Handhaving
Inleiding
Spoedeisende bestuursdwang: last onder bestuursdwang met een
voorafgaand besluit, maar zonder begunstigingstermijn. Dit zorgt ervoor
dat de overtreder niet meer de kans krijgt om de overtreding zelf
ongedaan te maken.
Zeer spoedeisende bestuursdwang: onmiddelijjk bij signaleren overtreding
worden er feitelijke maatregelen genomen. Er is dus geen voorafgaand
besluit en ook zeker geen begunstigingstermijn. Let wel, er moet achteraf
nog een besluit worden genomen (zie art. 5:31 lid 2 Awb). Dat besluit
moet er zijn voor een rechtsgang voor rechtszoekende.
Als kosten redelijkerwijs niet of geheel te zijnen laste behoren te komen
(art. 5:25 lid 1 awb), moet er sprake zijn van twee cumulatieve
voorwaarden:
1. De overtreder valt geen verwijt te maken, en
2. Bij het ongedaan maken van de met het recht strijdige situatie het
algemeen belang in die mate betrokken is, dat kosten (deels) niet
voor rekening van aangeschrevene behoren te komen.
Vereisten bestuurlijke sanctie:
1. Er is een overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb)
- Art. 5:7 awb laat zien wanneer er een overtreding is.
2. Er is een wettelijke grondslag (art. 5:3 sub a jo. art. 5:4 lid 1 awb)
Gezichtspunten functioneel daderschap (Weerselose markt)
- Handelen/nalaten van iemand die werkzaam is ten behoeve van
rechtspersoon
- Normale bedrijfsvoering
- Gedraging is rechtspersoon dienstig geweest
- Rechtspersoon vermocht erover te beschikken (= de
mogelijkheid dat je wat over die gedraging kan zeggen) of de
gedraging al dan niet zou plaatsvinden en de rechtspersoon
aanvaard of placht te worden aanvaard (= betrachten van
de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden
gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging)
Dwangsom en bestuursdwang
Vanwege art. 5:3 moet je terugredeneren naar de bestuurlijke sanctie. Bij
last onder dwangsom doe je dat via art. 5:31d jo. art. 5:2 lid 1 onder b
Awb. Uit art. 5:32 haal je dat een bevoegdheid tot opleggen van last onder
bestuursdwang ook het opleggen van een last onder dwangsom omvat.
,In beginsel heb je vrijheid of je een lob of lod (art. 5:32 lid 1), maar dit
wordt wel beperkt door lid 2 van datzelfde artikel. Er is bijvoorbeeld verzet
als de overtreding op zeer korte termijn moet worden beëindigd, of als je
niet kan betalen (dan is het vrij onzinnig).
De evenredigheid van de hoogte van de dwangsom staat in art. 5:32b lid
3 van de Awb . Je kijkt naar zwaarte geschonden belang en de beoogde
werking, deze kunnen soms tegenstrijdig zijn. Ook staan er dingen in
Chalet Caris (3:4 niet van toepassing en terughoudende toets van
bestuursrechter) en ligplaats Goes (dwangsom moet prikkelend zijn,
jaarinkomen mag je niet meenemen want herstelsanctie).
Art. 5:31a lid 1, als je benadeeld wordt door een overtreding kan je het
bestuursorgaan verzoeken bestuursdwang toe te passen. Voor last onder
dwangsom kennen we zo’n zelfde regeling, die staat dan in art. 5:37 lid 2.
Dit moet vanwege beginselplicht tot tenuitvoerlegging (r.o. 11.1 Ligplaats
Goes).
Bestuurlijke waarschuwing
Bestuurlijke waarschuwing is appelabel indien er sprake is van een besluit
in de zin van de awb (zie uitspraak bestuurlijke waarschuwing) of als de
waarschuwing gelijkgesteld is met een awb-besluit. Dit is van belang als
negatieve gevolgen heel lang boven het hoofd blijven hangen (dit gebeurt
haast nooit).
Bestuurlijke boete
Er zijn twee systemen in Nederland om het boetebedrag te bepalen. Soms
bepaalt de wet enkel het maximaal op te leggen bedrag, dan geldt art.
5:46 lid 2 Awb. En soms bepaalt de wet zelf de boete, dit heet dan de
wettelijk gefixeerde boete, dan geldt juist art. 5:46 lid 3 awb, een anti-
hardheidsclausule.
