Hoofdstuk 36
Paragraaf 1
Balans = geeft een overzicht van de bezittingen en schulden van een
onderneming op een bepaald moment
Debetkant (links)
- Vaste activa = kapitaalgoederen die langer dan één productieproces of
meer dan één jaar meegaan
- Vlottende activa = kapitaalgoederen die maar één productieproces of
minder dan één jaar meegaan
- Liquide middelen = middelen waarmee we kunnen betalen
Creditkant (rechts)
- Eigen vermogen = vermogen dat is ingebracht door de eigenaar -> is
permanent vermogen, hoeft niet op korte termijn worden afgelost
- Vreemd vermogen =
o Lang vreemd vermogen = alle leningen met een looptijd van langer
dan één jaar
o Kort vreemd vermogen = alle leningen die een looptijd hebben van
korter dan één jaar
Crediteuren = jij moet nog geld betalen aan leveranciers
Debiteuren = jij moet nog geld ontvangen van afnemers
Balansmutaties
- Een balans moet altijd in balans zijn. Dus als er iets verandert moet er nog
iets veranderen
Btw/omzetbelasting
- Te vorderen btw (debet)
o Bij inkopen -> btw kan je terugkrijgen bij aangifte. Hoort onder
vlottende activa
- Te betalen btw (credit)
o Bij verkopen -> btw mag je niet zelf houden. Hoort bij kort vreemd
vermogen
Winst-en-verliesrekening (resultatenrekening) = een overzicht van de kosten en
de opbrengsten van een onderneming over een bepaalde periode
- Nut
o Verplicht onderdeel van de jaarrekening
o Inzicht krijgen in de verandering van het eigen vermogen
o Inzicht krijgen in de ontwikkeling van je winst over een bepaalde
periode
Financieringsresultaat = het verschil tussen de interestkosten en de
interestopbrengsten
Nettowinst/winstsaldo = resultaat voor belastingen
Mutaties op de winst-en-verliesrekening (niet in balans)
- Bij verkopen: inkoopwaarde van de omzet <-> omzet
- Bij kosten: kosten
, Paragraaf 2:
Liquide middelen = de middelen waarmee we kunnen betalen, zoals tegoeden bij
de bank en het bedrag in de kas
- Overzicht van de verwachte ontvangsten en de verwachte uitgaven per
bank en kas
Aan een liquiditeitsbegroting zie je ook of de onderneming in de loop van de
periode illiquide zal worden: er zijn dan te weinig liquide middelen om aan alle
betalingsverplichtingen te kunnen voldoen
- Maatregelen om de liquiditeit te verbeteren:
o Het uitstellen van inkopen
o Meer leverancierskrediet bedingen
o (Betaling van) investeringen uitstellen
o Leasen in plaats van zelf kopen
o Bezuinigen
o Eventuele winst niet via cashdividend uitkeren maar in aandelen
(stockdividend) of een kleiner deel van de winst uitkeren en meer
reserveren
o Aan debiteuren een korting voor contante betaling aanbieden
Het saldo van de winst-en-verliesrekening moet gelijk zijn aan het winst- of
verliessaldo (na belasting)
Grootheden:
- Voorraadgrootheden = grootheden die een situatie weergeven op een
bepaald moment
- Stroomgrootheden = grootheden die betrekking hebben op een periode
Paragraaf 1
Balans = geeft een overzicht van de bezittingen en schulden van een
onderneming op een bepaald moment
Debetkant (links)
- Vaste activa = kapitaalgoederen die langer dan één productieproces of
meer dan één jaar meegaan
- Vlottende activa = kapitaalgoederen die maar één productieproces of
minder dan één jaar meegaan
- Liquide middelen = middelen waarmee we kunnen betalen
Creditkant (rechts)
- Eigen vermogen = vermogen dat is ingebracht door de eigenaar -> is
permanent vermogen, hoeft niet op korte termijn worden afgelost
- Vreemd vermogen =
o Lang vreemd vermogen = alle leningen met een looptijd van langer
dan één jaar
o Kort vreemd vermogen = alle leningen die een looptijd hebben van
korter dan één jaar
Crediteuren = jij moet nog geld betalen aan leveranciers
Debiteuren = jij moet nog geld ontvangen van afnemers
Balansmutaties
- Een balans moet altijd in balans zijn. Dus als er iets verandert moet er nog
iets veranderen
Btw/omzetbelasting
- Te vorderen btw (debet)
o Bij inkopen -> btw kan je terugkrijgen bij aangifte. Hoort onder
vlottende activa
- Te betalen btw (credit)
o Bij verkopen -> btw mag je niet zelf houden. Hoort bij kort vreemd
vermogen
Winst-en-verliesrekening (resultatenrekening) = een overzicht van de kosten en
de opbrengsten van een onderneming over een bepaalde periode
- Nut
o Verplicht onderdeel van de jaarrekening
o Inzicht krijgen in de verandering van het eigen vermogen
o Inzicht krijgen in de ontwikkeling van je winst over een bepaalde
periode
Financieringsresultaat = het verschil tussen de interestkosten en de
interestopbrengsten
Nettowinst/winstsaldo = resultaat voor belastingen
Mutaties op de winst-en-verliesrekening (niet in balans)
- Bij verkopen: inkoopwaarde van de omzet <-> omzet
- Bij kosten: kosten
, Paragraaf 2:
Liquide middelen = de middelen waarmee we kunnen betalen, zoals tegoeden bij
de bank en het bedrag in de kas
- Overzicht van de verwachte ontvangsten en de verwachte uitgaven per
bank en kas
Aan een liquiditeitsbegroting zie je ook of de onderneming in de loop van de
periode illiquide zal worden: er zijn dan te weinig liquide middelen om aan alle
betalingsverplichtingen te kunnen voldoen
- Maatregelen om de liquiditeit te verbeteren:
o Het uitstellen van inkopen
o Meer leverancierskrediet bedingen
o (Betaling van) investeringen uitstellen
o Leasen in plaats van zelf kopen
o Bezuinigen
o Eventuele winst niet via cashdividend uitkeren maar in aandelen
(stockdividend) of een kleiner deel van de winst uitkeren en meer
reserveren
o Aan debiteuren een korting voor contante betaling aanbieden
Het saldo van de winst-en-verliesrekening moet gelijk zijn aan het winst- of
verliessaldo (na belasting)
Grootheden:
- Voorraadgrootheden = grootheden die een situatie weergeven op een
bepaald moment
- Stroomgrootheden = grootheden die betrekking hebben op een periode