China 1842-2001
3.1 China en het modern imperialisme (KA’s: 8c, 8d, 8f en 9h)
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
Vanaf 17e eeuw China geregeerd door keizers van Qing-dynastie. Keizerlijk
gezag was gebaseerd op confucianisme; keizer door hemel aangewezen.
Mandarijnen (ambtenaren) ondersteunden keizer bij taken. Mandarijn werd je niet
zomaar; moeilijke opleiding. Als je mandarijn bent, heb je privileges. >90%
bevolking boer met weinig rechten. Wel plichten: belasting, voedsel en leger.
Bevolking gezagsgetrouw: confucianisme zorgt voor eerbied naar hiërarchische
ordening. Ondanks gedragsleer verzwakt machtspositie Qing in 19 e eeuw. Keizers
kregen te maken met economische en politieke problemen. Door bevolkingsgroei
hongersnoden, aan hof heerste corruptie en veel mandarijnen schuldig aan bv
diefstal. Bovendien was er ook externe bedreiging voor keizerlijke macht: het
modern imperialisme.
Onder invloed van nationalisme en industrialisatie kwam modern imperialisme
op. Economisch doel was grondstoffen en afzetgebieden krijgen. Maar draaide
ook om versterken machtspolitiek; hoe meer koloniaal gebied hoe meer status.
Voor westerse mogendheden was het lastig om hun positie in China te
verbeteren. China beperkte de mogelijkheden, alleen havenstad Kanton was
beschikbaar. Ruilhandel of importeren was bijna onmogelijk, want China toonde
geen interesse. Dit kwam voort uit sinocentrisme, Chinees superioriteitsgevoel.
Britten hadden rond 1820 als oplossing om Chinese vraag te creëren met opium.
Miljoenen Chinezen raakten verslaafd. Chinese overheid stelde opiumverbod, had
geen zin. Britten bleven opium binnensmokkelen. Voor GB winstgevend. Door
massale verslaafdheid samenleving ontwricht. 1839: keizer greep in; veel opium
in beslag genomen en vernietigd. GB vond dit niet tof, zij stuurden
oorlogsschepen. Eerste opiumoorlog startte. China had geen kans tegen GB.
Eerste opiumoorlog eindigde in 1842 met nederlaag voor China. GB stelde
Verdrag van Nanking in, kan worden gezien als een van eerste Ongelijke
Verdragen; Chinezen moesten grote schadevergoeding betalen, 5 Chinese
havens openstellen voor GB en Hongkong werd Britste kolonie. China werd
telkens tot veel verplicht, terwijl westerse mogendheden niks hoefden te doen.
N.a.v. GB probeerden FR, VS en RS op dezelfde wijze invloed in China te
vergroten. RS zag Mantsjoerije als deel van haar invloedssfeer en legde
spoorlijn aan. Chinese regering verloor steeds meer zeggenschap over eigen
grondgebied. Voor buitenlanders werd in verdragen extraterritorialiteit
geregeld, nu vielen zij niet onder Chinese rechtspraak/wetgeving maar onder
eigen. Door vestiging in steden van VS, JP en EU verloren Chinezen inkomsten.
Dat zorgde voor onvrede. In 1856 brak Tweede opiumoorlog uit, nadat Chinezen
zich verzetten tegen nieuwe GB economische eisen. China verloor weer en kreeg
weer verdrag. Buitenlandse handelaren/missionarissen/zendelingen voortaan
bewegingsvrijheid in heel China. Band tussen CH en JP verslechterde. Dit leidde in
1894 tot oorlog, omdat JP macht naar Korea wilde uitbreiden. CH ziet Korea als
haar invloedssfeer, voelt bedreigd door JP. China wéér verslagen en dus weer
, verdragen gekregen (ik zie een patroon). Schadevergoeding voor CH, JP invloed
in Korea en industrie op CH grondgebied.
Door Ongelijke Verdragen buitenlandse mogendheden flinke machtspositie in
China; overheidstaken overgenomen. Macht keizer nam dus af. Verzet nam toe.
Taipingopstand (1851-1868): zuiden China, ontevreden boeren, revolutie tegen
keizer, elementen Christendom/confucianisme/nationalisme, groot deel CH in
handen. Nianopstand (1851-1868): overstroming gele rivier, noorden China,
overheid greep niet in boze boeren, gewapende acties tegen
grootgrondbezitters en belastingambtenaren. Beide opstanden met moeite
neergeslagen met buitenlandse steun. Opstanden hadden grote gevolgen: steden
verwoest, doden. Ontevredenheid bevolking en toetreding imperialistische
mogendheden deed Chinezen beseffen dat moderniseringen nodig waren, JP bron
inspiratie. Zelfversterkingsbeweging (1861): militaire en technische
modernisering.
