100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting: Het materiële strafrecht, zestiende druk (16e druk)

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
36
Subido en
27-05-2025
Escrito en
2024/2025

Dit document is een samenvatting van het boek: Het materiële strafrecht, zestiende druk (16e druk). het bevat een logische opbouw en hoofdstukken en paragrafen zijn genummerd. de wetsartikelen en begrippen zijn dikgedrukt. Deze samenvatting bevat de stof voor het tentamen van strafrecht 1, en dan het materiële deel.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
H1-h8
Subido en
27 de mayo de 2025
Número de páginas
36
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoofdstuk 1: Inleiding
§1.1 De Nederlandse strafwetgeving
Art. 107 Gw bepaalt dat strafrecht en strafprocesrecht in algemene
wetboeken moeten worden ondergebracht.
Materieel strafrecht: regelt in abstracto in welke gevallen een persoon
vanwege de staat kan worden gestraft en welke sancties dan mogen
worden opgelegd. Dus de verbodsbepalingen en strafbedreigingen.
Formeel strafrecht: betrekking op de wijze waarop in een concreet geval
moet worden vastgesteld of de strafwet is overtreden en of een bepaald
persoon deswege dient te worden gestraft. In dit geval dan om het in het
bijzonder te volgen procedure, bevoegdheden van de bij strafrechtspleging
betrokken overheidsorganen en rechten verdachte.

Niet alles is in een apart wetboek opgenomen. Zo was er ook de ruimte om
bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten regelen, VB: opiumwet en
WVW 1994. (art. 107 Gw).

Misdrijven mogen alleen worden geformuleerd in WIFZ. Wel hebben
gemeente bv ook de bevoegdheid om bepaalde verordeningen strafbaar
te stellen, gemachtigd: art. 154 lid 1 Gemw.


§1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal
recht
Strafbaarstellingen moeten een basis hebben in WIFZ. Dit staat in art. 16
Gw. ‘’geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling’’. En dit is het nulla-poena beginsel. Maar dat voor
strafbaarheid een wet is vereist, betekent niet dat er geen sprake is van
ongeschreven recht: strafbaarheid mag niet op ongeschreven recht
worden gebaseerd, maar wel worden ingeperkt.
Er zijn ook internationale verdragen die als rechtsbron gelden. Die hebben
een rechtstreekse werking (art. 94 Gw).  EVRM en IVBPR. = vooral
strafprocesrecht. Naast de verdragen, is het recht van de Europese Unie
ook van belang: zij stellen bepaalde richtlijnen vast over bepaling van
strafbare feiten en sancties. Vb: mensenhandel en terrorisme. Dit is de
positieve invloed van de EU. Er is ook een negatieve invloed: vrij verkeer
van goederen, diensten etc. Nationale wetgeving mag hier geen inbreuk
op maken en dus ook de strafwetgeving mag dit niet. Als wetgeving dit
wel doet, moet het worden aangepast/ingetrokken.


§1.3 Het wetboek van strafrecht: Algemeen deel
WvSr neemt een centrale plaats in, in strafwetgeving. Het bevat algemene
bepalingen die van toepassing zijn op verscheidene strafbare feiten, ook
die van toepassing zijn op andere feiten die niet in wetboek staan maar in
bijzondere wetten en verordeningen zijn opgenomen. Het wetboek van

,strafrecht werd vervolgens ook ondergedeeld in misdrijven en
overtredingen.  boek 2 = misdrijf, boek 3 = overtreding!! Verder staan
de algemene delen in boek 1 van het WvSr.

§1.4 Bescherming van rechtsgoederen en handhaven
van normen: Krenkings- en gevaarzettingsdelicten
Strafbepalingen worden in het leven geroepen met oog op bescherming
bepaalde rechtsbelangen. Veel strafbaar gestelde feiten zijn gedragingen
die rechtstreeks inbreuk maken op het beschermde rechtsgoed.
Krenkingsdelicten = Delicten die inbreuk maken op een beschermd
rechtsgoed
Hierbij zijn de zwaardere delicten ook weer zwaarder gestraft.
Gevaarzettingsdelicten = concreet of abstract gevaarzettingsdelict.
- Concreet: het opzettelijk veroorzaken van gevaar voor
spoorverkeer. Hierbij is het niet noodzakelijk dat het gevaar zich ook
daadwerkelijk heeft vervuld, maar al voldoende is dat het is
ontstaan.
- Abstract: strafbaarstelling van bezit van wapens in WWM. Het
verbieden van gedragingen die mogelijk tot krenkingen van
beschermde rechtsgoederen kunnen leiden. Dus preventief
optreden. Hierbij is concreet gevaar niet vereist, want ook strafbaar
is iemand die al 100 jaar een pistool op zolder heeft liggen. Ook
hierbij hoeft het gevaar niet per se verwezenlijkt te zijn.
Dit is een beetje verschoven naar normstellingen. Iedere overtreding van
de norm wordt in dit geval met dezelfde straf veroordeelt.


