Fysiologie college 1: volwassenen in hun “piekleeftijd”.
The ceiling effect.
In het begin gaat iemand snel vooruit, maar daarna steeds minder. Op een gegeven moment kun je
niet verder (maximale grens). Limiet van fysiologisch systeem (the ceiling effect). Dus wat het
maximaal haalbare is.
Het lichaam als een machine
Er zijn 5 domeinen:
- Tandwielen van Wasserman:
Ventilatie
Circulatie
Spieren
- Neurofysiologisch component
- Endocriene systemen (alles met hormonen).
Ventilatie (respiratoir
Hoeveelheid O2 niet de beperkende factor?
Zuurstof vs koolstofdioxide.
“Drempels” bij ademgasanalyse:
- V1: overgang van vetverbranding naar glucose.
- V2: anaerobe drempel hierbij is CO2 hoger dan O2.
Verticale lijnen is V1 (lactaat drempel 1) deze is aeroob. Lijn V2 (lactaat drempel 2) deze is anaeroob.
BI = melkzuur in het bloed.
Circulatie: cardiovasculair
, Fick vergelijking (dit beschrijft de diffusie in gassen vloeistoffen):
VO2 max = slagvolume x hartfrequentie x arterioveneus O2 verschil.
Cardiac output = slagvolume x hartfrequentie.
Zuurstofcapaciteit vind plaats doormiddel van:
- Hematocriet: concentratie van het aantal rode bloedcellen in het bloed.
- Hemoglobine: 4 draden die ijzer kunnen vasthouden.
Spier: myogeen
Hoeveel mitochondriën? Hierin vind de verbranding plaats.
Hoeveel capillairen (oppervlakte)?
Spiervermoeidheid?!
“aeroob vs anaeroob”.
Neurofysiologie
Motorneuronen deze sturen je spieren aan en zitten in de hersenen en ruggenmerg.
Henneman’s size principal stelt dat onder belasting motoreenheden opgeroepen worden van klein
naar groot. In de praktijk betekend dit dat moeheid-resistente spiervezels worden geactiveerd
voordat spiervezels met hoge trekkracht, hoge kracht en minder vermoeidheid worden gebruikt.
Motor units: efficiëntie
The ceiling effect.
In het begin gaat iemand snel vooruit, maar daarna steeds minder. Op een gegeven moment kun je
niet verder (maximale grens). Limiet van fysiologisch systeem (the ceiling effect). Dus wat het
maximaal haalbare is.
Het lichaam als een machine
Er zijn 5 domeinen:
- Tandwielen van Wasserman:
Ventilatie
Circulatie
Spieren
- Neurofysiologisch component
- Endocriene systemen (alles met hormonen).
Ventilatie (respiratoir
Hoeveelheid O2 niet de beperkende factor?
Zuurstof vs koolstofdioxide.
“Drempels” bij ademgasanalyse:
- V1: overgang van vetverbranding naar glucose.
- V2: anaerobe drempel hierbij is CO2 hoger dan O2.
Verticale lijnen is V1 (lactaat drempel 1) deze is aeroob. Lijn V2 (lactaat drempel 2) deze is anaeroob.
BI = melkzuur in het bloed.
Circulatie: cardiovasculair
, Fick vergelijking (dit beschrijft de diffusie in gassen vloeistoffen):
VO2 max = slagvolume x hartfrequentie x arterioveneus O2 verschil.
Cardiac output = slagvolume x hartfrequentie.
Zuurstofcapaciteit vind plaats doormiddel van:
- Hematocriet: concentratie van het aantal rode bloedcellen in het bloed.
- Hemoglobine: 4 draden die ijzer kunnen vasthouden.
Spier: myogeen
Hoeveel mitochondriën? Hierin vind de verbranding plaats.
Hoeveel capillairen (oppervlakte)?
Spiervermoeidheid?!
“aeroob vs anaeroob”.
Neurofysiologie
Motorneuronen deze sturen je spieren aan en zitten in de hersenen en ruggenmerg.
Henneman’s size principal stelt dat onder belasting motoreenheden opgeroepen worden van klein
naar groot. In de praktijk betekend dit dat moeheid-resistente spiervezels worden geactiveerd
voordat spiervezels met hoge trekkracht, hoge kracht en minder vermoeidheid worden gebruikt.
Motor units: efficiëntie