Begrippenlijst geschiedenis
Begrip Omschrijving
ABC Cognitieve gedragstherapie-model waarbij A = Activating evnet, B = Beliefs,
C= Consequences; gericht op het veranderen van irrationele gedachten. ~
Ellis
Absolute drempel De minimale intensiteit van een stimulus die nodig is om waargenomen te
worden. Grondbegrip in psychofysica (Fechner).
Absoluut onbewuste Term die verwijst naar een diep, ontoegankelijk deel van het onbewuste,
tgov het relatieve (bewust maakbare) onbewuste. ~ Mill
Academische psychologie Theoretisch-wetenschappelijk onderzoek naar psychologische processen.
Accommodatie Het aanpassen van bestaande schema’s om nieuwe informatie te kunnen
verwerken.
Afbeeldingstheorie van de Een opvatting uit de empiristische filosofie (zoals bij Locke en Hume) dat
waarneming waarneming een mentale ‘afbeelding’ is van de werkelijkheid; De geest
ontvangt indrukken die een soort kopie zijn van externe objecten.
Afferent Zenuwbanen die signalen van de perifere (zintuigen) naar het centrale
zenuwstelsel vervoeren. Belrngijk voor sensorische informatieverwerking. ~
Bell & Magendie
Agnosticisme Visie die stelt dat we God niet kunnen kennen.
Agrarische revolutie Een reeks landbouwkundige innovaties in de 18de eeuw die leidde tot hogere
voedselproductie. Dit creëerde bevolkingsgroei en urbanisatie, waardoor
nieuwe sociale problemen ontstonden die ook psychologisch onderzocht
werden.
Aktpsychologie Een stroming binnen de psychologie die zich richt op psychische
handelingen (akten) in plaats van mentale inhoud. Benadrukt de
functionele aspecten van de geest ipv de statische inhoud ervan.
Amerikaanse revolutie De onafhankelijkheidsstrijd van de VS tegen Groot-Brittannië, geïnspireerd
door verlichtingsideeën over vrijheid, rechten en rede – belangrijke
invloeden op politieke psychologie en mensbeeld
Anamnese Een systematisch gesprek waarin een hulpverlener de voorgeschiedenis en
klachten van een cliënt in kaart brengt.
Animale geesten / ‘esprits Fijne ‘zenuwvloeistof’ die volgens Descartes door het lichaam stroomt en
animaux’ spierbewegingen veroorzaakt – soort mechanische ‘levensvloeistof’
Antidogmatisme Stroming die zich verzette tegen dogmatisch geloof, inclusief religieuze
autoriteit; leidde tot een meer kritische en empirische benadering van
kennis, inclusief psychologisch onderzoek.
Antipositivisme Kritiek op het positivisme; stelt dat sociale fenomenen niet alleen via
natuurwetenschappelijke methoden kunnen worden verklaard, maar ook
via interpretatie en context.
Antirealisme Ontkenning dat theoretische entiteiten (zoals elektronen of krachten)
werkelijk bestaan.
“Anything goes” Postmodernistische gedachte dat er geen vaste methode of waarheid is in
wetenschap, alles is toegestaan in kennisverwerving. ~ Feyerabend
®Lien Cnapelinckx: 2024-2025
, APA American Psychological Association: Belangrijkste beroepsorganisatie voor
psychologen in de VS, opgericht in 1892, met grote invloed op onderzoek en
praktijk.
Apperceptie Proces waarbij een stimulus of ervaring niet zomaar wordt waargenomen,
maar bewust en doelgericht wordt verwerkt. Wundt: bewustzijn neemt
elementen waar en brengt ze tot coherent, betekenisvol geheel.
APS Association for Psychological Science: Opgericht in 1988 als alternatief
voor APA, met nadruk op wetenschappelijk onderzoek in psychologie.
Arbeidsdeling Vervaardigen van een product wordt in zo’n klein mogelijke
deelhandelingen opgesplitst
Arbeidspsychologie Bestudeert gedrag van mensen op de werkvloer, met focus op efficiëntie en
welzijn.
Aristotelische Manier om natuurverschijnselen te verklaren op basis van kwaliteiten zoals:
kwaliteitenfysica warms<->koud, zwaar<->licht, …Een niet-mechanisch, kwalitatief en
doelgericht wereldbeeld. Voorbeeld van ballistische kennis.