Door aantal hervormingsgezinde mandarijnen en zelfversterkingsbeweging
moderniseerde keizer enkele aspecten van bestuur. Velen waren fan van
hervormingen, maar ook wat haters. Invloedrijke groep conservatieven waren
tegen, zij werden gesteund door keizer-weduwe Cixi. In 1898 nam zij macht over
van keizer en draaide veel hervormingen terug. Bokseropstand (eind ’90):
overtuigd dat zij bovennatuurlijke krachten hadden, vechten met vuist, tegen
westerse imperialisten (schuld verval China), vernielen. “steun Qing, vernietig
vreemdeling”. Boksers hadden steun Cixi, zo leidt ze aandacht af van haar
falende bestuur. 1900: ambassadewijk van Beijing doelwit Boksers. Ze
vermoordden belangrijke Duitse gezant. Internationale troepenmacht (FR, EN, VS,
DU) greep in en versloeg Boksers. China wééér een Ongelijk Verdrag.
Herstelbetalingen, leider boksers gestraft en westerse mogendheden permanent
troepen in China.
Macht Qing door boksers verder verzwakt. Steun Cixi aan rebellen verkeerde
keuze. Strafmaatregelen, mislukte hervorming en machteloze Cixi zorgde voor
onvrede. Poging om keizerlijke positie te versterken toch nog aantal
hervormingen: leger gemoderniseerd, mandarijn examens gecanceld en meer
mogelijkheden inspraak in bestuur. Dit hielp niet meer. Cixi overleed in 1908, Puyi
(3 jaar oud) kwam op troon. In deze instabiele omstandigheden verspreidde
revolutionaire ideeën rap. Eind 19e eeuw nieuwe nationalistische beweging o.l.v.
Sun Yat-sen. In buitenland politieke ideeën opgedaan over democratie. 1895
opstand tegen keizer geleid, deze mislukte. Hij werd verbannen. In 1911 brak in
Z-China muiterij uit in leger, onrust breidde uit als olievlek. Generaal Yuan Shikai
nam leiding van revolutie op zich. Qing-dynastie kwam ten val; Puyi trad af,
Shikai werd president van Republiek China. Sun Yat-sen keerde terug.
3.2 nationalisten en communisten strijden om de macht (KA’S: 8d, 8f,
9a, 9b, 9h en 10a)
Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949)?
3.1 China en het modern imperialisme (KA’s: 8c, 8d, 8f en 9h)
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
Vanaf 17e eeuw China geregeerd door keizers van Qing-dynastie. Keizerlijk
gezag was gebaseerd op confucianisme; keizer door hemel aangewezen.
Mandarijnen (ambtenaren) ondersteunden keizer bij taken. Mandarijn werd je niet
zomaar; moeilijke opleiding. Als je mandarijn bent, heb je privileges. >90%
bevolking boer met weinig rechten. Wel plichten: belasting, voedsel en leger.
Bevolking gezagsgetrouw: confucianisme zorgt voor eerbied naar hiërarchische
ordening. Ondanks gedragsleer verzwakt machtspositie Qing in 19 e eeuw. Keizers
kregen te maken met economische en politieke problemen. Door bevolkingsgroei
hongersnoden, aan hof heerste corruptie en veel mandarijnen schuldig aan bv
diefstal. Bovendien was er ook externe bedreiging voor keizerlijke macht: het
modern imperialisme.
Onder invloed van nationalisme en industrialisatie kwam modern imperialisme
op. Economisch doel was grondstoffen en afzetgebieden krijgen. Maar draaide
ook om versterken machtspolitiek; hoe meer koloniaal gebied hoe meer status.
Voor westerse mogendheden was het lastig om hun positie in China te
verbeteren. China beperkte de mogelijkheden, alleen havenstad Kanton was
beschikbaar. Ruilhandel of importeren was bijna onmogelijk, want China toonde
geen interesse. Dit kwam voort uit sinocentrisme, Chinees superioriteitsgevoel.
Britten hadden rond 1820 als oplossing om Chinese vraag te creëren met opium.
Miljoenen Chinezen raakten verslaafd. Chinese overheid stelde opiumverbod, had
geen zin. Britten bleven opium binnensmokkelen. Voor GB winstgevend. Door
massale verslaafdheid samenleving ontwricht. 1839: keizer greep in; veel opium
in beslag genomen en vernietigd. GB vond dit niet tof, zij stuurden
oorlogsschepen. Eerste opiumoorlog startte. China had geen kans tegen GB.
