
, • kookboeken → getuigen verandering sociale patronen (elke editie → culturele verschuivingen →
wereldkeuken gerechten door toenemen reizen van Vlamingen)
• massamedia heeft kookboeken overgenomen (jeroen meus, sandra bekkari,..)
• ‘koken en komen eten’ → niet alleen primaire behoefte maar ook vrijetijdsbesteding
• keuken is statussymbool geworden
statussymbool = een teken dat niet functioneel wordt gebruikt (uniform van politie), maar als
verwijzing naar rijkdom, macht en prestige.
• ook drinken heeft sociale metamorfose ondergaan
→ koffie is ‘sexy’ geworden → symbolische waarden gekregen
• koffie als ‘drug’ geaccepteerd maar in tweede helft 17e eeuw niet (machthebbers voelden zich
bedreigd doordat kritische geesten het dronken)
• ‘fairtrade’ koffie → lokale producenten (Latijns-Amerika, Afrika,..) een eerlijke prijs geven
1.1.2 over sport
onderzoek Smits → jongeren uit meer geprivilegieerde gezinnen hebben als lievelingssport: zeilen,
paardrijden, skiën, roeien,...
jongeren uit ‘normale’ gezinnen → voetballen, handbal, korfbal,..
sport → drager symbolische codes van smaken en leefstijlen
‘hogere’ sporten → ‘distance’ + ‘finesse’ (rackets, golfsticks, hockeystick,..)
arbeidersklasse → lijf-aan-lijfgevechten → passen beter bij hun arbeiderscultuur
‘bloodsports’ → boksen: blote vuisten bekleed met bokshandschoenen → vormde onderdeel van de
algemene disciplinering van arbeidersklasse
bare knuckle fights → tegenwoordig vaker met blote vuist bechten → toenemende aanvaarding of
verheerlijking van geweld
1.1.3 over lifestyle en lijfstijl
• Schoonheidsidealen zijn van alle tijden
• Schoonheidsidealen zijn tijd-, plaats- en cultuurgebonden zijn à bij ons heel duidelijk beeld van
wat mooi en niet mooi is
• ‘cultuur van de look’ → gedeeld en gedragen door stedelingen met oven modaal inkomen
• Veblen noemde dit al in 1899 'conspicuous consumption’
• Packard, Baudrillard, Bourdieu → analyseerden het fenomeen
• Elizabeth Currid-Halkett schreef ‘The sum of small things’ → ontwaart een nieuwe elite die
zich niet langer onderscheidt adhv inkomen of materiële consumptie, maar adhv subtiele
vormen van consumptie
, (‘verfijnde’ kennis en cultuur → bv; recycleerbare tas dragen waar logo van goed doel op staat, boeken
lezen, theater,..)
1.1.4 over liefde
• Mensen huwen vaak binnen hetzelfde sociale milieu (religie, opleiding, afkomst,..) → makkelijk
praten, veel gemeenschappelijkheden, minder risico op conflicten, sociale druk
• sociale druk van de omgeving → gearrangeerde huwelijken OF subtiele druk → door roddel,
afkeuring door vrienden,..
• vroeger: man met universitair diploma moest opzoek naar vrouw met lagere opleiding want
toen amper vrouwelijke soortgenoten
• ‘eremoorden’ verliefden gaan in tegen cultuur van de gemeenschap
• ouders doen ‘moeilijk’ als men aanpapt met iemand van andere stad/dorp
• homo’s, transgenders, holebi’s → worden lastig gevallen,..
• → Verliefdheid wordt sociaal gestuurd!
1.1.5 contingent maar niet arbitrair?
“Alles is contingent, maar niet arbitrair” (Elchardus, Spruyt en
• Alles had anders kunnen zijn dan het nu is. (contigent) → we denken dat het ‘natuurlijk’ is
• Toch is ons leven NIET arbitrair, willekeurig of louter toevallig. Het is niet omdat een bepaald
gebruik anders had kunnen zijn dat er geen goede reden bestaat waarom het nu zo is
1.2 niemand is een eiland - zeker niet in tijden van corona
alleen lezen p.26-35
1.3 een stap verder: een sociologische blik doet beter begrijpen
op vragen zoals: waarom is de dood een taboe? waarom over seks open en bloot praten? waarom
zoveel echtscheidingen?
→ wij antwoorden vanuit ‘gezond verstand’
MAAR sociologen → leggen zich niet neer bij WYSIWYG (what you see is what you get) → gaan op zoek
naar verklaringen achter zichtbare fenomenen
1.3.1 echtscheiding