HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1 FT = rationeel geneesmiddelengebruik (4 principes)
Effectiviteit
- Efficacy (werkzaamheid) vs effectiveness (doeltreffendheid = real-world)
- Interindividuele ≠
Veiligheid
- Bijwerking = iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in een gebruikelijke dosering toegediend GM.
RELATIEF BEKIJKEN (kaal na kanker: ok ↔ na pil: wtf)
A. Augmented = verwacht: dosis gerelateerd, GM-gebonden (adhv farmacologische activiteit), lage
mortaliteit. Digoxine toxiciteit, serotoninesyndroom bij SSRI’s, anticholinergisch effect van TCA
B. Bizarre = niet verwacht: niet dosis gerelateerd, patiëntgebonden, hoge mortaliteit. Penicilline-
hypersensitiviteit
C. Chronic = (cumulatieve) dosis- en tijd gerelateerd, zelden. Hypothalamus-hypofyse as onderdrukking bij
langdurige cortico’s
D. Delayed = tijd gerelateerd. Teratogeen, carcinogeen, TD na antipsychotica
E. End of use = withdrawal. Opiaten
F. Failure. Zwanger na orale anticonceptiva
- Farmacovigilantie: post-marketing opvolgen van zeldzame bijwerkingen.
➢ NNT = Numbers needed to treat (effectiviteit): toont aan hoe goed GM werkt, hoeveel mensen
behandelen om bij 1 iemand een gewenst effect te hebben (hoe lager, hoe beter)
➢ NNT = Numbers needed to harm (veiligheid): toont aan hoe snel een ongewenst effect optreedt,
hoeveel mensen behandelen om bij 1 iemand een ongewenst effect te hebben (hoe hoger, hoe beter)
▪ Individuele risicofactoren
▪ Benefit-risk ratio
➢ BAT-M (komt deze bijwerking van het GM of is het een basisprevalentie?)
▪ Bekende bijwerking? (lareb.nl)
▪ Andere oorzaken?
▪ Tijdsrelatie? Plausibele tijdsrelatie & dechallenge-rechallenge
▪ (farmacologisch) Mechanisme?
Geschiktheid
- FD en/of FK interacties
- CI
- Gebruiksgemak: toedieningsvorm / frequentie van doseren
- Voorkeur van patiënt (soms iets minder werkend met hogere therapietrouw)
Prijs
- Patiënten & overheid
- Kosten-effectiviteitanalyse
EVIDENCE-BASED MEDICINE (EBM) = toepassen van de resultaten van goed medisch-wetenschappelijk onderzoek in de
klinische praktijk.
ESC classes of recommendations:
I. Aangeraden
II. Twijfel, toch overwegen (ookal tegenstrijdige resultaten)
III. Afgeraden, niet nuttig
6S-model (in praktijk informatie opzoeken over rationeel GMgebruik): systems → summaries (BCFI, FK) → synopses of
syntheses / reviews → syntheses → synopses of studies → studies (PubMed).
Zoek gericht, niet gewoon Google.
Guidelines ≠ tramlines
1
,1.1 FZ = zorg voor optimale GM-gebruik met als doel de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren (5 hoofdluiken)
Er is een toegenomen sociale nood voor snelle detectie, management en preventie van GM-gerelateerde problemen*.
- Medicatiebegeleiding: advies bij voorgeschreven GM / zelfzorgadvies * 5-20% van de ziekenhuisopnames zijn GM-gerelateerd.
- Medicatiebewaking: vermijden van medicatiefouten - Slecht gebruik, slechte dosering, interacties,…
- Aandacht voor preventie Andere 50% hiervan is te vermijden.
- Samenwerking / overleg met huisarts vakken
Advies bij voorgeschreven GM:
EUB
1. Intake: PC meldt 1ste uitgifte, verifieer + (open) vraag welke uitleg de arts reeds gegeven heeft.
2. Indicatie: leg de ziekte kort uit + geef patiëntenfolder mee (thuisarts.nl) + noteer indicatie op verpakking.
3. Werking: leg kort en eenvoudig de werking van het GM uit + WAT & WANNEER DE PATIËNT IETS ZAL VOELEN
4. Gebruiksinstructies: (volwassene vs kind)
➢ Hoeveel, wanneer, hoe & hoelang
➢ Benadruk therapietrouw
➢ Evt. bijzonderheden betreffende gebruik of medicatie
5. Bijwerkingen:
➢ Vermeld frequente bijwerkingen die patiënt zelf kan opmerken
➢ Vermeld ernstige bijwerkingen die contactname met arts vereisen
➢ Wat te doen als ze voorkomen (positive framing + koppel met goed gebruik)
➢ GEEN ANGSTGEVOEL GEVEN (therapietrouw ↓): 99% krijg het niet ipv 1/100 krijgt het.
➢ Nocebo-effect (bestaat ECHT [idem placebo])
▪ Angstige personen
▪ Personen met voorgeschiedenis van medisch onverklaarbare klachten
▪ Psychologische distress
➢ Verwijs naar apotheek.nl (autorijden, drank, bijwerkingen, gebruik,…)
6. Extra informatie voor thuis (folder, link apotheek.nl ,…) of dat ze bv bij de tandarts moeten zeggen dat ze anti-
coagulantia nemen want hebben een hoger bloedingsrisico (= pathologiespecifieke aandachtspunten + NM)
7. Feedback: wat is er nog niet duidelijk? Waarmee kan ik nog helpen? Wat kan ik nog doen?
8. Registratie in patiëntendossier: belangrijke opmerkingen betreffende patiënt (specifieke noden /
bezorgdheden) registreren bv. bijwerkingen in dossier zetten en volgende keer op ingaan #klantenbinding
HUB (Meer maatwerk, minder structuur want nu is de patiënt de expert ipv de Apr.) ≠ gespreksindeling:
1. Patiëntenervaringen
➢ Ervaringen mbt (bij)werkingen
➢ Gebruik
➢ Specifieke bijwerkingen (veroorzaak geen onnodige bezorgdheid, zeg: ‘ik zie dat bij vele patiënten’)
➢ Therapietrouw
2. Probleem aanpakken
➢ Ontkracht zorgen / bespreek baten
➢ Bied een antwoord op bijw / gebrek aan werkzaamheid
➢ Verwijs door naar de arts of er geen alternatief is
➢ Stel oplossingen betreffende therapietrouwproblemen voor
3. Informatie verduidelijken:
a. Kijk patiëntendossieer na & bespreek aandachtspunten uit EUB waar nodig opnieuw (indicatie,
werking, gebruik, bijwerkingen, therapietrouw) want lang gebruik ≠ goed gebruik!
b. Pathologiespecifieke aandachtspunten
4. Feedback
5. Registratie in patiëntendossier: belangrijke opmerkingen betreffende patiënt (specifieke noden /
bezorgdheden) registreren bv. patiënt bleek bewust soms GM over te slaan omdat er schrik is voor bijw.
Alert zijn voor bijwerkingen want kan leiden tot hospitalisaties (vnl. bij ouder worden agv polyfarmacie &
gevoeliger voor bijw), therapietrouw beïnvloeden (→ gezondheidsuitkomsten↓) & voorschrijfcascade (kan wel
ok zijn als je weet dat het een bijwerking is zoals laxativa voorschrijven bij obstipatie door opioïden).
2
,Zelfzorgadvies
OTC = over the counter: niet-voorschriftplichtige geregistreerde GMn, medische materialen / hulpmiddelen,
voedingssupplementen, parafarmacie (cosmetica,…)
- Apr = expert, grotere verantwoordelijkheid dan wnr ook de dokter meespeelt (enkel bij VS-plichtige GM)
➢ Mini-consultvoering
➢ Beoordeelt klachten (pluis / niet-pluis principe): zelfzorg* of doorverwijzen naar arts
(doorverwijscriteria thuisarts.nl > Wanneer bellen? of KNMP).
➢ Maag- & hartklachten worden vaak verward.
- ≠ veilig / zonder gevaren
- Niet steeds werkzaam: fytotherapeutica is op de markt via traditioneel gebruik, niet omdat het werkt.
*NIET-MEDICAMENTEUS ADVIES + RATIONELE KEUZE (evidence-based [weinig OTC] / 4 principes / BCFI / FK) IN OTC-GAMMA:
1. Werking
2. Hoe (gebruiksadvies), wanneer en hoe lang
3. Evt. bijzonderheden betreffende gebruik of bewaring
4. Bijwerkingen
5. Wanneer arts te contacteren: als het niet betert na concreet aantal dagen = extra tov EUB
WHAM-structuur = gestructureerde bevraging:
- Wie? Uzelf? Leeftijd? Risicogroep (zwanger, BV borstvoeding)?
