Maw H6 - politiek in de praktijk
H6 Politiek in de praktijk
Polity = structuren en organisaties, gespecialiseerde en gezaghebbende
overheidsinstellingen
Politics = processen waarin conflicten worden opgelost via strijd & consensus
Policy = het beleid over hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen
hiervoor nodig zijn
6.1 - representatieve & representativiteit
Legitiem politiek systeem = als een politiek regime wordt geaccepteerd door de bevolking
Geweldsmonopolie = de overheid mag als enige geweld gebruiken
Een politieke partij is groepsvorming, als groepsvorming leidt tot representatie van een
groep in het parlement, bevordert dat de binding van burgers met de parlementaire
democratie en de legitimiteit van dat systeem.
De kloof tussen burger en politiek= een deel van de bevolking voelt zich niet
vertegenwoordigd, minder verbonden gevoel met de staat.
politieke cohesie = de binding met de staat waarin men woont en op de binding met de
natie waartoe zij behoort. Maar ook EU en Europa en de invloed daarvan.
drietal van probleemgebieden die betrekking hebben go politieke cohesie:
1. de politieke betrokkenheid: de binding van burgers aan de politiek zou verminderd
zijn
2. de bestuurlijke schaalvergroting: er moet in grote verbanden worden samengewerkt
op landelijk of Europees niveau
3. gemankeerde communicatie: Veel bestuurders & the politici spreken in jargon die niet
wordt verstaan door burgers.
Representatie = is vertegenwoordiging van een groep in organisaties door 1 of enkele
betrokkenen die namens de groep optreden
Volkssoevereiniteit = regeringsvorm waarbij de macht van de vertegenwoordiger
uiteindelijk afkomstig is van de burgers, die via algemene verkiezingen bepalen welke
partijen macht mogen krijgen
Representativiteit = De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die
vertegenwoordigd wordt
Modellen van representatie =
1. Afspiegelingsmodel: de volksvertegenwoordiging moet zo veel mogelijk lijken op de
samenstelling van het volk zelf
, 2. Rolmodel: de representativiteit is hoog als de standpunten van de
volksvertegenwoordiger lijken op die van het volk
3. Partijenmodel: politieke partijen spelen een sleutelrol in de democratie omdat
verschillende partijen van de verschillende standpunten binnen het volk
vertegenwoordigen
6.2 - politieke partijen
Ideologie = met groepsvorming drijvende krachten achter politieke partijen en hun
beginselprogramma wordt er ook op gebaseerd
Conservatisme = grote rol voor de overheid, tradities en dingen ‘als vroeger’
Liberalisme = meer individuele en economische vrijheid
Socialisme = gelijke rechten voor elke burger ( dit bereiken door stakingen)
● Democratische spelregels. Gelijkheid en solidariteit. De overheid zou ervoor moeten
zorgen
Confessionele = verzet tegen uitbuiting van arbeiders, conservatieve standpunten over
ethische normen
Facisme = 1 cultuur in een land, democratieën maken plaats voor dictaturen
Pragmatisme en populisme = geen ideologie, claimen dat alleen zij het volk
vertegenwoordigen en de huidige bestuurders het volk verraden
Functies politieke partijen voor het in standhouden van democratie:
1. Rekrutering en selectie: mensen worden benaderd om op de kieslijst te staan en
daarna volgt de selectieprocedure
2. Mobilisatie: het interessen van burger voor het deelnemen aan politieke
besluitvorming processen
3. Articulatie: het benoemen/benadrukken van standpunten die een politieke partij
belangrijk vindt
4. Aggregatie: het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en
belangen
5. Communicatie: communicatie tussen burgers, overheid en politieke partijen
Verandering politieke partijen:
1. Verschuiving in electorale achterban (door ontzuiling/minder vaste stemmers)
2. Meer zwevende kiezers
3. Aantal mensen dat lid is van een partij neemt af
4. Concurrente van media en pressiegroepen
5. Meer focus op binnenhalen van politieke functies en minder op betrokkenheid van
hun leden
Pressiegroepen oefenen druk uit op de politiek en op de samenleving om daarmee invloed
uit te oefenen op de politieke besluitvorming
● Bestaat uit belangengroepen of actiegroepen
H6 Politiek in de praktijk
Polity = structuren en organisaties, gespecialiseerde en gezaghebbende
overheidsinstellingen
Politics = processen waarin conflicten worden opgelost via strijd & consensus
Policy = het beleid over hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen
hiervoor nodig zijn
6.1 - representatieve & representativiteit
Legitiem politiek systeem = als een politiek regime wordt geaccepteerd door de bevolking
Geweldsmonopolie = de overheid mag als enige geweld gebruiken
Een politieke partij is groepsvorming, als groepsvorming leidt tot representatie van een
groep in het parlement, bevordert dat de binding van burgers met de parlementaire
democratie en de legitimiteit van dat systeem.
De kloof tussen burger en politiek= een deel van de bevolking voelt zich niet
vertegenwoordigd, minder verbonden gevoel met de staat.
politieke cohesie = de binding met de staat waarin men woont en op de binding met de
natie waartoe zij behoort. Maar ook EU en Europa en de invloed daarvan.
drietal van probleemgebieden die betrekking hebben go politieke cohesie:
1. de politieke betrokkenheid: de binding van burgers aan de politiek zou verminderd
zijn
2. de bestuurlijke schaalvergroting: er moet in grote verbanden worden samengewerkt
op landelijk of Europees niveau
3. gemankeerde communicatie: Veel bestuurders & the politici spreken in jargon die niet
wordt verstaan door burgers.
Representatie = is vertegenwoordiging van een groep in organisaties door 1 of enkele
betrokkenen die namens de groep optreden
Volkssoevereiniteit = regeringsvorm waarbij de macht van de vertegenwoordiger
uiteindelijk afkomstig is van de burgers, die via algemene verkiezingen bepalen welke
partijen macht mogen krijgen
Representativiteit = De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die
vertegenwoordigd wordt
Modellen van representatie =
1. Afspiegelingsmodel: de volksvertegenwoordiging moet zo veel mogelijk lijken op de
samenstelling van het volk zelf
, 2. Rolmodel: de representativiteit is hoog als de standpunten van de
volksvertegenwoordiger lijken op die van het volk
3. Partijenmodel: politieke partijen spelen een sleutelrol in de democratie omdat
verschillende partijen van de verschillende standpunten binnen het volk
vertegenwoordigen
6.2 - politieke partijen
Ideologie = met groepsvorming drijvende krachten achter politieke partijen en hun
beginselprogramma wordt er ook op gebaseerd
Conservatisme = grote rol voor de overheid, tradities en dingen ‘als vroeger’
Liberalisme = meer individuele en economische vrijheid
Socialisme = gelijke rechten voor elke burger ( dit bereiken door stakingen)
● Democratische spelregels. Gelijkheid en solidariteit. De overheid zou ervoor moeten
zorgen
Confessionele = verzet tegen uitbuiting van arbeiders, conservatieve standpunten over
ethische normen
Facisme = 1 cultuur in een land, democratieën maken plaats voor dictaturen
Pragmatisme en populisme = geen ideologie, claimen dat alleen zij het volk
vertegenwoordigen en de huidige bestuurders het volk verraden
Functies politieke partijen voor het in standhouden van democratie:
1. Rekrutering en selectie: mensen worden benaderd om op de kieslijst te staan en
daarna volgt de selectieprocedure
2. Mobilisatie: het interessen van burger voor het deelnemen aan politieke
besluitvorming processen
3. Articulatie: het benoemen/benadrukken van standpunten die een politieke partij
belangrijk vindt
4. Aggregatie: het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en
belangen
5. Communicatie: communicatie tussen burgers, overheid en politieke partijen
Verandering politieke partijen:
1. Verschuiving in electorale achterban (door ontzuiling/minder vaste stemmers)
2. Meer zwevende kiezers
3. Aantal mensen dat lid is van een partij neemt af
4. Concurrente van media en pressiegroepen
5. Meer focus op binnenhalen van politieke functies en minder op betrokkenheid van
hun leden
Pressiegroepen oefenen druk uit op de politiek en op de samenleving om daarmee invloed
uit te oefenen op de politieke besluitvorming
● Bestaat uit belangengroepen of actiegroepen
