CROSS-CULTURELE PSYCHOLOGIE (HOORCOLLEGES)
(P9X06A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM2
Docenten: K. Phalet & L. Meeussen
Cursus: Meeussen, L. (2024). Cross-culturele psychologie. Acco.
1 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Inleiding in de cross-culturele psychologie
1.1. Wat is cultuur?
Mens heeft uitzonderlijk aanpassingsvermogen aan zeer heterogene omstandigheden:
▪ Verschillende natuurlijke en door de mens gemaakte omgevingen
▪ Verschillende vormen van sociale organisatie en levensonderhoud
▪ Verschillende menselijke kennis en vaardigheden
→ Verklaringen voor uitzonderlijk aanpassingsvermogen:
▪ ‘Hardware’: neuroplasticiteit
▪ ‘Software’: cultuuroverdracht (= uniek evolutionair voordeel)
Definitie van cultuur
→ Een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, gedragingen,
attitudes, communicatiemiddelen en de producten ervan die van generatie op generatie worden
overgeleverd
Twee weergaven van cultuur:
Kenmerken van cultuur: (1) gedeeld, (2) overgeleverd en (3) dynamisch
1.1.1. Cultuur is gedeeld
Voor cultuur is een groep nodig (van heel klein tot heel groot):
▪ Mate waarin cultuur gedeeld is, varieert
o Individuele verschillen binnen dezelfde cultuur
o Ook PH, levenservaring en andere ‘cultuurtjes’ spelen mee
▪ Ook verschillen tussen culturen:
o ‘Tight cultures’ = meer homogene en geïsoleerde culturen
o ‘Loose cultures’ = meer heterogene en open culturen
1.1.2. Cultuur is overgeleverd
Cultuur wordt bewust én onbewust overgeleverd via socialisatie:
▪ Primaire socialisatie = door directe familie (ouders of andere zorgfiguren)
▪ Secundaire socialisatie = door school, vrienden, werk … (vb. leerkrachten, collega’s …)
▪ Tertiaire socialisatie = door samenleving, media …
→ Enculturatie = cultuuroverdracht in tijd
→ Acculturatie = cultuuroverdracht in geografische en sociale ruimte
2 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
,Nuancering en verduidelijking:
▪ Cultuuroverdracht door socialisatie maakt verandering/vernieuwing van cultuur mogelijk als
aanpassing aan veranderende omgeving
▪ Culturen beïnvloeden leden & leden beïnvloeden culturen
1.1.3. Cultuur is dynamisch
Cultuur = aanpassing van menselijke soort op ecologische, sociaal-politieke en biologische factoren
→ Aanpassingen zijn adaptief (vb. friet- en biercultuur in België door grote graansector)
1.2. Wat is cross-culturele psychologie?
Definitie van cross-culturele psychologie
→ Studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk psychologisch functioneren in verschillende
culturen, daarbij onderzoekend hoe onze gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloed worden door
een culturele context
Twee benaderingen:
Absolutisme (‘mainstream psychology’) Relativisme (‘cultural psychology’)
− Zoeken naar dé menselijke psychologie − Contextvrije psychologie bestaat niet
− Culturele verschillen gezien als ruis − Menselijke psychologie kan enkel begrepen
− ‘Hardware van menselijke psychologie’ worden binnen cultuur waarin ze verschijnt
(cf. machinekamer)
Voorbeelden van absolutisme/universalisme Voorbeelden van relativisme
▪ Sensorische en motorische functies ▪ Vingers tellen voor wiskundig redeneren
o Vb. Ishihara kleurenblindheidstest ▪ Boeren = belediging OF compliment
▪ Functies op jonge leeftijd
o Vb. objectpermanentie (vanaf 8m.)
▪ Abstracte functies
o Vb. taalontwikkeling
Empirische vraag
= Hoe veralgemeenbaar (cf. absolutisme) of cultuurspecifiek (cf. relativisme) is menselijk gedrag?
1.3. De geschiedenis van cross-culturele psychologie
Een lang verleden:
1850: Völkerpsychologie − Onderzoek van mens in relatie tot gewoonten van samenleving
1916: Wundt − Quote: “where deliberate experimentation ends is where history
has experimented on behalf of psychologists”
1898: Rivers − Perceptieonderzoek bij bewoners van Papoea-Nieuw-Guinea
1940-1950 − Idee van ‘basispersoonlijkheid’ en ‘nationale karakters’
Een korte geschiedenis:
1960-1970 − Bloei van cross-cultureel psychologisch onderzoek
− Specifieke wet. tijdschriften
3 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
, 1.4. Waarom is cross-culturele psychologie belangrijk?
Twee problemen/vragen:
1) In hoeverre zijn bevindingen te veralgemenen naar andere culturele groepen/contexten?
2) Hoe wijken gem. pp’en in psychologisch onderzoek af van meeste mensen in de wereld?
→ Meestal zijn pp’en westerse, witte, vrouwelijke studenten psychologie
= ‘Psychologie van de bachelor-student’ (cf. WEIRD)
Enkele psychologische contrasten:
a) Geïndustrialiseerde vs. niet-geïndustrialiseerde landen
▪ Vb. visuele illusies (zoals Müller-Lyer illusie)
b) Westerse vs. niet-westerse landen
▪ Vb. analytisch denken
o In westerse landen = analytisch denken
o In niet-westerse landen = holistisch denken (vb. Oost-Azië)
c) Amerikaanse vs. andere westerse mensen
▪ Vb. defensieve reactie op doodsgedachten (bij Amerikanen)
o Meer geloof in bovennatuurlijke krachten & patriottische gevoelens
o Vijandig tegenover out-groups & gekant tegen veranderingen
d) Hoogopgeleide vs. andere Amerikanen
▪ Vb. erfelijkheid van intelligentie
o Volgens gedragsgenetica verklaart erfelijkheid van IQ >50% van alle variantie
− Klein % verklaard door gedeelde omgeving (vb. sociale klasse)
− Klein % verklaard door unieke omgeving (vb. oudste dochter in gezin)
o MAAR: gedragsgenetische studies met tweelingen bij hoogopgeleide ouders!
→ Geen data van laagopgeleide ouders
= Overschatting van erfelijkheidscoëfficiënt
Belang van cross-culturele psychologie:
▪ Besef van eigen culturele bril/brillen (eigen cultuur = ‘onzichtbaar’)
▪ Etnocentrisme tegengaan
→ Houding waarbij eigen omgeving, eigen volk of eigen cultuur bewust of onbewust als
maatstaf gebruikt wordt om de rest van de wereld te beoordelen
= ‘Wij’ zijn normaal, ‘zij’ zijn afwijkend
▪ Opletten voor generalisatie en essentialisme
→ Steeds individuele verschillen, subculturen, specifieke steekproeven …
4 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
(P9X06A)
KUL – Bachelor in de psychologie
2024-2025 – SEM2
Docenten: K. Phalet & L. Meeussen
Cursus: Meeussen, L. (2024). Cross-culturele psychologie. Acco.
1 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
, Hoofdstuk 1: Inleiding in de cross-culturele psychologie
1.1. Wat is cultuur?
Mens heeft uitzonderlijk aanpassingsvermogen aan zeer heterogene omstandigheden:
▪ Verschillende natuurlijke en door de mens gemaakte omgevingen
▪ Verschillende vormen van sociale organisatie en levensonderhoud
▪ Verschillende menselijke kennis en vaardigheden
→ Verklaringen voor uitzonderlijk aanpassingsvermogen:
▪ ‘Hardware’: neuroplasticiteit
▪ ‘Software’: cultuuroverdracht (= uniek evolutionair voordeel)
Definitie van cultuur
→ Een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën, gedragingen,
attitudes, communicatiemiddelen en de producten ervan die van generatie op generatie worden
overgeleverd
Twee weergaven van cultuur:
Kenmerken van cultuur: (1) gedeeld, (2) overgeleverd en (3) dynamisch
1.1.1. Cultuur is gedeeld
Voor cultuur is een groep nodig (van heel klein tot heel groot):
▪ Mate waarin cultuur gedeeld is, varieert
o Individuele verschillen binnen dezelfde cultuur
o Ook PH, levenservaring en andere ‘cultuurtjes’ spelen mee
▪ Ook verschillen tussen culturen:
o ‘Tight cultures’ = meer homogene en geïsoleerde culturen
o ‘Loose cultures’ = meer heterogene en open culturen
1.1.2. Cultuur is overgeleverd
Cultuur wordt bewust én onbewust overgeleverd via socialisatie:
▪ Primaire socialisatie = door directe familie (ouders of andere zorgfiguren)
▪ Secundaire socialisatie = door school, vrienden, werk … (vb. leerkrachten, collega’s …)
▪ Tertiaire socialisatie = door samenleving, media …
→ Enculturatie = cultuuroverdracht in tijd
→ Acculturatie = cultuuroverdracht in geografische en sociale ruimte
2 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
,Nuancering en verduidelijking:
▪ Cultuuroverdracht door socialisatie maakt verandering/vernieuwing van cultuur mogelijk als
aanpassing aan veranderende omgeving
▪ Culturen beïnvloeden leden & leden beïnvloeden culturen
1.1.3. Cultuur is dynamisch
Cultuur = aanpassing van menselijke soort op ecologische, sociaal-politieke en biologische factoren
→ Aanpassingen zijn adaptief (vb. friet- en biercultuur in België door grote graansector)
1.2. Wat is cross-culturele psychologie?
Definitie van cross-culturele psychologie
→ Studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk psychologisch functioneren in verschillende
culturen, daarbij onderzoekend hoe onze gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloed worden door
een culturele context
Twee benaderingen:
Absolutisme (‘mainstream psychology’) Relativisme (‘cultural psychology’)
− Zoeken naar dé menselijke psychologie − Contextvrije psychologie bestaat niet
− Culturele verschillen gezien als ruis − Menselijke psychologie kan enkel begrepen
− ‘Hardware van menselijke psychologie’ worden binnen cultuur waarin ze verschijnt
(cf. machinekamer)
Voorbeelden van absolutisme/universalisme Voorbeelden van relativisme
▪ Sensorische en motorische functies ▪ Vingers tellen voor wiskundig redeneren
o Vb. Ishihara kleurenblindheidstest ▪ Boeren = belediging OF compliment
▪ Functies op jonge leeftijd
o Vb. objectpermanentie (vanaf 8m.)
▪ Abstracte functies
o Vb. taalontwikkeling
Empirische vraag
= Hoe veralgemeenbaar (cf. absolutisme) of cultuurspecifiek (cf. relativisme) is menselijk gedrag?
1.3. De geschiedenis van cross-culturele psychologie
Een lang verleden:
1850: Völkerpsychologie − Onderzoek van mens in relatie tot gewoonten van samenleving
1916: Wundt − Quote: “where deliberate experimentation ends is where history
has experimented on behalf of psychologists”
1898: Rivers − Perceptieonderzoek bij bewoners van Papoea-Nieuw-Guinea
1940-1950 − Idee van ‘basispersoonlijkheid’ en ‘nationale karakters’
Een korte geschiedenis:
1960-1970 − Bloei van cross-cultureel psychologisch onderzoek
− Specifieke wet. tijdschriften
3 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters
, 1.4. Waarom is cross-culturele psychologie belangrijk?
Twee problemen/vragen:
1) In hoeverre zijn bevindingen te veralgemenen naar andere culturele groepen/contexten?
2) Hoe wijken gem. pp’en in psychologisch onderzoek af van meeste mensen in de wereld?
→ Meestal zijn pp’en westerse, witte, vrouwelijke studenten psychologie
= ‘Psychologie van de bachelor-student’ (cf. WEIRD)
Enkele psychologische contrasten:
a) Geïndustrialiseerde vs. niet-geïndustrialiseerde landen
▪ Vb. visuele illusies (zoals Müller-Lyer illusie)
b) Westerse vs. niet-westerse landen
▪ Vb. analytisch denken
o In westerse landen = analytisch denken
o In niet-westerse landen = holistisch denken (vb. Oost-Azië)
c) Amerikaanse vs. andere westerse mensen
▪ Vb. defensieve reactie op doodsgedachten (bij Amerikanen)
o Meer geloof in bovennatuurlijke krachten & patriottische gevoelens
o Vijandig tegenover out-groups & gekant tegen veranderingen
d) Hoogopgeleide vs. andere Amerikanen
▪ Vb. erfelijkheid van intelligentie
o Volgens gedragsgenetica verklaart erfelijkheid van IQ >50% van alle variantie
− Klein % verklaard door gedeelde omgeving (vb. sociale klasse)
− Klein % verklaard door unieke omgeving (vb. oudste dochter in gezin)
o MAAR: gedragsgenetische studies met tweelingen bij hoogopgeleide ouders!
→ Geen data van laagopgeleide ouders
= Overschatting van erfelijkheidscoëfficiënt
Belang van cross-culturele psychologie:
▪ Besef van eigen culturele bril/brillen (eigen cultuur = ‘onzichtbaar’)
▪ Etnocentrisme tegengaan
→ Houding waarbij eigen omgeving, eigen volk of eigen cultuur bewust of onbewust als
maatstaf gebruikt wordt om de rest van de wereld te beoordelen
= ‘Wij’ zijn normaal, ‘zij’ zijn afwijkend
▪ Opletten voor generalisatie en essentialisme
→ Steeds individuele verschillen, subculturen, specifieke steekproeven …
4 Cross-culturele psychologie © Dries Wouters