- Hoe lang huidige klachten (+ al eerder gehad?)?
- Hoe omschrijft de patiënt de klachten: ernst, patroon, oorzaak, andere symptomen?
- Al iets anders van zelfzorg ingenomen (+ hoeveel en wanneer)?
- Welke andere Medicatie neemt de patiënt? Recente wijzigingen? Risicogeneesmiddelen?
➢ Is die medicatie de oorzaak van de klacht? (bijw bifosfonaat = branderige maag → geen malox geven maar
naar de oorzaak kijken).
➢ Relatie pathologie & klacht? (hoest bij COPD: doorverwijzen ipv hoestsiroop)
➢ Relevante interacties?
Vermijden van medicatiefouten en suboptimaal GMgebruik: GENEESMIDDELENBEWAKING
- Controleren op interacties
- Controleren op CI (bv. bij hartfalen CI NSAID)
- Initiatieven om suboptimaal GM-gebruik te voorkomen en op te sporen.
1.2 THERAPIETROUW
= de mate waarin het innemen van GM overeenstemt met de adviezen van de zorgverleners (WHO)
= % van de voorgeschreven dosissen dat effectief werd ingenomen door de patiënt in een bepaalde tijdsperiode
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑔𝑒𝑘𝑜𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑝𝑎𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑥 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑜𝑠𝑖𝑠𝑠𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑣𝑒𝑟𝑝𝑎𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔
= vanaf 80% (ernstige aandoeningen bv. HIV: 90%): 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑜𝑠𝑖𝑠𝑠𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑑𝑎𝑔 𝑥 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑏𝑒𝑠𝑐ℎ𝑜𝑢𝑤𝑑𝑒 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛
1. Acceptance: aanvaarden, starten met de therapie (vaak gewoon niet afhalen in Apr) → overtuiging nodig
2. Quality of execution: goed doen, tijdig (vaak slechte uitvoeringskwaliteit agv drug holiday)→ uitleg nodig
3. Persistence: volhouden / verderzetten → motivatie nodig
Niet-therapietrouw (vnl. kort na opstart nieuw GM)
- Prevalentie chronische ziekte (50%) > acute ziekte (zolang je het voelt, geneigd om GM in te nemen)
- Verergering gezondheidsproblemen / ontstaan complicaties
- Overlijden
➢ trouwe patiënten hebben de helft minder kans op mortaliteit dan ontrouwe patiënten
➢ opgelet: healthy adherer bias Opl: doseerschema zo duidelijk & Opl: teach & teach-back methode
eenvoudig mogelijk, evt. pillendoos Mondeling, tonen & schriftelijk
- Toename gezondheidszorgkosten
- Niet-intentioneel (willen maar niet kunnen): cognitieve problemen, instructies fout begrepen, niet betaalbaar
- Intentioneel (kunnen maar niet willen): niet ziek voelen (vnl. bij asymptomatische aandoeningen of preventie),
stoppen wanneer men zich beter voelt, (schrik voor) bijwerkingen → “noodzaak < bezorgdheid om bijw”
Opl: - educatie (EUB) van doel & (bij)werking bv verschil tussen onderhouds- en noodmedicatie
- peil naar inzien noodzaak medicatie en bezorgdheid over bijw 3
- motiverende gespreksvoering (beter dat patiënt z11 tot inzicht komt dan dat je moet overtuigen!
, Drug-forgiveness
- Het ene GM is meer vergevingsgezind als je het vergeet dan het andere GM
➢ Werkingsmech
➢ Halfleven
➢ Dosis (hogere D [gelimiteerd door dosis-afh toxiciteit] = hogere drug-forgiveness)
- VKA > DOAC
1.5 FT BIJ SPECIALE POPULATIES
Zwangere vrouwen
GM kan ND-effecten hebben op:
- Zwangerschapsuitkomsten (vroeggeboorte agv contactlaxativa op einde zwangerschap, brengen weeën op gang)
- Embryo / foetus / (pasgeboren) kind
➢ Farmacologisch effect (onthoudingsverschijnselen, groeivertraging, beïnvloeding foetaal hartritme agv BB)
Teratogene ➢ Structurele aangeboren afwijkingen (spina bifida agv anti-epileptica)
stoffen ➢ Functionele aangeboren afwijkingen (verstandelijke handicap agv anti-epileptica)
Risico is afhankelijk van:
- Tijdstip
➢ Voor conceptie: indien lang halfleven (amiodarone)
➢ Tussen conceptie en implantatie: weinig weefselcontact tussen moeder en bevruchte eicel → indien
blootstelling aan teratogene stof: alles-of-niets principe (= ofwel miskraam ofwel zw met basisrisico)
➢ Oraganogenese (1ste trimester): structurele afwijkingen Basisrisico af-
➢ Week 10: functionele afwijkingen (mentale achterstand) wijkingen 2-4%
➢ Laatste weken: problemen tijdens of na de bevalling
- Dosis en duur
- Eigenschappen GM (passage placenta): lipofiel, ongeladen, <1000 Dalton, plasma-eiwitbinding, actief transport
- Genotype van het organisme: gevoeligheid vh kind
VEILIGHEID KAN VOOR GEEN ENKEL GM WORDEN GEGARANDEERD want onderzoek = gecompliceerd:
- Testen bij zwangere vrouwen = ethisch onverantwoord
- Dierproeven moeilijk te extrapoleren door speciësverschillen & hoge dosering in dierproeven)
- Aangewezen op ervaring, case-reports en observationeel onderzoek
Epiodemiologisch onderzoek: correlatie ipv causaliteit
MAAR afweging niet-behandeling vs wel behandeling:
➢ Anti-epileptica (anders 50% foetale mortaliteit)
➢ Inhalatiecortico bij astma (mogelijks zuurstoftekort heeft ook invloed op de foetus)
➢ Diabetes
Praktijk
- Elke vrouw is zwanger tot het tegendeel bewezen is
- Voorkeur niet-medicamenteuze behandeling
- Voorkeur monotherapie met ruime ervaring (ipv nieuw, ookal werken ze beter maar veiligheid is ???)
- Lareb.nl
- BCFI
- CM
➢ CI zwangerschap bij elke klasse GM
➢ Risico-indeling in categorieën op basis van alle gegevens die ze hebben van een bep GM: veilig –
vermijden
Lijst alle GM-opties op en kies de meest veilige optie
Vrouwen met kinderwens
4
1.1 FT = rationeel geneesmiddelengebruik (4 principes)
Effectiviteit
- Efficacy (werkzaamheid) vs effectiveness (doeltreffendheid = real-world)
- Interindividuele ≠
Veiligheid
- Bijwerking = iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in een gebruikelijke dosering toegediend GM.
RELATIEF BEKIJKEN (kaal na kanker: ok ↔ na pil: wtf)
A. Augmented = verwacht: dosis gerelateerd, GM-gebonden (adhv farmacologische activiteit), lage
mortaliteit. Digoxine toxiciteit, serotoninesyndroom bij SSRI’s, anticholinergisch effect van TCA
B. Bizarre = niet verwacht: niet dosis gerelateerd, patiëntgebonden, hoge mortaliteit. Penicilline-
hypersensitiviteit
C. Chronic = (cumulatieve) dosis- en tijd gerelateerd, zelden. Hypothalamus-hypofyse as onderdrukking bij
langdurige cortico’s
D. Delayed = tijd gerelateerd. Teratogeen, carcinogeen, TD na antipsychotica
E. End of use = withdrawal. Opiaten
F. Failure. Zwanger na orale anticonceptiva
- Farmacovigilantie: post-marketing opvolgen van zeldzame bijwerkingen.
➢ NNT = Numbers needed to treat (effectiviteit): toont aan hoe goed GM werkt, hoeveel mensen
behandelen om bij 1 iemand een gewenst effect te hebben (hoe lager, hoe beter)
➢ NNT = Numbers needed to harm (veiligheid): toont aan hoe snel een ongewenst effect optreedt,
hoeveel mensen behandelen om bij 1 iemand een ongewenst effect te hebben (hoe hoger, hoe beter)
▪ Individuele risicofactoren
▪ Benefit-risk ratio
➢ BAT-M (komt deze bijwerking van het GM of is het een basisprevalentie?)
▪ Bekende bijwerking? (lareb.nl)
▪ Andere oorzaken?
▪ Tijdsrelatie? Plausibele tijdsrelatie & dechallenge-rechallenge
▪ (farmacologisch) Mechanisme?
