Cursuscode: GOO-2.CTL1-17
Lesweek: 3
Titel: Vragen hoofdstuk 11
Lees hoofdstuk 11 uit ‘Clinical Manual of Contact Lenses’. Beantwoord de
volgende vragen aan de hand van de theorie:
1. Welk corneo-scleraal profiel is het meestvoorkomend?
Vloeiende tangentiale cornea (56%) (= recht/vlak)
In praktijklessen kan je kiezen uit:
- Vlak
- Normaal
- Steil
2. Een cliënt wil graag lenzen dragen tijdens zijn skivakantie. Normaal
gesproken draagt hij een bril. Wat adviseer je hem?
Daglenzen: als het alleen voor zijn skivakantie is, dan is hij voordeliger uit.
Mocht hij geen daglenzen willen/kunnen: 2weekse of maandlenzen.
Belangrijk is dat je bij 2 wekelijkse en maandlenzen een juiste instructie geeft.
3. Een cliënte heeft DM type 1 en wil graag lenzen dragen. Wat adviseer je?
Beste geen contactlenzen, wonden helen zich niet zo snel als normaal. Mocht
hij/zij dit toch echt heel graag willen, het beste vormstabiele lenzen, het oog
waarschuw zich zelf, door gevoeligheid, als er een wondje is. Zachte lenzen
krijg je een pleister-effect, mensen blijven deze langer dragen. Door slechte
wondgenezing en zachte lenzen krijg je een grotere kans op bacteriegroei. Laat
de cliënt de lenzen vaker controleren.
© Hogeschool Utrecht