Artificieel somnambulisme Toestand van kunstmatig opgewekte slaap of trance. (vroeg begrip van
hypnose)
Assimilatie Het opnemen van nieuwe informatie in bestaande cognitieve schema’s
(volgens Piaget).
Associatie Het idee dat ideeën in het bewustzijn met elkaar verbonden worden door
gelijkenis, nabijheid of herhaling (Locke).
Associationisme Theorie dat psychische processen ontstaan door het verbinden van
eenvoudige ideeën.
Atheïsme De overtuiging dat er geen God bestaat. In de 17de eeuw controversieel, en
vaak verworpen in de context van religieus getinte filosofie.
Atomisme Kwantificeerbare aanpak natuur
Authenticiteit Psychologisch concept over trouw blijven aan eigen waarden en gevoelens,
belangrijk in humanistische psychologie.
Axiomatisch systeem Een geheel van basisprincipes (axiomas) en logische regels waarmee je op
systematische wijze andere waarheden of stellingen kunt afleiden.
Ballistische kennis Kennis die blijft circuleren ook als ze achterhaald is.
Beatniks Culturele beweging in de jaren 1950/60, beïnvloedde sociale psychologie
door rebellie tegen conformisme.
Beeldenstorm Een gewelddadige actie in de 16e eeuw waarbij protestanten religieuze
beelden en versieringen in katholieke kerken vernielden, omdat ze die als
afgoderij beschouwden.
Behaviorisme Een stroming binnen de psychologie die zicht richt op observeerbaar gedrag
in plaats van op innerlijke, mentale processen. (<-> structuralisme)
Behavioristisch manifest Publicatie die het behaviorisme als rigoureuze wetenschappelijke methode
propageert, met focus op observeerbaar gedrag.
Behoud van massa Wetenschappelijke wet (oa Lavoisier) dat materie niet verloren gaat maar
verandert. Deze materialistische kijk had ook implicaties voor
psychologische theorieën over bewustzijn als natuurlijk fenomeen.
Beschrijvende psychologie Vroege psychologie gericht op het beschrijven van bewustzijnsinhouden
zonder verklaren.
Bewustzijnsfuncties Psychologische processen die betrekking hebben op het bewust ervaren
van gedachten, gevoelens en waarnemingen.
®Lien Cnapelinckx: 2024-2025
Begrip Omschrijving
ABC Cognitieve gedragstherapie-model waarbij A = Activating evnet, B = Beliefs,
C= Consequences; gericht op het veranderen van irrationele gedachten. ~
Ellis
Absolute drempel De minimale intensiteit van een stimulus die nodig is om waargenomen te
worden. Grondbegrip in psychofysica (Fechner).
Absoluut onbewuste Term die verwijst naar een diep, ontoegankelijk deel van het onbewuste,
tgov het relatieve (bewust maakbare) onbewuste. ~ Mill
Academische psychologie Theoretisch-wetenschappelijk onderzoek naar psychologische processen.
Accommodatie Het aanpassen van bestaande schema’s om nieuwe informatie te kunnen
verwerken.
Afbeeldingstheorie van de Een opvatting uit de empiristische filosofie (zoals bij Locke en Hume) dat
waarneming waarneming een mentale ‘afbeelding’ is van de werkelijkheid; De geest
ontvangt indrukken die een soort kopie zijn van externe objecten.
Afferent Zenuwbanen die signalen van de perifere (zintuigen) naar het centrale
zenuwstelsel vervoeren. Belrngijk voor sensorische informatieverwerking. ~
Bell & Magendie
Agnosticisme Visie die stelt dat we God niet kunnen kennen.
Agrarische revolutie Een reeks landbouwkundige innovaties in de 18de eeuw die leidde tot hogere
voedselproductie. Dit creëerde bevolkingsgroei en urbanisatie, waardoor
nieuwe sociale problemen ontstonden die ook psychologisch onderzocht
werden.
Aktpsychologie Een stroming binnen de psychologie die zich richt op psychische
handelingen (akten) in plaats van mentale inhoud. Benadrukt de
functionele aspecten van de geest ipv de statische inhoud ervan.
Amerikaanse revolutie De onafhankelijkheidsstrijd van de VS tegen Groot-Brittannië, geïnspireerd
door verlichtingsideeën over vrijheid, rechten en rede – belangrijke
invloeden op politieke psychologie en mensbeeld
Anamnese Een systematisch gesprek waarin een hulpverlener de voorgeschiedenis en
klachten van een cliënt in kaart brengt.