Oogmerk van een bestuurlijke boete is leedtoevoeging, daarom is
financiële draagkracht een factor. Noem wel dat het een oogmerk is in je
antwoord!
Een bestuurlijke boete wordt getoetst door de rechter in drie stappen:
1. Is er een overtreding als bedoeld in art. 5:1 lid 1 Awb?
o Volle toets, vanwege full jurisidction, art. 6 lid 1 EVRM.
2. Zo ja, is het opportuun om op te treden met een bestuurlijke boete?
o Geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid uit
Harderwijk
3. Zo ja, voldoet de hoogte van gekozen bedrag aan vereiste van
evenredigheid?
, o Dit is ook een volle toets, vanwege eis van full jurisdiction.
De rechter is ook bevoegd om de hoogte van de boete zelf te bepalen, dat
komt voort uit art. 8:72a Awb. Let wel op het verbod van reformatio in
peius, een burger mag er niet slechter voor komen te staan door het
instellen van bezwaar/beroep.
Beginselplicht tot handhaving geldt niet voor punitieve sancties, want
beleidsruimte.
Ne bis in idem-beginsel wordt op twee manieren uitgewerkt over de
bestuurlijke boete:
1. Art. 5:43 Awb
o Niet tweemaal een bestuurlijke boete.
2. Art. 5:44 Awb
o Geen bestuurlijke boete indien onderzoek ter terechtzitting
is begonnen. Het moet dan wel gaan om dezelfde
gedraging. Gaat om juridische en feitelijke aard van de
casus.
Juridisch: belangen die voorschrift beoogt te
beschermen + strafmaxima (aanmerkelijke
verschillen)
Feitelijk: tijd/plaats/omstandigheden
Uitspraak ahold vastgoed: iedere kolom (bestuursrecht-privaatrecht-
strafrecht) heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om te ‘vervolgen’.
Uitzonderingen op gebruik van handhaving/sancties
Art. 5:5 awb -> naar kijken bij bestuurlijke sanctie, rechtvaardigingsgrond
Art. 5:41 awb -> naar kijken punitieve sanctie, schulduitsluitingsgrond
Art. 5:46 awb -> rekening houden met de evenredigheid van bestuurlijke
boete
Inleiding
Spoedeisende bestuursdwang: last onder bestuursdwang met een
voorafgaand besluit, maar zonder begunstigingstermijn. Dit zorgt ervoor
dat de overtreder niet meer de kans krijgt om de overtreding zelf
ongedaan te maken.
Zeer spoedeisende bestuursdwang: onmiddelijjk bij signaleren overtreding
worden er feitelijke maatregelen genomen. Er is dus geen voorafgaand
besluit en ook zeker geen begunstigingstermijn. Let wel, er moet achteraf
nog een besluit worden genomen (zie art. 5:31 lid 2 Awb). Dat besluit
moet er zijn voor een rechtsgang voor rechtszoekende.
Als kosten redelijkerwijs niet of geheel te zijnen laste behoren te komen
(art. 5:25 lid 1 awb), moet er sprake zijn van twee cumulatieve
voorwaarden:
1. De overtreder valt geen verwijt te maken, en
2. Bij het ongedaan maken van de met het recht strijdige situatie het
algemeen belang in die mate betrokken is, dat kosten (deels) niet
voor rekening van aangeschrevene behoren te komen.
Vereisten bestuurlijke sanctie:
1. Er is een overtreding (art. 5:1 lid 1 Awb)
- Art. 5:7 awb laat zien wanneer er een overtreding is.
2. Er is een wettelijke grondslag (art. 5:3 sub a jo. art. 5:4 lid 1 awb)
Gezichtspunten functioneel daderschap (Weerselose markt)
- Handelen/nalaten van iemand die werkzaam is ten behoeve van
rechtspersoon
- Normale bedrijfsvoering
- Gedraging is rechtspersoon dienstig geweest
- Rechtspersoon vermocht erover te beschikken (= de
mogelijkheid dat je wat over die gedraging kan zeggen) of de
gedraging al dan niet zou plaatsvinden en de rechtspersoon
aanvaard of placht te worden aanvaard (= betrachten van
de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden
gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging)
Dwangsom en bestuursdwang
Vanwege art. 5:3 moet je terugredeneren naar de bestuurlijke sanctie. Bij
last onder dwangsom doe je dat via art. 5:31d jo. art. 5:2 lid 1 onder b
Awb. Uit art. 5:32 haal je dat een bevoegdheid tot opleggen van last onder
bestuursdwang ook het opleggen van een last onder dwangsom omvat.
