Samenvatting Apart blad cultuur 1.2.

Abacus = oversierde dikke vierkante plaat (van een dorintisch kapiteel)

Acanthus = bladversiering van korintisch kapiteel

Acropolis = stap op hoger gelegen plaats (stad op top, strategische ligging)

Agora = centrale open plein in de stad

Akroteria = decoratie op dekrand (hoeken en top)

Anthemion = soort decoratief brede band op kapiteel

Annuli = 2 ringen tussen de echinus en hypotrachelion

Architraaf = onversierde dwarsbalk

Astragaal = fijne halfronde lijst

Blad en tong = patroon op ogief (golvende moulure)

Bouleuterion = overdekte politieke vergaderplaats met zitbanken (soort stadhuis)

Cannelure = verticale gleuven

Colonnade = zuilenrij

Crepis = Sokkel

Dorisch = oudste en soberste zuil

Echinus = moulure in kwart ronde, convexe vorm

Eierlijst = patroon

Euthynteria = fundering

Firmitas = sterk (bouwconstructie met sterk zijn)

Fries = reliëf (groepsnaam van trigliefen en methopen)

Fronton = de driehoek in de geveltop (bestaat uit 3 delen: timpaan, sima en akroteria)




Fundering = maakt grond waterpas effen, steekt beetje boven de grond

Geison = kroonlijst