TENTAMEN BLOK 4
week 1
algemeen bestuursrecht:
- awb
bijzonder bestuursrecht:
- specifieker
- andere wetten dan awb
materieel bestuursrecht:
- inhoud
- rechten + plichten voor burgers en bestuursorganen
formeel bestuursrecht:
- procesrechtelijke regels die een burger nodig heeft om iets tegen een
overheidsoptreden te kunnen ondernemen
bronnen van het bestuursrecht:
- internationaal recht
- nationale wetgeving
- jurisprudentie
- ongeschreven bestuursrecht
gelede normstelling:
- verspreid over meerdere wetten
- je moet in meerdere wetten kijken om tot je antwoord te komen (bijv.
vreemdelingenrecht moet je in awb en vreemdelingenwet kijken).
openbare lichamen:
- de staat
- de provincies
- de waterschappen
- de gemeenten
- lichamen waaraan krachtens de grondwet verordenende bevoegdheid is verleend
deze openbare lichamen bestaan uit bestuursorganen:
- de staat > een minister
- de provincie > provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de
koning (art. 6 provinciewet)
- gemeenten > gemeenteraad, burgemeester en het college van burgemeester en
wethouders (art. 6 gemeentewet)
overheid en privaatrecht:
- als de overheid als ‘burger’ optreedt, moet hij rekening houden met de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur
objectief recht:
rechtsnormen die voor iedereen of een groep gelden
, subjectief recht:
de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht ontleent
kenmerken van het bestuursrecht:
- legaliteitsbeginsel > overheid mag niet optreden als dit niet in de wet staat
- specialiteitsbeginsel > overheid mag bij het gebruik van een bevoegdheid, alleen het
belang behartigen waarvoor die regeling speciaal is bedoeld (anders sprake van
détournement de pouvoir)
bevoegdheidsverkrijging:
- attributie > scheppen van een nieuwe bevoegdheid
- delegatie > overdragen van bestaande bevoegdheid
a. delegans > degene die de bevoegdheid overdraagt
b. delegataris > krijgt de bevoegdheid
- mandaat > optreden in de naam van een bestuursorgaan (namens)
belanghebbende:
- art. 1:2 lid 1 awb
- degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (direct
belanghebbende)
derde-belanghebbende (opera):
o > objectief bepaalbaar belang (meetbaar, niet subjectief of emotioneel)
p > persoonlijk belang (nabijheidscriterium, zichtcriterium)
e > eigen belang (belang van jezelf)
r > rechtstreeks betrokken belang (causaal verband zijn tussen het besluit en iemand zijn
belang)
a > actueel, voldoende zeker belang (belang moet op het moment dat het besluit is
genomen aanwezig zijn, het mag niet in de toekomst liggen en ook niet onzeker zijn)
week 2
awb-besluit:
art. 1:3 awb
- schriftelijke beslissing
- van een bestuursorgaan (art. 1:1 awb)
- inhoudende een publiekrechtelijke
- rechtshandeling
beslissing:
wilsverklaring met definitief karakter
soorten awb-besluiten:
- besluiten van algemene strekking:
a. algemeen verbindende voorschriften
b. plannen met rechtsgevolg
c. beleidsregels
d. concretiserend besluit van algemene strekking
week 1
algemeen bestuursrecht:
- awb
bijzonder bestuursrecht:
- specifieker
- andere wetten dan awb
materieel bestuursrecht:
- inhoud
- rechten + plichten voor burgers en bestuursorganen
formeel bestuursrecht:
- procesrechtelijke regels die een burger nodig heeft om iets tegen een
overheidsoptreden te kunnen ondernemen
bronnen van het bestuursrecht:
- internationaal recht
- nationale wetgeving
- jurisprudentie
- ongeschreven bestuursrecht
gelede normstelling:
- verspreid over meerdere wetten
- je moet in meerdere wetten kijken om tot je antwoord te komen (bijv.
vreemdelingenrecht moet je in awb en vreemdelingenwet kijken).
openbare lichamen:
- de staat
- de provincies
- de waterschappen
- de gemeenten
- lichamen waaraan krachtens de grondwet verordenende bevoegdheid is verleend
deze openbare lichamen bestaan uit bestuursorganen:
- de staat > een minister
- de provincie > provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de
koning (art. 6 provinciewet)
- gemeenten > gemeenteraad, burgemeester en het college van burgemeester en
wethouders (art. 6 gemeentewet)
overheid en privaatrecht:
- als de overheid als ‘burger’ optreedt, moet hij rekening houden met de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur
objectief recht:
rechtsnormen die voor iedereen of een groep gelden
, subjectief recht:
de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht ontleent
kenmerken van het bestuursrecht:
- legaliteitsbeginsel > overheid mag niet optreden als dit niet in de wet staat
- specialiteitsbeginsel > overheid mag bij het gebruik van een bevoegdheid, alleen het
belang behartigen waarvoor die regeling speciaal is bedoeld (anders sprake van
détournement de pouvoir)
bevoegdheidsverkrijging:
- attributie > scheppen van een nieuwe bevoegdheid
- delegatie > overdragen van bestaande bevoegdheid
a. delegans > degene die de bevoegdheid overdraagt
b. delegataris > krijgt de bevoegdheid
- mandaat > optreden in de naam van een bestuursorgaan (namens)
belanghebbende:
- art. 1:2 lid 1 awb
- degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (direct
belanghebbende)
derde-belanghebbende (opera):
o > objectief bepaalbaar belang (meetbaar, niet subjectief of emotioneel)
p > persoonlijk belang (nabijheidscriterium, zichtcriterium)
e > eigen belang (belang van jezelf)
r > rechtstreeks betrokken belang (causaal verband zijn tussen het besluit en iemand zijn
belang)
a > actueel, voldoende zeker belang (belang moet op het moment dat het besluit is
genomen aanwezig zijn, het mag niet in de toekomst liggen en ook niet onzeker zijn)
week 2
awb-besluit:
art. 1:3 awb
- schriftelijke beslissing
- van een bestuursorgaan (art. 1:1 awb)
- inhoudende een publiekrechtelijke
- rechtshandeling
beslissing:
wilsverklaring met definitief karakter
soorten awb-besluiten:
- besluiten van algemene strekking:
a. algemeen verbindende voorschriften
b. plannen met rechtsgevolg
c. beleidsregels
d. concretiserend besluit van algemene strekking