Taak 11 sv
ouder worden en eindigen met de dood. Geldt voor alle levende organismen
veroudering
● verlies van homeostase (fysiologische blik)
● verlies van vermogen om zich aan te passen (deels Huber)
● Bouman: veroudering is een in de tijd optredende variabele verandering in structuur en
functie van de organen
waarom veroudering → ultimate theorie
evolutionair succes = voortbestaan van soort
voortbestaan soort = succesvolle voortplanting (genen doorgeven aan nageslacht)
organismen die het beste zijn aangepast aan hun omgeving zullen het meest succesvol zijn in
voortplanting (survival of the fittest)
hoe veroudering → proximale theorie
verandering:
- rimpelende handen
- spiermassa neemt af
- zicht van de oog
- het reukvermogen neemt af
- prestatie van kracht en conditie neemt af (piek bij dertigste jaar)
menopauze bij vrouwen
● meer verlies van botmassa → osteoblasten gaan weg dus osteoclasten gaan harder werken
(die happen botweefsel weg)
● minder signaal dus minder LH en FSH → minder oestrogeen → stoppen van menstruatie
evolutionaire verouderingstheorieën
- selectieschaduw = laat in leven aandoeningen voorkomen want die hebben al voortplanting
gedaan maar zijn misschien niet de fittest
- hoge testesteron lage leeftijd positief maar later grotere kans op prostaatkanker
- actief immuunsysteem gaat eigen dna aanvallen op latere leeftijd aangezien er dan fouten
ontstaan in het DNA van de persoon. Actief immuunsysteem is positief of lage leeftijd maar
dus niet op hoge leeftijd
disposable theorie
voortplanting → sommige dieren hebben veel vijanden en proberen in een zo kort mogelijke periode
zoveel mogelijk voort te planten en overlijden daarna snel
herstel en onderhoud lichaam → dieren die weinig vijanden hebben kunnen zich focussen op herstel
en onderhoud dus ook ouder worden
minder sterfte bij ouderdomsziekten wanneer je minder eet
evenveel sterfte bij algemene ziekten wanneer je minder eet
ros → dna schade → interacties met vrijwel alle hallmarks (cell proces dat veroudert)
telomeren worden iedere celdeling korter
- kritisch punt bereikt (bepaalt dus aantal celdelingen)
- telomeerlengte maat voor biologische leeftijd
ouder worden en eindigen met de dood. Geldt voor alle levende organismen
veroudering
● verlies van homeostase (fysiologische blik)
● verlies van vermogen om zich aan te passen (deels Huber)
● Bouman: veroudering is een in de tijd optredende variabele verandering in structuur en
functie van de organen
waarom veroudering → ultimate theorie
evolutionair succes = voortbestaan van soort
voortbestaan soort = succesvolle voortplanting (genen doorgeven aan nageslacht)
organismen die het beste zijn aangepast aan hun omgeving zullen het meest succesvol zijn in
voortplanting (survival of the fittest)
hoe veroudering → proximale theorie
verandering:
- rimpelende handen
- spiermassa neemt af
- zicht van de oog
- het reukvermogen neemt af
- prestatie van kracht en conditie neemt af (piek bij dertigste jaar)
menopauze bij vrouwen
● meer verlies van botmassa → osteoblasten gaan weg dus osteoclasten gaan harder werken
(die happen botweefsel weg)
● minder signaal dus minder LH en FSH → minder oestrogeen → stoppen van menstruatie
evolutionaire verouderingstheorieën
- selectieschaduw = laat in leven aandoeningen voorkomen want die hebben al voortplanting
gedaan maar zijn misschien niet de fittest
- hoge testesteron lage leeftijd positief maar later grotere kans op prostaatkanker
- actief immuunsysteem gaat eigen dna aanvallen op latere leeftijd aangezien er dan fouten
ontstaan in het DNA van de persoon. Actief immuunsysteem is positief of lage leeftijd maar
dus niet op hoge leeftijd
disposable theorie
voortplanting → sommige dieren hebben veel vijanden en proberen in een zo kort mogelijke periode
zoveel mogelijk voort te planten en overlijden daarna snel
herstel en onderhoud lichaam → dieren die weinig vijanden hebben kunnen zich focussen op herstel
en onderhoud dus ook ouder worden
minder sterfte bij ouderdomsziekten wanneer je minder eet
evenveel sterfte bij algemene ziekten wanneer je minder eet
ros → dna schade → interacties met vrijwel alle hallmarks (cell proces dat veroudert)
telomeren worden iedere celdeling korter
- kritisch punt bereikt (bepaalt dus aantal celdelingen)
- telomeerlengte maat voor biologische leeftijd