ONTWERPMETHODIEK
INLEIDING
p 1-2: goed lezen
BEHOEFTEPIRAMIDE VAN ONTWERP
p 3-4: woorden kunnen aanvullen op de juiste plaats met beschrijving
Behoeftepiramide van ontwerp
= een ontwerp moet eerst aan de basisbehoeften voldoen (bv functioneren) voordat een hoger niveau aan bod komt
(bv creativiteit). Gebaseerd op behoeftepiramide van Maslow.
1. Functionaliteit
= meest elementaire eisen aan ontwerp
Bv met GSM moet je een gesprek kunnen ontvangen en
beantwoorden
2. Betrouwbaarheid
= nood aan stabiele en consistente prestatie
Bv GSM moet gesprekken met voldoende kwaliteit kunnen
weergeven
3. Gebruiksgemak
= eenvoud van bediening, gebruiksgemak van ontwerp,
fouttolerantie
Bv downloaden van apps op GSM moet gemakkelijk gaan. Als je fouten maakt, moet je die makkelijk kunnen
aanpassen
4. Vakkundigheid/bekwaamheid
= mensen in staat stellen dingen beter te doen dan voorheen
5. Creativiteit
= niveau waarop alle behoeften worden bevredigd. Er is sprake van interactie tussen mens en ontwerp.
Ontwerpen op dit niveau worden het meest gewaardeerd en het langst gebruikt.
1
,ONTWERPPRINCIPES VAN DE TIPTON STOEL (VITRA)
p 5-6: de ontwerpprincipes van de TipTon stoel kennen
• ontworpen vanuit hoe mensen werkelijk een stoel gebruiken in klaslokalen of
tijdens vergaderingen:
- achterover leunen wanneer men luistert, leest of ontspant
- voorover leunen wanneer men schrijft of eet
• niet ontworpen vanuit de perfecte ergonomische zithoudingen en afmetingen
maar op het feit dat mens regelmatig beweegt op een stoel
• duurzaam en volledig recycleerbaar:
- gemaakt van polypropyleen
- geen mechanische onderdelen
- uit één gietvorm vervaardigd
CASE STUDY: EEN LADE
p 7-8: goed lezen
OVER DUURZAAM ONTWERPEN
p 9-12: de benaming van de methode kunnen geven bij een beschrijving of bij een voorbeeld: design with
intention, affordance, non intentional design
• Design with intention = design met (bij)bedoelingen
= ontworpen met de bedoeling het gedrag van mensen mee te sturen
Voorbeeld 1: vuilbak
- enkel om sigaretten in te werpen
- kleine opening zodat er geen ander afval in kan. Dit voorkomt brandgevaar
- bovenkant schuin zodat er geen blikjes of afval wordt achtergelaten
Voorbeeld 2: snelheidsremmers
Voorbeeld 3: obstakels aan school zodat kinderen niet onmiddellijk de straat
op kunnen lopen
2
, Voorbeeld 4: stoelen bij mc donalds zijn ontworpen zodat je
er niet te lang op blijft zitten
• Affordance = het 'voorkomen'
= fysieke kenmerken beïnvloeden het gebruik.
Een ontwerper zorgt ervoor dat het ontwerp niet fout gebruikt kan worden. Er is geen ingewikkelde
handleiding nodig.
Objecten en omgevingen zijn voor sommige functies beter geschikt dan voor andere.
- ronde wielen nodigen uit om te rollen
- trappen nodigen uit om te klimmen
- een deur met een handvat nodigt uit om te trekken. Een vlakke plaat nodigt uit om te duwen
Voorbeeld 1: stapelstoelen
- kunnen best maar op één manier gestapeld worden. Anders gaan ze vlugger stuk.
Voorbeeld 2: legoblokjes
- nodigen uit om op natuurlijke wijze aan elkaar te bevestigen
• Non intentional design
= de gebruiker heeft zijn eigen functie gegeven aan het voorwerp of de
ruimte
Voorbeeld 1: trapleuning is ontworpen om op te leunen en niet om op te
zitten
Voorbeeld 2: een fles is geen vaas of
kaarsenhouder
Voorbeeld 3: het glas is ontworpen om uit te drinken en niet als pennenbakje
OVER ERGONOMIE
p 13-14: lezen
3
, KENNIS VAN DE ERGONOMIE
p 15-16: bij beschrijving de juiste term van ergonomie kunnen plaatsen. Verschil kennen.
Ergonomie De discipline die zich bezighoudt met de interactie van de mens met zijn
omgeving.
Sensorische ergonomie Gevoelsinformatie beïnvloedt het werken
bv zonlicht heeft invloed op het gebruik van computerschermen
Fysieke ergonomie Focust zich op de motorische en fysiologische aspecten van mens en
ruimte. Meetbare gegevens.
bv invloed van de houding en beweging van de mens, invloed temperatuur,
geluid
Cognitieve ergonomie Deze discipline bestudeert mentale processen en hoe je die positief kan
beïnvloeden. Daarnaast is ook het begrijpen en verwerken van informatie
belangrijk.
bv layout, tekstkleur en gebruik van pictogrammen zijn belangrijk bij het
veilig gebruik van een omgeving
Organisatie-ergonomie Organiseren en structureren van een ontwerp
bv uurroosters die het werk organiseren of schema's die het werk
structureren
Concept ergonomie Ergonomisch denken vanaf de ontwerpfase
Correctie-ergonomie Ergonomisch aanpassen en verbeteren van de bestaande situatie
Revalidatie-ergonomie Ontwerpen voor mensen met letsel of mensen die herstellen van bv een
arbeidsongeval
CASE: EEN BUREAU INRICHTEN
p 17: lezen
ONDERZOEK
AANLEIDING VOOR ONDERZOEK
p 18-19: lezen
TASTBARE EN NIET-TASTBARE CONTEXT
p 20: wat is het verschil tussen tastbare en niet-tastbare context?
Onderzoek van de tastbare Materiële context, technische context, ruimtelijke context, functionele
context context. Alles kan gemeten en opgetekend worden.
Bv locatie gebouw, nagaan of er dragende muren zijn, deuren, vloeren,...
Onderzoek van de niet- Beleving van de omgeving. Menselijke interactie, socio-culturele context,
tastbare context historische context
Bv hoe ervaren mensen ruimte, licht en oriëntatie. Zijn er interessante
historische elementen om te bewaren,...
p 21-23: lezen
4