Animale geesten / ‘esprits Fijne ‘zenuwvloeistof’ die volgens Descartes door het lichaam stroomt en
animaux’ spierbewegingen veroorzaakt – soort mechanische ‘levensvloeistof’
Antidogmatisme Stroming die zich verzette tegen dogmatisch geloof, inclusief religieuze
autoriteit; leidde tot een meer kritische en empirische benadering van
kennis, inclusief psychologisch onderzoek.
Antipositivisme Kritiek op het positivisme; stelt dat sociale fenomenen niet alleen via
natuurwetenschappelijke methoden kunnen worden verklaard, maar ook
via interpretatie en context.
Antirealisme Ontkenning dat theoretische entiteiten (zoals elektronen of krachten)
werkelijk bestaan.
“Anything goes” Postmodernistische gedachte dat er geen vaste methode of waarheid is in
wetenschap, alles is toegestaan in kennisverwerving. ~ Feyerabend
®Lien Cnapelinckx: 2024-2025
, APA American Psychological Association: Belangrijkste beroepsorganisatie voor
psychologen in de VS, opgericht in 1892, met grote invloed op onderzoek en
praktijk.
Apperceptie Proces waarbij een stimulus of ervaring niet zomaar wordt waargenomen,
maar bewust en doelgericht wordt verwerkt. Wundt: bewustzijn neemt
elementen waar en brengt ze tot coherent, betekenisvol geheel.
APS Association for Psychological Science: Opgericht in 1988 als alternatief
voor APA, met nadruk op wetenschappelijk onderzoek in psychologie.
Arbeidsdeling Vervaardigen van een product wordt in zo’n klein mogelijke
deelhandelingen opgesplitst
Arbeidspsychologie Bestudeert gedrag van mensen op de werkvloer, met focus op efficiëntie en
welzijn.
Aristotelische Manier om natuurverschijnselen te verklaren op basis van kwaliteiten zoals:
kwaliteitenfysica warms<->koud, zwaar<->licht, …Een niet-mechanisch, kwalitatief en
doelgericht wereldbeeld. Voorbeeld van ballistische kennis.
Artificieel somnambulisme Toestand van kunstmatig opgewekte slaap of trance. (vroeg begrip van
hypnose)
Assimilatie Het opnemen van nieuwe informatie in bestaande cognitieve schema’s
(volgens Piaget).
Associatie Het idee dat ideeën in het bewustzijn met elkaar verbonden worden door
gelijkenis, nabijheid of herhaling (Locke).
Associationisme Theorie dat psychische processen ontstaan door het verbinden van
eenvoudige ideeën.
Atheïsme De overtuiging dat er geen God bestaat. In de 17de eeuw controversieel, en
vaak verworpen in de context van religieus getinte filosofie.
Atomisme Kwantificeerbare aanpak natuur
Authenticiteit Psychologisch concept over trouw blijven aan eigen waarden en gevoelens,
belangrijk in humanistische psychologie.
Axiomatisch systeem Een geheel van basisprincipes (axiomas) en logische regels waarmee je op
systematische wijze andere waarheden of stellingen kunt afleiden.
Ballistische kennis Kennis die blijft circuleren ook als ze achterhaald is.
Beatniks Culturele beweging in de jaren 1950/60, beïnvloedde sociale psychologie
door rebellie tegen conformisme.
Beeldenstorm Een gewelddadige actie in de 16e eeuw waarbij protestanten religieuze
beelden en versieringen in katholieke kerken vernielden, omdat ze die als
afgoderij beschouwden.
Behaviorisme Een stroming binnen de psychologie die zicht richt op observeerbaar gedrag
in plaats van op innerlijke, mentale processen. (<-> structuralisme)
Behavioristisch manifest Publicatie die het behaviorisme als rigoureuze wetenschappelijke methode
propageert, met focus op observeerbaar gedrag.
Behoud van massa Wetenschappelijke wet (oa Lavoisier) dat materie niet verloren gaat maar
verandert. Deze materialistische kijk had ook implicaties voor
psychologische theorieën over bewustzijn als natuurlijk fenomeen.
Beschrijvende psychologie Vroege psychologie gericht op het beschrijven van bewustzijnsinhouden
zonder verklaren.
Bewustzijnsfuncties Psychologische processen die betrekking hebben op het bewust ervaren
van gedachten, gevoelens en waarnemingen.
®Lien Cnapelinckx: 2024-2025