§1.5 Verhouding tot het burgerlijk recht: disharmonieën
Rechtsgoederen die het klassiek strafrecht beschermt, vinden ook
bescherming in het civiele recht, denk aan revindiceren bij diefstal. Er is
hier sprake van disharmonie, want in sommige gevallen is bv A strafbaar
voor verduistering, terwijl in het andere geval B fout zal zitten.
VB: het begrip schuld
- Bij strafrecht levert aanwezigheid van schuld een voorwaarde voor
bestraffing op
- In het civiele recht neigt schuld naar risicoaansprakelijkheid.


§1.6 Verhouding tot het bestuursrecht: De bestuurlijke
boete
Naast strafrechtelijke, staat ook nog civielrechtelijke, tuchtrechtelijke en
bestuursrechtelijke handhaving. Bij het bestuursrecht gaat het mede om
intrekken vergunning, of stopzetten subsidie, maar ook om de oplegging
van bestuurlijke boetes. Dit is groter geworden toen op den duur de
strafrechtelijke afdeling overbelast raakte. Hierdoor kwamen er steeds
meer bestuurlijke boetes.

,Dit naast elkaar bestaan van verschillende handhavingssystemen roept
vragen op: kan ‘straffeloos’ worden afgezien van de waarborgen waarmee
het strafrecht de oplegging van punitieve sancties omringt. Daarnaast de
vraag wat de keuze voor ene of andere handhaving bepaalt.
Bestuursrechtelijke procedure biedt minder waarborgen dan strafproces.
Dus als er sprake is van ingrijpendere straffen dan moet voor
strafrechtelijke procedure gekozen worden. En ten slotte: maakt het
bestaan van die verscheidene manieren het recht niet lastig te begrijpen?
Er is in het strafrecht al ruimte voor sanctionering door bestuursorganen,
dus het is inderdaad ingewikkelder geworden.

, Hoofdstuk 2: Straftheorieën
§2.1 Inleiding
Strafrechtelijke sancties kunnen worden onderscheiden in straffen en
maatregelen. Een punitieve sanctie is voor het toebrengen van leed.


§2.2 Twijfel omtrent grondslagen
De vraag rijst of opzettelijk straffen wel goed is. Of wordt er dan nog meer
kwaad toegevoegd aan de mensen. Daarnaast mag pas gestraft worden
als er schuld is. Maar wat valt te verwijten en wat niet? Wanneer is iemand
verantwoordelijk voor zijn daden?


§2.3 Rechtshandhaving
Het strafrecht moet worden ingezet, maar terughoudend. Het strafbaar
stellen van menselijk gedrag betekent dat de staat de
verantwoordelijkheid op zich neemt de gestelde regels te handhaven en
laat dit niet meer over aan de burgers. Dit biedt mede bescherming aan
degene die de wet heeft overtreden.


§2.4 Doel en zin van het straffen
Straf wordt als laatste redmiddel gezien. Eerst wordt een mens op andere
manier tot wetshandhaving gedwongen, bv door het intrekken van een
vergunning, of het geven van een geldboete. Onrecht en schuld bepalen
de hoogte van de verdiende straf.
Speciale preventie: het doel om te voorkomen dat de dader recidiveert
en opnieuw een strafbaar feit pleegt.
Generale preventie: het doel om te voorkomen dat andere mensen een
strafbaar feit plegen, door de dader af te schrikken om een ander te
straffen.


§2.5 Absolute theorieën
Kant: een straf is geen middel tot doel, maar is een uitdrukking tot
gerechtigheid.
Polak: gelijkheid van mensen brengt mee dat vreugde en leed zo
gelijkmatig mogelijk over hen verdeeld moeten zijn. Ieder strafbaar feit
verstoort deze gelijkmatige verdeling. Iedere recht respecterende burger
vindt leed in zichzelf als hij een delict heeft gepleegd.


§2.6 Relatieve theorieën
Er zou niet gestraft moeten worden omdat er gezondigd is, maar zodat er
niet weer gezondigd wordt. Dus vooral afschrikking gaat het hier om. De
$8.95
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
britt1808 Rijksuniversiteit Groningen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
67
Miembro desde
2 año
Número de seguidores
20
Documentos
6
Última venta
1 mes hace

3.8

11 reseñas

5
2
4
6
3
2
2
1
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes