Hulpverlening en culturele diversiteit
Inleiding
● Positieve impact van diversiteit:
● Structurele ongelijkheid in het onderwijs:
● Weird-people: white, educated, industrialized, rich and democratic
→ <5% van populatie
● Modellen van diversiteit:
1. assimilatie (deficiet):
enige culturele achtergrond die ertoe doet is die van meerderheid
→ gelijkheid bereiken door wegwerken van tekorten
2. kleurenblind (individualistisch):
culturele achtergronden doen er niet toe want iedereen is een uniek individu
→ gelijkheid bereiken door negeren van verschillen
3. multicultureel / pluralistisch:
alle culturele achtergronden brengen waardevolle perspectieven
→ gelijkheid bereiken door die te erkennen en omarmen
1
, ● Impact van aandacht voor cultuur en identiteit in hulpverlening (Tao, Owen, Pace en Imel, 2015):
● PISA-onderzoek (2018) over discriminerend schoolklimaat:
● Studie op werkvloer (Plaut, Thomas en Goren, 2009)
→ participanten: medewerkers in 18 teams in gezondheidszorg
→ rated diversity beliefs en uitkomsten
→ AV: psychologische betrokkenheid en perceptie van bias
→ resultaten:
Wat is cultuur?
● Cultuur
= that complex whole which includes knowledge, belief, art, morals, law, custom and any other
capabilities and habits acquired by man as a member of society (Tylor, 1871)
= the collective programming of the mind that distinguishes the members of one group of people
from another (Hofstede, 2001)
= any kind of information that is acquired from other members of one’s species through social
learning that is capable of affecting an individual’s behavior (Heine, 2008)
● Kenmerken van cultuur:
2
, 1. gedeeld binnen een groep
2. doorgegeven en aangeleerd
3. gesitueerd in the head: overtuigingen, waarden, doelen, zelfbeelden, emoties, …
4. gesitueerd in the world: gewoontes, regels, organisaties; boeken, reclame, …
● Soorten psychologie:
1. algemene psychologie: psychic unity
→ doel: zoeken naar universele wetten van psychologisch functioneren
→ context en inhoud doen er niet toe: ruis voor psyche
2. culturele psychologie: context en inhoud maken deel uit van psyche
● Mutual constitution:
→ redenen:
1. principe van existentiële onzekerheid:
mens is van nature gemotiveerd om betekenissen uit sociaal-culturele omgeving te halen
2. principe van intentionele werelden:
mensen en sociaal-culturele omgevingen doordringen elkaar
→ intentionele werelden zijn menselijke artefactuele werelden die bevolkt worden door
intentionele dingen
→ hebben geen identiteit die losstaat van menselijk begrip
→ geen natuurlijke soorten
● Niveaus van cultuur (Markus):
1. individuals
2. interactions
4. institutions
4. ideas
→ culturele cyclus: niveaus spelen voortdurend op elkaar in
Transculturele geestelijke gezondheidszorg
● Culturele sensitiviteit en responsiviteit in zorg
→ adequate interculturele communicatie
→ valide diagnostische beeldvorming
→ cultuursensitieve interventie
● Redenen voor drempels in toegang tot zorg en verlaagde zorgparticipatie:
1. minder toegang en informatie over zorgaanbod
2. taboe en stigma rond geestelijke gezondheid
3. handelingsverlegenheid en impliciete vormen van segregatie en stereotypering
3
, ● Culturele en sociale factoren in diagnose en behandeling
● Toeleiding en opbouw van vertrouwensrelatie
→ stigma en taboe in culturele en religieuze gemeenschap
→ exploratie van culturele modellen van normaliteit en pathologie
→ collaboratief traject van toeleiding
→ mobiliseren van culturele verandering in hulpzoekgedrag en copingstrategieën
→ aanknopen met noties van zelf in relatie tot gemeenschap
● Diagnostische beeldvorming
→ traumatisering in kindontwikkeling en cultureel weefsel
→ survivor’s guilt en actuele maatschappelijke positie
→ filial duty (plicht naar ouders toe) en genderrol verwachtingen
→ pervasieve isolatie en discriminatie op religieuze identificatie bestendigen psychisch lijden
→ veerkracht en steunbronnen in culturele continuïteit
→ culturele loyauteit als drager van transnationale gezinsrelaties
→ religieuze praktijken als steunbronnen
→ reactieve identiteit mobilisatie
→ exploratie van rol en betekenis van culturele verandering
● Therapeutische interventies
→ culturele loyauteit als drager van traumaherstel
→ culturele verandering als drager van toekomstperspectief
→ oriëntatie van therapeutische relatie op sociale inbedding en steun
● Therapeutische relatie
→ wantrouwen in therapeutische relatie
→ echo’s van stereotypering in therapeutische positie
→ microcosmos van wijzigende genderrol opvattingen
→ hulpverleningssituatie: doorbreken of bestendigen van sociale isolatie?
4
Inleiding
● Positieve impact van diversiteit:
● Structurele ongelijkheid in het onderwijs:
● Weird-people: white, educated, industrialized, rich and democratic
→ <5% van populatie
● Modellen van diversiteit:
1. assimilatie (deficiet):
enige culturele achtergrond die ertoe doet is die van meerderheid
→ gelijkheid bereiken door wegwerken van tekorten
2. kleurenblind (individualistisch):
culturele achtergronden doen er niet toe want iedereen is een uniek individu
→ gelijkheid bereiken door negeren van verschillen
3. multicultureel / pluralistisch:
alle culturele achtergronden brengen waardevolle perspectieven
→ gelijkheid bereiken door die te erkennen en omarmen
1
, ● Impact van aandacht voor cultuur en identiteit in hulpverlening (Tao, Owen, Pace en Imel, 2015):
● PISA-onderzoek (2018) over discriminerend schoolklimaat:
● Studie op werkvloer (Plaut, Thomas en Goren, 2009)
→ participanten: medewerkers in 18 teams in gezondheidszorg
→ rated diversity beliefs en uitkomsten
→ AV: psychologische betrokkenheid en perceptie van bias
→ resultaten:
Wat is cultuur?
● Cultuur
= that complex whole which includes knowledge, belief, art, morals, law, custom and any other
capabilities and habits acquired by man as a member of society (Tylor, 1871)
= the collective programming of the mind that distinguishes the members of one group of people
from another (Hofstede, 2001)
= any kind of information that is acquired from other members of one’s species through social
learning that is capable of affecting an individual’s behavior (Heine, 2008)
● Kenmerken van cultuur:
2
, 1. gedeeld binnen een groep
2. doorgegeven en aangeleerd
3. gesitueerd in the head: overtuigingen, waarden, doelen, zelfbeelden, emoties, …
4. gesitueerd in the world: gewoontes, regels, organisaties; boeken, reclame, …
● Soorten psychologie:
1. algemene psychologie: psychic unity
→ doel: zoeken naar universele wetten van psychologisch functioneren
→ context en inhoud doen er niet toe: ruis voor psyche
2. culturele psychologie: context en inhoud maken deel uit van psyche
● Mutual constitution:
→ redenen:
1. principe van existentiële onzekerheid:
mens is van nature gemotiveerd om betekenissen uit sociaal-culturele omgeving te halen
2. principe van intentionele werelden:
mensen en sociaal-culturele omgevingen doordringen elkaar
→ intentionele werelden zijn menselijke artefactuele werelden die bevolkt worden door
intentionele dingen
→ hebben geen identiteit die losstaat van menselijk begrip
→ geen natuurlijke soorten
● Niveaus van cultuur (Markus):
1. individuals
2. interactions
4. institutions
4. ideas
→ culturele cyclus: niveaus spelen voortdurend op elkaar in
Transculturele geestelijke gezondheidszorg
● Culturele sensitiviteit en responsiviteit in zorg
→ adequate interculturele communicatie
→ valide diagnostische beeldvorming
→ cultuursensitieve interventie
● Redenen voor drempels in toegang tot zorg en verlaagde zorgparticipatie:
1. minder toegang en informatie over zorgaanbod
2. taboe en stigma rond geestelijke gezondheid
3. handelingsverlegenheid en impliciete vormen van segregatie en stereotypering
3
, ● Culturele en sociale factoren in diagnose en behandeling
● Toeleiding en opbouw van vertrouwensrelatie
→ stigma en taboe in culturele en religieuze gemeenschap
→ exploratie van culturele modellen van normaliteit en pathologie
→ collaboratief traject van toeleiding
→ mobiliseren van culturele verandering in hulpzoekgedrag en copingstrategieën
→ aanknopen met noties van zelf in relatie tot gemeenschap
● Diagnostische beeldvorming
→ traumatisering in kindontwikkeling en cultureel weefsel
→ survivor’s guilt en actuele maatschappelijke positie
→ filial duty (plicht naar ouders toe) en genderrol verwachtingen
→ pervasieve isolatie en discriminatie op religieuze identificatie bestendigen psychisch lijden
→ veerkracht en steunbronnen in culturele continuïteit
→ culturele loyauteit als drager van transnationale gezinsrelaties
→ religieuze praktijken als steunbronnen
→ reactieve identiteit mobilisatie
→ exploratie van rol en betekenis van culturele verandering
● Therapeutische interventies
→ culturele loyauteit als drager van traumaherstel
→ culturele verandering als drager van toekomstperspectief
→ oriëntatie van therapeutische relatie op sociale inbedding en steun
● Therapeutische relatie
→ wantrouwen in therapeutische relatie
→ echo’s van stereotypering in therapeutische positie
→ microcosmos van wijzigende genderrol opvattingen
→ hulpverleningssituatie: doorbreken of bestendigen van sociale isolatie?
4