NAAM: ANONIEM
KLAS: OVK-3P
LEERJAAR: 3, LEERARRANGEMENT 12
CURSUS: OVKASS02S3
CURSUSHOUDER: -
DOCENT: -
, DD oordeelsvorming
Situatie
Voor een schoolopdracht ben ik bezig met een kwaliteitsplan. Dit kwaliteitsplan gaat over het
signaleren van ouderenmishandeling in het Ziekenhuis in D. Dit Kwaliteitsplan maak ik samen met H.
Dit is een leerling van de HBO-V. Om een goed onderwerp te krijgen hebben we een rondvraag
gedaan op verschillende afdelingen. Zo heb ik het kwaliteitsteam benaderd, via een collega, om te
vragen welke kwaliteitsproblemen actueel zijn. De leerling waar ik het kwaliteitsplan mee samen
maak is naar het afdelingshoofd van haar afdeling gestapt en heeft ook navraag gedaan naar een
actueel probleem. Zo zijn wij aan het thema ouderenmishandeling gekomen. Om het probleem op
verschillende afdelingen te inventariseren hebben we een enquête gemaakt en uitgedeeld onder
collega’s. Deze enquête hebben we besproken met de docent, en een ander groepje heeft ons
peerfeedback gegeven heeft. We hebben in een gesprek met C (afdelingshoofd
cardiologie/neurologie) een gesprek gehad over waarom het signaleren van ouderenmishandeling zo
weinig wordt gedaan in het ziekenhuis en hoe weinig dit eigenlijk is. Ook hebben we de enquête
even kort laten zien aan C. Hierna zijn we aan de slag gegaan met het uitwerken van de opdracht.
Tijdens het werk vind ik het lastig om over mijn kwaliteitsplan te beginnen en bepaalde vragen in de
groep te gooien. Ik heb wel een keer een aanzet gegeven, voordat de enquête uitgedeeld werd maar
ik wil mijn collega’s en mijn praktijkbegeleider meer betrekken bij mijn onderzoek. Dit is ook wat ik
tijdens mijn tussenbeoordeling te horen heb gekregen en waar ik een persoonlijk leerdoel van heb
gemaakt.
Taak
Mijn taak is om een kwaliteitsplan te schrijven. En mijn leerdoel is om mijn collega’s en
praktijkopleider/stagebegeleider meer te betrekken bij mijn onderzoek en uitwerking. Er wordt van
mij verwacht dat ik laat zien waar ik aan werk.
Ik wil in heel mijn leerproces mijn collega’s praktijkbegeleider/stagebegeleider meer betrekken en
meer van mezelf laten zien. Dit zorgt ervoor dat ik hulp/feedback krijg waar ik mee verder kan gaan.
Actie
Ik vind het lastig om dit waar te maken. Het voelt goed om een eindproduct te laten zien. Tussentijds
vind ik het heel moeilijk om te laten zien waar ik precies aan bezig ben. Dit komt omdat het voor
mezelf ook een zoektocht is hoe ik iets het best aan kan pakken. Het probleem ligt weer op het punt
dat het doel van het betrekken moet verleggen. Ik wil laten zien dat ik goed bezig ben maar ik kan
het ook zien als een hulpstuk waar ik feedback van krijg en wat mij opweg kan helpen. Dit geldt ook
voor mijn persoonlijke reflecties.
Nu ik dit te horen heb gekregen probeer ik punten te bedenken waar ik gebruik van kan maken om
mijn werk te laten zien aan collega’s/ praktijkopleider/stagebegeleider en hier zelf ook wat aan te
hebben.