Alle leerdoelen van aquatische ecologie uitgewerkt
Leerdoelen:
1
, Leerdoel 1: Je kunt aan de hand van een situatieschets van een
waterlichaam analyseren hoe verschillende fysische en hydrologische
factoren van invloed zijn op aquatische ecosystemen. Analyseren
Temperatuur:
- Stofwisselingssnelheid
- Oplosbaarheid van gassen
- Stratificatie
Licht:
- Fotosynthese
- Helderheid
- Sediment en algengroei
Diepte en stratificatie:
- Temperatuur
- Zuurstof
Stroming:
- Verspreiding van nutriënten en organismen
- Minder kans op eutrofiëring
Waterpeil en debiet:
- Erosie
- Waterbeschikbaarheid
- Droogval
Kwel:
- Nutriënten en andere opgeloste stoffen
- Eutrofiëring
Leerdoel 2: Je kunt aan de hand van waterkwaliteitsparameters het
watertype bepalen en problemen duiden Analyseren
- Zuurstof: veel zuurstof bij veel stroming en veel primaire producenten
- Temperatuur: hogere temperaturen zorgen voor zuurstoftekort vanwege
meer activiteit van organismen
- pH: zo min mogelijk schommelend, anders is er een instabiel systeem
Leerdoel 3: Je kunt de habitat en niche van de belangrijkste soortgroepen
(vis, macrofauna, waterplanten, fyto- en zoöplankton)
toelichten. Begrijpen
Vissen:
- Habitat: Vissen kunnen in verschillende waterlichamen leven, zoals
rivieren, meren, vijvers, en oceanen. Ze hebben voorkeuren voor bepaalde
dieptes, stromingssnelheden, en temperaturen.
- Niche: Vissen vervullen verschillende ecologische rollen, zoals roofdieren,
prooidieren, en herbivoren. Ze voeden zich met andere vissen,
macrofauna, plankton, en waterplanten.
Macrofauna:
- Habitat: Deze groep omvat grotere ongewervelde dieren zoals
insectenlarven, weekdieren, en wormen. Ze leven meestal op de bodem
van waterlichamen (benthos) of in de waterkolom (nekton).
- Niche: Macrofauna speelt een cruciale rol in het afbreken van organisch
materiaal, waardoor voedingsstoffen vrijkomen. Ze dienen als voedselbron
voor vissen en andere roofdieren. Enkele soorten filteren het water,
waardoor de waterkwaliteit verbetert.
Waterplanten (Macrophyten):
2
Leerdoelen:
1
, Leerdoel 1: Je kunt aan de hand van een situatieschets van een
waterlichaam analyseren hoe verschillende fysische en hydrologische
factoren van invloed zijn op aquatische ecosystemen. Analyseren
Temperatuur:
- Stofwisselingssnelheid
- Oplosbaarheid van gassen
- Stratificatie
Licht:
- Fotosynthese
- Helderheid
- Sediment en algengroei
Diepte en stratificatie:
- Temperatuur
- Zuurstof
Stroming:
- Verspreiding van nutriënten en organismen
- Minder kans op eutrofiëring
Waterpeil en debiet:
- Erosie
- Waterbeschikbaarheid
- Droogval
Kwel:
- Nutriënten en andere opgeloste stoffen
- Eutrofiëring
Leerdoel 2: Je kunt aan de hand van waterkwaliteitsparameters het
watertype bepalen en problemen duiden Analyseren
- Zuurstof: veel zuurstof bij veel stroming en veel primaire producenten
- Temperatuur: hogere temperaturen zorgen voor zuurstoftekort vanwege
meer activiteit van organismen
- pH: zo min mogelijk schommelend, anders is er een instabiel systeem
Leerdoel 3: Je kunt de habitat en niche van de belangrijkste soortgroepen
(vis, macrofauna, waterplanten, fyto- en zoöplankton)
toelichten. Begrijpen
Vissen:
- Habitat: Vissen kunnen in verschillende waterlichamen leven, zoals
rivieren, meren, vijvers, en oceanen. Ze hebben voorkeuren voor bepaalde
dieptes, stromingssnelheden, en temperaturen.
- Niche: Vissen vervullen verschillende ecologische rollen, zoals roofdieren,
prooidieren, en herbivoren. Ze voeden zich met andere vissen,
macrofauna, plankton, en waterplanten.
Macrofauna:
- Habitat: Deze groep omvat grotere ongewervelde dieren zoals
insectenlarven, weekdieren, en wormen. Ze leven meestal op de bodem
van waterlichamen (benthos) of in de waterkolom (nekton).
- Niche: Macrofauna speelt een cruciale rol in het afbreken van organisch
materiaal, waardoor voedingsstoffen vrijkomen. Ze dienen als voedselbron
voor vissen en andere roofdieren. Enkele soorten filteren het water,
waardoor de waterkwaliteit verbetert.
Waterplanten (Macrophyten):
2