Geschiktheid
- FD en/of FK interacties
- CI
- Gebruiksgemak: toedieningsvorm / frequentie van doseren
- Voorkeur van patiënt (soms iets minder werkend met hogere therapietrouw)
Prijs
- Patiënten & overheid
- Kosten-effectiviteitanalyse
EVIDENCE-BASED MEDICINE (EBM) = toepassen van de resultaten van goed medisch-wetenschappelijk onderzoek in de
klinische praktijk.
ESC classes of recommendations:
I. Aangeraden
II. Twijfel, toch overwegen (ookal tegenstrijdige resultaten)
III. Afgeraden, niet nuttig
6S-model (in praktijk informatie opzoeken over rationeel GMgebruik): systems → summaries (BCFI, FK) → synopses of
syntheses / reviews → syntheses → synopses of studies → studies (PubMed).
Zoek gericht, niet gewoon Google.
Guidelines ≠ tramlines
1
,1.1 FZ = zorg voor optimale GM-gebruik met als doel de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren (5 hoofdluiken)
Er is een toegenomen sociale nood voor snelle detectie, management en preventie van GM-gerelateerde problemen*.
- Medicatiebegeleiding: advies bij voorgeschreven GM / zelfzorgadvies * 5-20% van de ziekenhuisopnames zijn GM-gerelateerd.
- Medicatiebewaking: vermijden van medicatiefouten - Slecht gebruik, slechte dosering, interacties,…
- Aandacht voor preventie Andere 50% hiervan is te vermijden.
- Samenwerking / overleg met huisarts vakken
Advies bij voorgeschreven GM:
EUB
1. Intake: PC meldt 1ste uitgifte, verifieer + (open) vraag welke uitleg de arts reeds gegeven heeft.
2. Indicatie: leg de ziekte kort uit + geef patiëntenfolder mee (thuisarts.nl) + noteer indicatie op verpakking.
3. Werking: leg kort en eenvoudig de werking van het GM uit + WAT & WANNEER DE PATIËNT IETS ZAL VOELEN
4. Gebruiksinstructies: (volwassene vs kind)
➢ Hoeveel, wanneer, hoe & hoelang
➢ Benadruk therapietrouw
➢ Evt. bijzonderheden betreffende gebruik of medicatie
5. Bijwerkingen:
➢ Vermeld frequente bijwerkingen die patiënt zelf kan opmerken
➢ Vermeld ernstige bijwerkingen die contactname met arts vereisen
➢ Wat te doen als ze voorkomen (positive framing + koppel met goed gebruik)
➢ GEEN ANGSTGEVOEL GEVEN (therapietrouw ↓): 99% krijg het niet ipv 1/100 krijgt het.
➢ Nocebo-effect (bestaat ECHT [idem placebo])
▪ Angstige personen
▪ Personen met voorgeschiedenis van medisch onverklaarbare klachten
▪ Psychologische distress
➢ Verwijs naar apotheek.nl (autorijden, drank, bijwerkingen, gebruik,…)
6. Extra informatie voor thuis (folder, link apotheek.nl ,…) of dat ze bv bij de tandarts moeten zeggen dat ze anti-
coagulantia nemen want hebben een hoger bloedingsrisico (= pathologiespecifieke aandachtspunten + NM)
7. Feedback: wat is er nog niet duidelijk? Waarmee kan ik nog helpen? Wat kan ik nog doen?
8. Registratie in patiëntendossier: belangrijke opmerkingen betreffende patiënt (specifieke noden /
bezorgdheden) registreren bv. bijwerkingen in dossier zetten en volgende keer op ingaan #klantenbinding
HUB (Meer maatwerk, minder structuur want nu is de patiënt de expert ipv de Apr.) ≠ gespreksindeling:
1. Patiëntenervaringen
➢ Ervaringen mbt (bij)werkingen
➢ Gebruik
➢ Specifieke bijwerkingen (veroorzaak geen onnodige bezorgdheid, zeg: ‘ik zie dat bij vele patiënten’)
➢ Therapietrouw
2. Probleem aanpakken
➢ Ontkracht zorgen / bespreek baten
➢ Bied een antwoord op bijw / gebrek aan werkzaamheid
➢ Verwijs door naar de arts of er geen alternatief is
➢ Stel oplossingen betreffende therapietrouwproblemen voor
3. Informatie verduidelijken:
a. Kijk patiëntendossieer na & bespreek aandachtspunten uit EUB waar nodig opnieuw (indicatie,
werking, gebruik, bijwerkingen, therapietrouw) want lang gebruik ≠ goed gebruik!
b. Pathologiespecifieke aandachtspunten
4. Feedback
5. Registratie in patiëntendossier: belangrijke opmerkingen betreffende patiënt (specifieke noden /
bezorgdheden) registreren bv. patiënt bleek bewust soms GM over te slaan omdat er schrik is voor bijw.
Alert zijn voor bijwerkingen want kan leiden tot hospitalisaties (vnl. bij ouder worden agv polyfarmacie &
gevoeliger voor bijw), therapietrouw beïnvloeden (→ gezondheidsuitkomsten↓) & voorschrijfcascade (kan wel
ok zijn als je weet dat het een bijwerking is zoals laxativa voorschrijven bij obstipatie door opioïden).
2
,Zelfzorgadvies
OTC = over the counter: niet-voorschriftplichtige geregistreerde GMn, medische materialen / hulpmiddelen,
voedingssupplementen, parafarmacie (cosmetica,…)
- Apr = expert, grotere verantwoordelijkheid dan wnr ook de dokter meespeelt (enkel bij VS-plichtige GM)
➢ Mini-consultvoering
➢ Beoordeelt klachten (pluis / niet-pluis principe): zelfzorg* of doorverwijzen naar arts
(doorverwijscriteria thuisarts.nl > Wanneer bellen? of KNMP).
➢ Maag- & hartklachten worden vaak verward.
- ≠ veilig / zonder gevaren
- Niet steeds werkzaam: fytotherapeutica is op de markt via traditioneel gebruik, niet omdat het werkt.
*NIET-MEDICAMENTEUS ADVIES + RATIONELE KEUZE (evidence-based [weinig OTC] / 4 principes / BCFI / FK) IN OTC-GAMMA:
1. Werking
2. Hoe (gebruiksadvies), wanneer en hoe lang
3. Evt. bijzonderheden betreffende gebruik of bewaring
4. Bijwerkingen
5. Wanneer arts te contacteren: als het niet betert na concreet aantal dagen = extra tov EUB
WHAM-structuur = gestructureerde bevraging:
- Wie? Uzelf? Leeftijd? Risicogroep (zwanger, BV borstvoeding)?
- Hoe lang huidige klachten (+ al eerder gehad?)?
- Hoe omschrijft de patiënt de klachten: ernst, patroon, oorzaak, andere symptomen?
- Al iets anders van zelfzorg ingenomen (+ hoeveel en wanneer)?
- Welke andere Medicatie neemt de patiënt? Recente wijzigingen? Risicogeneesmiddelen?
➢ Is die medicatie de oorzaak van de klacht? (bijw bifosfonaat = branderige maag → geen malox geven maar
naar de oorzaak kijken).
➢ Relatie pathologie & klacht? (hoest bij COPD: doorverwijzen ipv hoestsiroop)
➢ Relevante interacties?
Vermijden van medicatiefouten en suboptimaal GMgebruik: GENEESMIDDELENBEWAKING
- Controleren op interacties
- Controleren op CI (bv. bij hartfalen CI NSAID)
- Initiatieven om suboptimaal GM-gebruik te voorkomen en op te sporen.