Eerste opiumoorlog eindigde in 1842 met nederlaag voor China. GB stelde
Verdrag van Nanking in, kan worden gezien als een van eerste Ongelijke
Verdragen; Chinezen moesten grote schadevergoeding betalen, 5 Chinese
havens openstellen voor GB en Hongkong werd Britste kolonie. China werd
telkens tot veel verplicht, terwijl westerse mogendheden niks hoefden te doen.
N.a.v. GB probeerden FR, VS en RS op dezelfde wijze invloed in China te
vergroten. RS zag Mantsjoerije als deel van haar invloedssfeer en legde
spoorlijn aan. Chinese regering verloor steeds meer zeggenschap over eigen
grondgebied. Voor buitenlanders werd in verdragen extraterritorialiteit
geregeld, nu vielen zij niet onder Chinese rechtspraak/wetgeving maar onder
eigen. Door vestiging in steden van VS, JP en EU verloren Chinezen inkomsten.
Dat zorgde voor onvrede. In 1856 brak Tweede opiumoorlog uit, nadat Chinezen
zich verzetten tegen nieuwe GB economische eisen. China verloor weer en kreeg
weer verdrag. Buitenlandse handelaren/missionarissen/zendelingen voortaan
bewegingsvrijheid in heel China. Band tussen CH en JP verslechterde. Dit leidde in
1894 tot oorlog, omdat JP macht naar Korea wilde uitbreiden. CH ziet Korea als
haar invloedssfeer, voelt bedreigd door JP. China wéér verslagen en dus weer
, verdragen gekregen (ik zie een patroon). Schadevergoeding voor CH, JP invloed
in Korea en industrie op CH grondgebied.
Door Ongelijke Verdragen buitenlandse mogendheden flinke machtspositie in
China; overheidstaken overgenomen. Macht keizer nam dus af. Verzet nam toe.
Taipingopstand (1851-1868): zuiden China, ontevreden boeren, revolutie tegen
keizer, elementen Christendom/confucianisme/nationalisme, groot deel CH in
handen. Nianopstand (1851-1868): overstroming gele rivier, noorden China,
overheid greep niet in boze boeren, gewapende acties tegen
grootgrondbezitters en belastingambtenaren. Beide opstanden met moeite
neergeslagen met buitenlandse steun. Opstanden hadden grote gevolgen: steden
verwoest, doden. Ontevredenheid bevolking en toetreding imperialistische
mogendheden deed Chinezen beseffen dat moderniseringen nodig waren, JP bron
inspiratie. Zelfversterkingsbeweging (1861): militaire en technische
modernisering.
Door aantal hervormingsgezinde mandarijnen en zelfversterkingsbeweging
moderniseerde keizer enkele aspecten van bestuur. Velen waren fan van
hervormingen, maar ook wat haters. Invloedrijke groep conservatieven waren
tegen, zij werden gesteund door keizer-weduwe Cixi. In 1898 nam zij macht over
van keizer en draaide veel hervormingen terug. Bokseropstand (eind ’90):
overtuigd dat zij bovennatuurlijke krachten hadden, vechten met vuist, tegen
westerse imperialisten (schuld verval China), vernielen. “steun Qing, vernietig
vreemdeling”. Boksers hadden steun Cixi, zo leidt ze aandacht af van haar
falende bestuur. 1900: ambassadewijk van Beijing doelwit Boksers. Ze
vermoordden belangrijke Duitse gezant. Internationale troepenmacht (FR, EN, VS,
DU) greep in en versloeg Boksers. China wééér een Ongelijk Verdrag.
Herstelbetalingen, leider boksers gestraft en westerse mogendheden permanent
troepen in China.
Macht Qing door boksers verder verzwakt. Steun Cixi aan rebellen verkeerde
keuze. Strafmaatregelen, mislukte hervorming en machteloze Cixi zorgde voor
onvrede. Poging om keizerlijke positie te versterken toch nog aantal
hervormingen: leger gemoderniseerd, mandarijn examens gecanceld en meer
mogelijkheden inspraak in bestuur. Dit hielp niet meer. Cixi overleed in 1908, Puyi
(3 jaar oud) kwam op troon. In deze instabiele omstandigheden verspreidde
revolutionaire ideeën rap. Eind 19e eeuw nieuwe nationalistische beweging o.l.v.
Sun Yat-sen. In buitenland politieke ideeën opgedaan over democratie. 1895
opstand tegen keizer geleid, deze mislukte. Hij werd verbannen. In 1911 brak in
Z-China muiterij uit in leger, onrust breidde uit als olievlek. Generaal Yuan Shikai
nam leiding van revolutie op zich. Qing-dynastie kwam ten val; Puyi trad af,
Shikai werd president van Republiek China. Sun Yat-sen keerde terug.
3.2 nationalisten en communisten strijden om de macht (KA’S: 8d, 8f,
9a, 9b, 9h en 10a)
Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949)?