,In beginsel heb je vrijheid of je een lob of lod (art. 5:32 lid 1), maar dit
wordt wel beperkt door lid 2 van datzelfde artikel. Er is bijvoorbeeld verzet
als de overtreding op zeer korte termijn moet worden beëindigd, of als je
niet kan betalen (dan is het vrij onzinnig).
De evenredigheid van de hoogte van de dwangsom staat in art. 5:32b lid
3 van de Awb . Je kijkt naar zwaarte geschonden belang en de beoogde
werking, deze kunnen soms tegenstrijdig zijn. Ook staan er dingen in
Chalet Caris (3:4 niet van toepassing en terughoudende toets van
bestuursrechter) en ligplaats Goes (dwangsom moet prikkelend zijn,
jaarinkomen mag je niet meenemen want herstelsanctie).
Art. 5:31a lid 1, als je benadeeld wordt door een overtreding kan je het
bestuursorgaan verzoeken bestuursdwang toe te passen. Voor last onder
dwangsom kennen we zo’n zelfde regeling, die staat dan in art. 5:37 lid 2.
Dit moet vanwege beginselplicht tot tenuitvoerlegging (r.o. 11.1 Ligplaats
Goes).
Bestuurlijke waarschuwing
Bestuurlijke waarschuwing is appelabel indien er sprake is van een besluit
in de zin van de awb (zie uitspraak bestuurlijke waarschuwing) of als de
waarschuwing gelijkgesteld is met een awb-besluit. Dit is van belang als
negatieve gevolgen heel lang boven het hoofd blijven hangen (dit gebeurt
haast nooit).
Bestuurlijke boete
Er zijn twee systemen in Nederland om het boetebedrag te bepalen. Soms
bepaalt de wet enkel het maximaal op te leggen bedrag, dan geldt art.
5:46 lid 2 Awb. En soms bepaalt de wet zelf de boete, dit heet dan de
wettelijk gefixeerde boete, dan geldt juist art. 5:46 lid 3 awb, een anti-
hardheidsclausule.
Oogmerk van een bestuurlijke boete is leedtoevoeging, daarom is
financiële draagkracht een factor. Noem wel dat het een oogmerk is in je
antwoord!
Een bestuurlijke boete wordt getoetst door de rechter in drie stappen:
1. Is er een overtreding als bedoeld in art. 5:1 lid 1 Awb?
o Volle toets, vanwege full jurisidction, art. 6 lid 1 EVRM.
2. Zo ja, is het opportuun om op te treden met een bestuurlijke boete?
o Geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid uit
Harderwijk
3. Zo ja, voldoet de hoogte van gekozen bedrag aan vereiste van
evenredigheid?
, o Dit is ook een volle toets, vanwege eis van full jurisdiction.
De rechter is ook bevoegd om de hoogte van de boete zelf te bepalen, dat
komt voort uit art. 8:72a Awb. Let wel op het verbod van reformatio in
peius, een burger mag er niet slechter voor komen te staan door het
instellen van bezwaar/beroep.
Beginselplicht tot handhaving geldt niet voor punitieve sancties, want
beleidsruimte.
Ne bis in idem-beginsel wordt op twee manieren uitgewerkt over de
bestuurlijke boete:
1. Art. 5:43 Awb
o Niet tweemaal een bestuurlijke boete.
2. Art. 5:44 Awb
o Geen bestuurlijke boete indien onderzoek ter terechtzitting
is begonnen. Het moet dan wel gaan om dezelfde
gedraging. Gaat om juridische en feitelijke aard van de
casus.
Juridisch: belangen die voorschrift beoogt te
beschermen + strafmaxima (aanmerkelijke
verschillen)
Feitelijk: tijd/plaats/omstandigheden
Uitspraak ahold vastgoed: iedere kolom (bestuursrecht-privaatrecht-
strafrecht) heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om te ‘vervolgen’.
Uitzonderingen op gebruik van handhaving/sancties
Art. 5:5 awb -> naar kijken bij bestuurlijke sanctie, rechtvaardigingsgrond
Art. 5:41 awb -> naar kijken punitieve sanctie, schulduitsluitingsgrond
Art. 5:46 awb -> rekening houden met de evenredigheid van bestuurlijke
boete