Samenvatting: de mens als oudere
Inleiding:
Een dergelijke kijk een dergelijke kijkt op deze laatste ontwikkelingsfasen past binnen het
deficitmodel Omdat de nadruk daarbij ligt op de deficits (tekorten)op wat ouderen allemaal
niet meer kunnen de focus lag In de eerste instantie vooral op de achteruitgang van fysieke
functies
De huidige kijk op de ouderdom is genuanceerder men ziet het ouder worden als een
multifactorieel gebeuren op die manier worden zowel fysiek als cognitieve als sociale
emotionele factoren geïntegreerd.
De nieuwe multifactoriële visie zorgt ervoor dat het ouder op voor de vandaag niet meer
gezien wordt als een passief proces dat je gelaten moet ondergaan maar onderstreept dat
ook bij het verouderingsproces elke mens zich uniek ontwikkeld.
Het lijkt dan ook zinvol om deze laatste ontwikkelingsfase in een aantal subperiodes in te
delen.
Jonge ouderen (vroeg ouderdom) 65j tot 74j
Oudere ouderen (midden ouderdom) 75j tot 84j
Oudste ouderen (hoge ouderdom) Vanaf 85j
2. Fysieke ontwikkeling
Er is een onderscheid tussen primaire en secundaire veroudering. Primaire veroudering of
eenvoudige veroudering heeft te maken met universele en onomkeerbare veranderingen
die plaatsvinden naarmate je ouder wordt zo zal de hebt nu eenmaal aan elasticiteit
verliezen in vermindert de hoeveelheid smaakpupillen. Secundaire veroudering heeft
daarentegen te maken met veranderingen die het gevolg zijn van een ziekte levensstijl of
andere individuele verschillen zo kunnen problemen met hart en bloedvaten deel uitmaken
van het verouderingsproces primair maar ze kunnen ook het gevolg zijn van roken of een
tekort aan lichaamsbeweging een secundair.
2.1 Lichamelijke ontwikkeling
Het meest opvallende teken van veroudering is de verandering In het haar.
De meeste ouderen krijgen grijze haren, die uiteindelijk wit kleuren. Ook wordt de huid
droger en dunner er verschijnen rimpels In het gezicht Omdat de huid onder meer aan
elasticiteit verliest.
Het tandvlees werkt wat terug waardoor de tanden meer zichtbaar worden. En ook de
lichaamslengte neemt af, zo worden er ouderen stilaan kleiner kom maar gedeeltelijk te
verklaren door het verlies van stevigheid van de wervelkolom.
, 2.1.2 Verouderingsprocessen in het lichaam
Het hart is minder goed in staat om voldoende bloed door de aderen te pompen ongeveer
1/3 van de ouderen lijdt aan hypertensie of hoge bloeddruk veel Mensen met een hoge
bloeddruk zijn zich niet bewust van hun toestand
De ademhaling is minder efficiënt naarmate je ouder wordt de longcapaciteit neemt
geleidelijk af.
Het spijsverteringsstelsel produceert minder spijsverteringssappen en slaagt er minder in
om het voedsel doorheen het spijsverteringssysteem in te brengen.
De nieren zorgen vaak vaker voor problemen net Als de urinewegen zelf.
Ouderen kunnen minder goed hun eigen lichaamstemperatuur regelen zo zweten ouderen
minder.
Ook de hersenen worden kleiner naarmate je ouder wordt. De hersens werking verloopt
trager door een verminderde bloedvoorziening.
2.2 Motorische ontwikkeling
Het volume spiermassa neemt met de jaren af onder meer doordat nogal wat spierweefsels
het contact met de zenuwuiteinden verliezen in afsterven.
Ook het skelet wordt dunner en brozer zodat er gemakkelijk breuken optreden.
Door artrose kunnen mensen last hebben van pijn en stijfheid in de gewrichten meestal In
de heupen de knie én aan de basis van de duim of aan de eind kootjes van de vingers.
Artritis veroorzaakt zwellingen en ontstekingen In de gewrichten vaak de handen bij het
ouder worden wordt het lichaam kwetsbaarder. De botten van de ouderen zijn fragiel en
breken snel.
2.3 Sensorische ontwikkeling
Zien:
Het gezichtsvermogen neemt steeds af.
Voorwerpen in de verte worden minder duidelijk Er is meer licht nodig om dingen goed te
kunnen zien en de aanpassing van donker naar licht
Grauwe staar of cataract is een oogziekte die vaak bij ouderen voorkomt. Ze worden door
helder licht verblindt, als die ziekte niet tijdig wordt behandeld kan blindheid het gevolg zijn.
Inleiding:
Een dergelijke kijk een dergelijke kijkt op deze laatste ontwikkelingsfasen past binnen het
deficitmodel Omdat de nadruk daarbij ligt op de deficits (tekorten)op wat ouderen allemaal
niet meer kunnen de focus lag In de eerste instantie vooral op de achteruitgang van fysieke
functies
De huidige kijk op de ouderdom is genuanceerder men ziet het ouder worden als een
multifactorieel gebeuren op die manier worden zowel fysiek als cognitieve als sociale
emotionele factoren geïntegreerd.
De nieuwe multifactoriële visie zorgt ervoor dat het ouder op voor de vandaag niet meer
gezien wordt als een passief proces dat je gelaten moet ondergaan maar onderstreept dat
ook bij het verouderingsproces elke mens zich uniek ontwikkeld.
Het lijkt dan ook zinvol om deze laatste ontwikkelingsfase in een aantal subperiodes in te
delen.
Jonge ouderen (vroeg ouderdom) 65j tot 74j
Oudere ouderen (midden ouderdom) 75j tot 84j
Oudste ouderen (hoge ouderdom) Vanaf 85j
2. Fysieke ontwikkeling
Er is een onderscheid tussen primaire en secundaire veroudering. Primaire veroudering of
eenvoudige veroudering heeft te maken met universele en onomkeerbare veranderingen
die plaatsvinden naarmate je ouder wordt zo zal de hebt nu eenmaal aan elasticiteit
verliezen in vermindert de hoeveelheid smaakpupillen. Secundaire veroudering heeft
daarentegen te maken met veranderingen die het gevolg zijn van een ziekte levensstijl of
andere individuele verschillen zo kunnen problemen met hart en bloedvaten deel uitmaken
van het verouderingsproces primair maar ze kunnen ook het gevolg zijn van roken of een
tekort aan lichaamsbeweging een secundair.
2.1 Lichamelijke ontwikkeling
Het meest opvallende teken van veroudering is de verandering In het haar.
De meeste ouderen krijgen grijze haren, die uiteindelijk wit kleuren. Ook wordt de huid
droger en dunner er verschijnen rimpels In het gezicht Omdat de huid onder meer aan
elasticiteit verliest.
Het tandvlees werkt wat terug waardoor de tanden meer zichtbaar worden. En ook de
lichaamslengte neemt af, zo worden er ouderen stilaan kleiner kom maar gedeeltelijk te
verklaren door het verlies van stevigheid van de wervelkolom.
, 2.1.2 Verouderingsprocessen in het lichaam
Het hart is minder goed in staat om voldoende bloed door de aderen te pompen ongeveer
1/3 van de ouderen lijdt aan hypertensie of hoge bloeddruk veel Mensen met een hoge
bloeddruk zijn zich niet bewust van hun toestand
De ademhaling is minder efficiënt naarmate je ouder wordt de longcapaciteit neemt
geleidelijk af.
Het spijsverteringsstelsel produceert minder spijsverteringssappen en slaagt er minder in
om het voedsel doorheen het spijsverteringssysteem in te brengen.
De nieren zorgen vaak vaker voor problemen net Als de urinewegen zelf.
Ouderen kunnen minder goed hun eigen lichaamstemperatuur regelen zo zweten ouderen
minder.
Ook de hersenen worden kleiner naarmate je ouder wordt. De hersens werking verloopt
trager door een verminderde bloedvoorziening.
2.2 Motorische ontwikkeling
Het volume spiermassa neemt met de jaren af onder meer doordat nogal wat spierweefsels
het contact met de zenuwuiteinden verliezen in afsterven.
Ook het skelet wordt dunner en brozer zodat er gemakkelijk breuken optreden.
Door artrose kunnen mensen last hebben van pijn en stijfheid in de gewrichten meestal In
de heupen de knie én aan de basis van de duim of aan de eind kootjes van de vingers.
Artritis veroorzaakt zwellingen en ontstekingen In de gewrichten vaak de handen bij het
ouder worden wordt het lichaam kwetsbaarder. De botten van de ouderen zijn fragiel en
breken snel.
2.3 Sensorische ontwikkeling
Zien:
Het gezichtsvermogen neemt steeds af.
Voorwerpen in de verte worden minder duidelijk Er is meer licht nodig om dingen goed te
kunnen zien en de aanpassing van donker naar licht
Grauwe staar of cataract is een oogziekte die vaak bij ouderen voorkomt. Ze worden door
helder licht verblindt, als die ziekte niet tijdig wordt behandeld kan blindheid het gevolg zijn.