1.2 THERAPIETROUW
= de mate waarin het innemen van GM overeenstemt met de adviezen van de zorgverleners (WHO)
= % van de voorgeschreven dosissen dat effectief werd ingenomen door de patiënt in een bepaalde tijdsperiode
𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑔𝑒𝑘𝑜𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑝𝑎𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑥 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑜𝑠𝑖𝑠𝑠𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑣𝑒𝑟𝑝𝑎𝑘𝑘𝑖𝑛𝑔
= vanaf 80% (ernstige aandoeningen bv. HIV: 90%): 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑑𝑜𝑠𝑖𝑠𝑠𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝑑𝑎𝑔 𝑥 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑏𝑒𝑠𝑐ℎ𝑜𝑢𝑤𝑑𝑒 𝑑𝑎𝑔𝑒𝑛
1. Acceptance: aanvaarden, starten met de therapie (vaak gewoon niet afhalen in Apr) → overtuiging nodig
2. Quality of execution: goed doen, tijdig (vaak slechte uitvoeringskwaliteit agv drug holiday)→ uitleg nodig
3. Persistence: volhouden / verderzetten → motivatie nodig
Niet-therapietrouw (vnl. kort na opstart nieuw GM)
- Prevalentie chronische ziekte (50%) > acute ziekte (zolang je het voelt, geneigd om GM in te nemen)
- Verergering gezondheidsproblemen / ontstaan complicaties
- Overlijden
➢ trouwe patiënten hebben de helft minder kans op mortaliteit dan ontrouwe patiënten
➢ opgelet: healthy adherer bias Opl: doseerschema zo duidelijk & Opl: teach & teach-back methode
eenvoudig mogelijk, evt. pillendoos Mondeling, tonen & schriftelijk
- Toename gezondheidszorgkosten
- Niet-intentioneel (willen maar niet kunnen): cognitieve problemen, instructies fout begrepen, niet betaalbaar
- Intentioneel (kunnen maar niet willen): niet ziek voelen (vnl. bij asymptomatische aandoeningen of preventie),
stoppen wanneer men zich beter voelt, (schrik voor) bijwerkingen → “noodzaak < bezorgdheid om bijw”
Opl: - educatie (EUB) van doel & (bij)werking bv verschil tussen onderhouds- en noodmedicatie
- peil naar inzien noodzaak medicatie en bezorgdheid over bijw 3
- motiverende gespreksvoering (beter dat patiënt z11 tot inzicht komt dan dat je moet overtuigen!
, Drug-forgiveness
- Het ene GM is meer vergevingsgezind als je het vergeet dan het andere GM
➢ Werkingsmech
➢ Halfleven
➢ Dosis (hogere D [gelimiteerd door dosis-afh toxiciteit] = hogere drug-forgiveness)
- VKA > DOAC
1.5 FT BIJ SPECIALE POPULATIES
Zwangere vrouwen
GM kan ND-effecten hebben op:
- Zwangerschapsuitkomsten (vroeggeboorte agv contactlaxativa op einde zwangerschap, brengen weeën op gang)
- Embryo / foetus / (pasgeboren) kind
➢ Farmacologisch effect (onthoudingsverschijnselen, groeivertraging, beïnvloeding foetaal hartritme agv BB)
Teratogene ➢ Structurele aangeboren afwijkingen (spina bifida agv anti-epileptica)
stoffen ➢ Functionele aangeboren afwijkingen (verstandelijke handicap agv anti-epileptica)
Risico is afhankelijk van:
- Tijdstip
➢ Voor conceptie: indien lang halfleven (amiodarone)
➢ Tussen conceptie en implantatie: weinig weefselcontact tussen moeder en bevruchte eicel → indien
blootstelling aan teratogene stof: alles-of-niets principe (= ofwel miskraam ofwel zw met basisrisico)
➢ Oraganogenese (1ste trimester): structurele afwijkingen Basisrisico af-
➢ Week 10: functionele afwijkingen (mentale achterstand) wijkingen 2-4%
➢ Laatste weken: problemen tijdens of na de bevalling
- Dosis en duur
- Eigenschappen GM (passage placenta): lipofiel, ongeladen, <1000 Dalton, plasma-eiwitbinding, actief transport
- Genotype van het organisme: gevoeligheid vh kind
VEILIGHEID KAN VOOR GEEN ENKEL GM WORDEN GEGARANDEERD want onderzoek = gecompliceerd:
- Testen bij zwangere vrouwen = ethisch onverantwoord
- Dierproeven moeilijk te extrapoleren door speciësverschillen & hoge dosering in dierproeven)
- Aangewezen op ervaring, case-reports en observationeel onderzoek
Epiodemiologisch onderzoek: correlatie ipv causaliteit
MAAR afweging niet-behandeling vs wel behandeling:
➢ Anti-epileptica (anders 50% foetale mortaliteit)
➢ Inhalatiecortico bij astma (mogelijks zuurstoftekort heeft ook invloed op de foetus)
➢ Diabetes
Praktijk
- Elke vrouw is zwanger tot het tegendeel bewezen is
- Voorkeur niet-medicamenteuze behandeling
- Voorkeur monotherapie met ruime ervaring (ipv nieuw, ookal werken ze beter maar veiligheid is ???)
- Lareb.nl
- BCFI
- CM
➢ CI zwangerschap bij elke klasse GM
➢ Risico-indeling in categorieën op basis van alle gegevens die ze hebben van een bep GM: veilig –
vermijden
Lijst alle GM-opties op en kies de meest veilige optie
Vrouwen met kinderwens
4