100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Levenslooppsychologie, 3e custom editie, HS Antwerpen - levensloop psychologie

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
58
Subido en
12-11-2024
Escrito en
2024/2025

samenvatting levenslooppsychologie (1ste jaar, bachelor orthopedagogie)

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
1 tem 14
Subido en
12 de noviembre de 2024
Número de páginas
58
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Levenslooppsychologie
Hoofdstuk 3: het begin van het leven
3.1 erfelijkheid
We starten als één cel, die ontstaat wanneer een spermacel het ovum (eicel) binnenkomt. De
voortplantingscellen zijn gameten. Gameten bevatten genetische informatie en vormen een
nieuwe cel tijdens de bevruchting. Na een uur fuseren de gameten tot één cel: de zygote. De
zygote is de nieuwe cel die gevormd is door het bevruchtingsproces.
Onze genetische code wordt opgeslagen in onze genen (bestaat uit DNA). DNA
(desoxyribonucleïnezuur) bepaalt de aard van elke cel in ons lichaam. DNA komt voor in
DNA-strengen: 46 chromosomen, georganiseerd in 23 paren.
Meerlinggeboorten
 Monozygotische tweelingen (eeneiige tweelingen)
= genetisch identiek, ontstaan uit één bevruchte eicel die gesplitst is in de eerste 2
weken
 Dizygotische tweelingen (twee-eiige tweelingen)
= 2 afzonderlijke eicellen werden ongeveer tegelijkertijd bevrucht door 2 afzonderlijke
zaadcellen
Jongen of meisje?
-> geslachtschromosomen: 23ste chromosomenpaar
-> 50% kans op meisje, 50 % kans op jongen
Meisje: XX (X van mama, X van papa)
Jongen: XY (X van mama, Y van papa)
Basis van erfelijkheid:
Een dominante eigenschap is de eigenschap die je ziet en die dus tot uiting komt. Een
recessieve eigenschap is aanwezig maar niet zichtbaar, komt dus niet tot uiting.
Een genotype is de onderliggende combinatie van genetisch materiaal dat aanwezig is
(onzichtbaar). Een fenotype is het waarneembare kernmerk.
Voorbeeld: Bb (genotype) = bruin (fenotype)
bb (genotype) = blauw (fenotype)
Allelen zijn genen die paren vormen die bijvoorbeeld de kleur van je ogen bepalen. Als je
genen gelijk zijn spreken we van homozygoot (BB), als je genen een verschil bevatten
spreken we van heterozygoot (Bb).


Voorbeeld: kans op ziekte PKU

, = ziekte die kan leiden tot een ernstige verstandelijke beperking (recessief)
P = dominant p = recessief
Mama: PP -> 100% van de kinderen zijn gezond en geen dragers
Papa: PP

kruisingstabel P P
P PP PP
P PP PP


Mama: Pp -> 50% van de kinderen is gezond, 50% is drager
Papa: PP

kruisingstabel P P
P P P
p Pp Pp


Mama: Pp -> 50% van de kinderen is drager, 25% is ziek, 25% is geen drager en niet ziek
Papa: Pp

Kruisingstabel P p
P PP Pp
p Pp pp


Polygenische overerving is een combinatie van meerdere genenparen die verantwoordelijk
zijn voor de productie van een specifieke eigenschap. Reactierange is in welke mate de
eigenschap tot uiting komt als gevolg van omgevingsinvloeden.
X-gebonden genen zijn recessieve genen die alleen op het X-chromosoom voorkomen.
De gedragsgenetica richt zich op de effecten van erfelijkheid op gedrag. Ze onderzoeken ook
hoe genetische defecten kunnen worden hersteld.
Stamboomonderzoek geeft de kans op een toekomstig kind met al dan niet de erfelijke
ziekte weer. Ze kijken naar de familiegeschiedenis en overerving.




Erfelijke en genetische stoornissen:

,  Downsyndroom
= trisomie 21: extra chromosoom op het 21ste paar
 Fragiele X-syndroom
= bepaald gen op X-chromosoom is beschadigd
 Sikkelcelanemie
= een bloedziekte die verwijst naar de vorm van de rode bloedcellen
 Gevolgen: achterblijvende groei, recessief gen dus je bent ziek of een drager
 Voorkomen: gebied waar veel malaria voorkomt (het beschermt)
 Ziekte van Duchenne
= afname van spiermassa
 Komt tot uiting bij mannen (geen andere X om te compenseren)
 Syndroom van Klinefelter
= extra X bij mannen -> XXY
 Borstgroei
 Onderontwikkelde genitaliën
 Extreme lengte
Andere problemen op het geslachtschromosomenpaar:
 Extra Y-chromosoom
 Ontbrekend tweede chromosoom (Turner)
 3 X-chromosomen
Omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen:
 Voedingsgewoonten
 Infecties
 Contact met schadelijke stoffen
 …
Een genetisch adviseur helpt mensen omgaan met problemen die verband houden met
erfelijke stoornissen.
Prenataal onderzoek:
 Bloeddruk (zwangerschapsvergiftiging)
 Gewicht
 Fundushoogte (hoogte van de baarmoeder)
 Ligging van de baby
 Urine onderzoek
 Bloedonderzoek (bloedgroep, ijzer)
 Zwangerschapsdiabetes: challengetest (drankje drinken en dan kijken hoe je suiker in
je bloed is)
 Streptokokken B (= bacterie die in de vagina kan leven, kan ernstige gevolgen hebben
voor een baby)
Echografie
 Anatomisch analyseren van de foetus
 Ligging van de foetus

,  Onschadelijk
 Ultrasone geluidsgolven
 Doptone: hartje horen kloppen

Wat onderzoeken we in trimester 1, 2 en 3?
1. Zwangerschapsduur, eventuele meerling, nekplooimeting (Down/hart- en
skeletafwijkingen)
2. Anatomisch nazicht van hart, ledematen …
3. Algemene groei, ligging, placenta

Nekplooimeting
 Tussen 10 en 14 weken
 Beetje vocht aanwezig in de nek, schilletje tot 3mm = normaal
 Dikkere nekplooi? -> grotere kans op aangeboren afwijkingen zoals syndroom van
Down of hartafwijkingen
 Meest effectief in combinatie met tripletest
Tripletest (AFP)
= test waarbij bloed wordt afgenomen van de moeder, de kans op het syndroom van Down of
een open rugje wordt bepaald
 Test van 3 stoffen in het bloed van de zwangere:
- HCG -> syndroom van Down
- Oestriol -> syndroom van Down
- Alfa-foetoproteïne -> syndroom van Down/neurale buisdefecten
vb: open rugje
 Test mogelijk op zowel maternaal bloed als op vruchtwater
 Verhoogd AFP in maternaal bloed -> verhoogd risico op neurale buisdefect
 Verlaagd AFP in maternaal bloed -> verhoogd risico op syndroom van Down
Risico:
- AFP kan afwijkend zijn zonder neurale buisdefecten
- AFP kan normaal zijn en toch neuraal buisdefect aanwezig
Risicogroepen
 Moeder ouder dan 36
 Moeder die ooit een kind heeft gekregen met chromosoomafwijkingen
 Familie: erfelijke ziekten/chromosoomafwijkingen
 Screeningtesten zorgwekkend


NIPT-test: screening
= niet-invasieve prenatale test die aantoont of de baby kans heeft op trisomie 13, 18 en 21
 Bloedonderzoek
$11.40
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
lyneverbist

Conoce al vendedor

Seller avatar
lyneverbist Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
1 año
Número de seguidores
0
Documentos
1
Última venta
-

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes